10
(4) Zie Gilliodto, La coutunie de Poperinge, Bruxelles, 1902; p. 131.
(2) Jn Rond den Heerd (1886) schreef de E. II. Opdedrinck een geleerde bij
drage over den Poperingschen Hommel daartoe had hij de talrijke hand
vesten van het Stedelijk Archief uilgepluisd.
1° De hop moet herkomstig zijn van 'l grondgebied Poperinge.
2° Zij moet genoegzaam gedroogd zijn volgens goeddunken der
oflicieren (dat is der keurmeesters) dit ten voordooie van kooper
en verkooper en voor den goeden naam van do slede
3° Niet gemengeld met oude of met vreemde hop. Het is verbo
den uitlandsch goed, buiten Vlaanderen, ook in den lande van Aalst
gewassen, met goed van deze streek te vermengdenhommel van
ouden gewasse met deze van nieuwen oogst te voegenhommel die
reeds verbrouwen is, nogmaals te drogen.
4° Gemogen op de stedelijke hopmaag. Niemand mag zijn
hoppe op eigen schale wegen, leder zal ze naar stad ter weegsehale
brengen, waar de beéedigdo schaalmeestcr ze getrouwelijk zal wegen,
gevende elk zijn recht
5° Gebaald of gezakt door tmee beëedigde hopzakkers. Nie
mand binnen de keure (dal is binnen hel rechtsgebied der stad
Poperinge (mag zijn eigen hoppe zakken; maar ze moet gezakt
worden door ten minste twee der zes gezworen hommelzakkers, door
het Magistraat aangesteld. Deze ontvangen van elk honderd, 2 schel
lingen Parisis, (dat is in hedendaagschc munt ongeveer 2 fr.) en
teekenen iederen zak met een stempel
De keurmeesters ontvingen, voor 't onderzoeken en 'l keuren,
beneden de duizend pond elk 2 sch. par., en boven de duizend pond
elk 1 sch. par. per honderd pond.
Als voorzorg tegen mengeling of vervalsching, beslissen de wet-
heeren nog hel volgende Geen hop mag van buiten de slede of
keure (d. i. rechtsgebied der stad) op schepen, wagens of sleden aan
gebracht of gehuisd, gelost of gespijkerd op zolder gebracht)
worden, tenzij ze door de keurheeren eerst gewarandeerd weze; dit
op boete van zes ponden parisis per baal.
Indien do ambtenaren ze slecht of vervalscht bevinden, zullen zij
die doen verbranden of uitzeggen naar hun goeddunken, en als zij
het noodig achten tot welvaart van de gemeente, de tusschenkomst
van de Wet inroepen.
Het gebouw der toenmalige hopwaag stond op den Yperdamcouter,
langs de huidige Komstraat; van daar kreeg de straat, die naar de
waag leidde, den naam van Schaalstraal. Er valt nog aan te merken
dat er eerst slechts zes gezworen hopzakkers aangesteld waren later
wierden er 14 benoemd, ter oorzake van de uitbreiding van den hop
handel.
Volgens het voormeld Statuut op ’t feit der warandijse (1573), zijn
de keurmeesters nog belast regelmatig register te houden van de
prijzen der hop zoo berekenden zij telken jare op Sinte Gatharinadag
den cop -> of middenprijs.... Dit werd vooral gedaan om een
vasten grondslag der belasting of accijnsrechten te bekomen (1).
Menigeen zal misschien nieuwsgierig zijn om eenige prijzen der
hop, in de XVIe eeuw, te kennen! Derhalve ontleenen wij het vol
gende aan een merkweerdig opstel van den Eerw. Heer Opde
drinck (2) In 1502 wierd de hoppe verkocht aan 17 pond parisis