25 Naar dien slag en prijzie moest de rechter zich regelen in het schatten dor vergoeding. (Art. VI cn VII). Eindelijk vinden we nog een voorschrift nopens het lichten dor pandon. Als eenigc penningen of hop in pand of bewaring gegeven zijn ter griffie, cn dat de ander partij (hetzij kooper of verkooper) aan zijn verbintenis niet voldoet, mogen de panden den derden dag gelicht worden door den pandgever, mits zekere borg, Dit coslumier-rcchl was van aard om de belangen van planters on handelaars te beschutten. Evenwel moet men denken dat de vorstelijke verordcringen en de stedelijkc reglementen steeds scher per de knoeierijen van oneerlijke lieden behoorden te vervolgen en legen te houden Konden de strenge straffen het vcrvalschen der producten niet beletten Reeds in 1615 vernieuwt hel Landsbestuur het vorstelijk plakkaat van 1621 en do Wetheoren van Poperinge wijzigen, den 3 October 1648, net Statuut der warandyse. Vooreerst is ’t verboden eenige hopbladeren afzonderlijk te pluk ken en te drogen, lot pulver te verbrijzelen en met hop te vermenge- len, op boete van 36 pond parisis. Verders is 't verboden naar de afhangende heerlijkheden (Zwijnlande, Leene of Coppennolle) eenige hop te voeren en aldaar te vermengen of vervalschen, op boete van 36 pond parisis per baal. Heeft een zakker daartoe de hand geleend, dan wordt hij bij geesseling, verbanning of anderzins gestraft naar het goeddunken der wetheeren. Helaas 1 geen twintig jaar waren verloopen of de proost -en de raadsheeren der stad Poperinge oordeelden het noodig nieuwe maat regelen te nemen omdat er diversche frauden ende onbehoorlicken handel dagelicx gheschiedt in tfaict van coopen ende vercoopen van hommel... ten groolen achterdeele ende interesto deser stede... Op 26 October 1662, in de raadsvergadering stelden de wetheeren vast dat niet alleen mengeling van hop met gedroogde bladeren of andere nultelooze stoffen verboden is, zooals in 1648, maar dat alle gekeurde hopbalen moeten verzegeld zijn met twee zegels, den eenen met het wapen van SL-Bertens-Abdij en den anderen met het- gene van de stad, behelzende het jaartal. Te dien einde zullen de warandeerders telken jare nieuwe zegels doen snijden op stads kosten. Dat zegelen der balen was al veel om menig bedrog of looze vond te verijdelen maar niet genoeg om met zekerheid, uit alle opzichten, teelt en handel te bevorderen. Het moest nochtans daarbij niet blijven neen, de abt van St-Bortens en de wethouders meenden het

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1908 | | pagina 15