29 Wannes. Heel goed. Wat hebben wij schoon weer, niet waar? Pier. Ik geloof het wel, moest het zoo nog eenige dagen zijn ik zon de hop, welke ik voor den winter versneden heb, het pakje mest afnemen opdat ze zou kunnen beginnen te groeien. Wannes. Wat zegt ge daar, Pier? Uwe hop het pakje mest afnemen opdat ze zou kunnen beginnen te groeien Wat wilt ge zeggen Pier. Wel ja, ik zal u eens gaan vertellen wat ik heb onder vonden over drij jaar. Vóór dat ik de hop op bedden ploegde, sneed ik van mijne vroegrijpe» de zoogenaamde précoce op 6 kuilen of struiken, de oude ranken tot tegen den grond af. Alsdan legde ik op iederen kuil een pakje mest ten einde ze in het voorjaar gemakkelijk te kunnen vinden. Ik ontblootte ze in ’t begin van Maart; de andere kuilen précoce wierden ver sneden te zelvertijd als de Groene bel en de Coigneau in het eerste van April. Ilewcl, wilt gij nu eens weten, wat ik aldan te zien kreeg De zes kuilen waren met hunne scheuten boven den grond, alswanneer van de anderen alles nog moest wegge nomen worden. Nu, toen de eerste van staat waren om aange bonden te worden, waren de andere nog verre ten achterenen zoo was het den zomer door zoodanig dat wanneer de zes eerste kuilen in bellen waren, de andere slechts in bloeisol kwamen. Nu, die hop was niet alleen vroeger rijp, wat reeds zeer voor- deelig is, maar toen wij ze plukten, waren wij nog aangenamer verrast de bellen of knops waren vaster, schooner van kleur, rijk voorzien van lupulien en bovendien leverden zij eene veel grooter opbrengst Wannes. Dat is heel goed, Pier, inaar gij spreekt daar van meerdere opbrengst on van nu af aan, is er al veel te veel hop. Wat zou het niet worden moesten al de hopboeren nog meer hop voortbrengen? Wat zouden wij dan gaan doen? Neen, man, voor hetgeen er mij van dunkt is het met de hop gedaan. Pier. Met de hop gedaan, jongen... ja, met de slechte hop is het gedaan daarover ben ik met u tot akkoord, en dat de boeren die hunne hop niet willen verbeteren ze maar uitwer pen gij staan er niet goed voren. Maar willen wij nog concur- reeren met andere landen, laat ons trachten betere producten voort te brengen. Er zijn toch zooveel sehoone middels om met minder werk, minder kosten hop te k wecken van betere hoeda nigheid. Zie toch eens nog anders niet genomen als de staken die thans versleten zijn op 7 jaar en door den band 1 frank per

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1908 | | pagina 19