I De tusschenplantingen bij de teelt der hop. 2 D D D r De Belgische landbouw levert de grootste opbrengsten. Voor wal in ’l algemeen de belangrijkheid der opbrengsten onzer veldvruchten aangaat, staat België aan het hoofd der natiën ner gens, meenen wij, worden zulke groote oogsten gewonnen als bij ons. 't Is een onwêerlegbaar bewijs dat onze landbouwnijverheid voor deze der andere landen niet moet ten onder doen, wel integen deel. En toch heeft de krachtbouw op verre na zijn laatste woord niet gezegd, wat elk aandachtig lezer zal kunnen afleiden uit de vol gende bladzijden. Dit is ook waar bij de hopteelt. Niettegenstaande België de grootste opbrengsten in hop bekomt, zijn wij van gevoelen dat onze kleine planters, vooral en wel in 't bijzonder deze uit Braband en Oost-Vlaanderen, het inkomen hun ner hoptuinen merkelijk kunnen vermeerderen mits zich op de lus- schenplantingen toe te leggen. Ziehier hoe M. Leplae, destijds staatslandbouwkundige in West- Vlaanderen en thans hoogleeraar te Leuven, de respectieve opbreng sten der verschillige hoptelende landen opgeeft ingevolg der oogsten van 1885 tot 1889. Oostenrijk 446 kgr. per hectaar. Duitschland 624 kgr. Engeland 960 kgr. Amerika 846 kgr. Frankrijk 884 kgr. België 1356 kgr. Nu 20 jaren zijn verloopen sedert deze cijfers opgenomen wer den, en er is zonder twijfel nog vermeerdering ontstaan want ’t is enkel sedert deze laatste jaren dat de scheikundige vetten op groote schaal gebruikt worden. Wij zijn dan ook gelukkig geweest in eene merkweerdige studie van M. Karei Vermeulen, te Yper, over den hop handel nieuwere gegevens te vinden waarmee wij het volgend dia gram opmaakten, en waaruit nogmaals blijkt dat België, op land bouwgebied, steeds aan de spits der volkenrij blijft vooruitstappen. Hier eene vraag die wellicht zal gesteld worden door meer als eenen lezer. Waarom nog gaan spreken van tusschenteelten in de hop als wij in België reeds zulke aanzienlijke en oprecht benijdenswaardige oogsten bekomen 9 Er ligt in bovengemeld (eit, inderdaad, stof genoeg om velen te

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1910 | | pagina 8