8
die de wet haar loelaal te be
llij ondersteunt vóór hel gerecht al de belangen der veree
niging, hetzij als eisschende. hetzij als verwerende partij,
binnen de palen vaslgcsleld door de wel van 31 Maarl 18981
Hij geeft bevelen voor de bijeenkomst van hel bestuur cn
van de algemeene vergadering.
Art. 20. De ondervoorzitter helpt den voorzitter in al
zijne bedieningen. Hij vervangt desnoods den voorziller die
zijne bevoegdheden hem lijdelijk kan overdragen.
Art. 21. De schrijver-schatbewaarder is gelasl niet al
de schriften van de vereeniging. Hij stelt de proces,-verba
len op der vereenigingen van hel bestuur en van de alge
meene vergadering
Hij houdt de lijsl der leden van de vereeniging gelijkvor
mig de voorschriften van artikel 9 der wel van 31 Maart
1898, en hij biedt het bestuur de aanvaardingsvragen aan.
Hij is in het bezit der roerende goederen van de vereeni
ging, waarvan hij den inventaris opmaakl cn bewaart, be
nevens al de andere handvesten.
Hij is verantwoordelijk voor de in kas zijnde gelden cn
titels die hem zijn loeverlrouwd. Hij betaalt op mandaten
geteekend door den voorzitter of door hel bestuurlid te dien
einde afgevaardigd.
Hij ontvangt de bijdragen en andere sommen aan de veree
niging verschuldigd of door haar in te zamelen hij geeft
er kwijtschrift van
Hij doet alle plaatsingen, verplaatsingen en terugbetalingen
van gelden op bevelen geteekend door den voorzitter ol' den
genen die hem vervangt, de te plaatsen, verplaatsen of terug
te halen sommen aanduidende.
Art. 22. Het bezit der vereeniging bevat al de roerende;
en onroerende goederen door haar ten bezwarende of koste-
looze titel aangeworven en
houden.
Het fonds van de vereeniging wordt gevormd door de stor
tingen der werkende leden, de inschrijvingen der eerele-
den, de giften en legaten van bijzonderen, de toelagen der
openbare overheden en alle andere voordeelen, waarvan de
vereeniging weltelijk mag genieten.
Art. 23. De algemeene vergadering beslisl over hel ge
bruik der inkomsten van de vereeniging, binnen de grenzen
der wel van 3i Maarl 1898.
Art. 24. De niet gebruikte fondsen van de vereeniging
moeten, op haren naam, geplaatsl worden in de Algemeene