23
II.
1 Aankoop van nieuwe staken men schaffe zich kleine staken aan (8
meters) zij zijn veruit de goedkoopste en kunnen, mits de hop af te leiden, de
Heiden zijn min gemakkelijk
om creosoteeren.
FEBRUARI
1 Aankoop van nieuwe staken
meters) z.j zijn veruit dc
beste uitslagen opleveren
De Larim levert het hardste hout
De Epicea geeft insgelijks sterk staaksel. I
De Sper heeft malsch hout, doch laat zich gemakkelijk creosoteeren. Ooed
gecreosoteerd sperrenhout is onverrotbaar.
De groene en natte staken kunnen niet gecreosoteerd worden.
Hallertau hop ten lande gekweekt.
1. Oorsprong-, Na do tentoonstelling van Berlijn in ’tjaar
1908, werden er een tweehonderdtal hopplantsoenen der soort
Hallertau in Duitschland aangevraagd Men wist dezelve bij de
beste planters aan te schaffen. Ze hebben hier in de proefvelden
den besten uitslag opgeleverd.
2. Grootte en bouwvorm der bel. De bel is kleiner dan die
van onze inlandsche soorten. Dit kenmerkt de Hallertau als erne
edele hopsoort. De kleur is groen geel.
3. Vorm van den graat. De graat is licht gebroken. Talrij
ke bloemblaadjes staan er op ingeplant. Verder is de graat
korten tamelijk fijn.
4. Getal bloemblaadjes. Zooals bij de C. V. D. hop heb
ben wij bij de Hallertau ongeveer 77 bloemblaadjes per bel
kunnen tellen.
5. Rijkheid in hopmeel. Deze Hallertau hop is uitnemend
rijk in hopmeel.
6. Zaden. Geen zaad te bespeuren.
7. Aroma. Fijne aroma, niet zoo edel als bij de oorspron
kelijke Hallertau, maar fijn en rijk genoeg om onder de beste
hopsoorten temogen gerangschikt worden.
8. Opbrengst. In 1913 bracht deze soort 500 gr. per kuil op.
Zulke opbrengst is nog al voldoende bij een ongunstig jaar als
1013 was.
9. Weerstandsvermogen. Middelmatig.
10. Rijpen. Vroeg.
11. Resluit. Van groote handelswaarde en van voldoende
waarde voor de teelt. Men mag dus het gebruik van de
Hallertau aanraden.