J.
33
VII. Vroeg;rljpige of Précoce liop vnii Poperlnghe*
vorm on van bouw
1. Oorsprong. Weinig gekend. Deze verscheidenheid werd
voorgesteld door den heer Boeket, van Poperinghe, een der
meest bevoegste hopplanters uit het land.
Er schijnt weinig verschil te bestaan tusschen deze hop en de
vroege van Ertvelde of de Précoce uit het land van
Aalst. Doch bij de Poperingsche variëteit zijn de bellen grooter,
wat niet wonder voorkomt, daar de bemesting te Poperinghe
heel wat krachtiger is dan in de kleine cultuur.
2. Grootte en bouwvorm der bel. De «Précoce» van M Boeket
heeft veel weg van de Groene Del -■ met kleine bellen, zooals
die van Benoit Troch. De bel is niet zoo vast als de vroegrijpige
van Ertvelde zij is ook meer ontwikkeld, dikwijls gevleugeld
en hoekvormig. Kortom, onder oogpunt van vorm on van bouw
is deze hop bijzonder aantrekkelijk.
3. Porm van den graat. De graat is regelmatig, middel
baar van lengte, bijna rechtlijnig gelijk bij de Buvrinnes hop
4. Aantal bloemblaadjes. Ongeveer 58 per bel dus weinig.
De blaadjes zijn eivormig.
5. Rijkheid in hopmeel. Middelmatige rijkheid.
6. Zaden. Nog al veel. De betrekkelijkc dikte der bel en de
nog al geringe hoeveelheid hopmeel, aan de oksel der blaadjes
zijn mogelijks wel het gevolg der bevruchting.
7. Aroma. Doordringend, ook licht fijn, deze aroma staat
tusschen de Duitsche hop en de Groen Bel zlromas.
8. Algemeen uitzicht.Zeer schoon voorkomen; groeue kleur,
heldere glans. Bij het onderzoeken van zulke hoppe komt men
tot de overtuiging dat men in 't Popiringhe, zoowel als in alle
andere streken, eerste klas hoppen kan winnen.
9. OpbrengstDeze is maar gering, te gering bij de gewone
Belgische teeltwijze.
10. Rijpworden. Rijpt zeer vroegtijdig.
11. Weerstandsvermogen. Voldoende.
12. Besluit. Een verdienstelijk werk is het in 't Popering
sche bewezen te hebben dat fijne soorten even als meer op
brengende hoppen er te verkrijgen zijn.
JULI
1. Do grond moet zuiver van onkruid gehouden worden; bij droog weder
vooral zal men hot land eens hakken eeno hakking is eene besproeiing
waard
2. Het gestel moet ovengoed onderhouden worden de scheerrankeu zullen
dikwijks en kort gekapt wezen ton einde menigvuldige bellekens te doen
ontstaan.
3. De verdienstelijkate hopplanten moeten geteekend worden om ervan
voort te kwreken.