127 Hoe de kevers zelf verdelgen Als men de eerste bes, hadigiugen bemerkt, kan men bij nacht, bij 't licht van een dievenlantaarn, de misdadigers op heeterdaad betrappen men kan ze dan getnakkelijk afzoeken. Treden de kevers in groot getal op, dan vinden onze hopplan ters geen beter middel dan ’s avonds laat of vóór zonopgang de eerste jaar (1912) omtrent geheel het opgewas den kevers ten offer viel. Er behoort nog bijgevoegd dat de hopplanter daar ook mengmest had toegediend. Er kan niet genoeg aanbevolen worden de graszoden (voor wijnbergen) en de mengmest met veel kalk te vermengen en dikwerf met beir of vloeimest te begieten zoo laat men den komposthoop gedurende twee jaar teren, en intusschen is ’t gebroed der kevers vernield. Kan men echter de larven der Olior/ij'nc/ius-soorten niet dooden in den bodem, door inspuiting van iusektendoodende stoffen Sorauek-RehTheobald. Guénaux en Muller raden aan zwavelkoolstof in den bodem in te spuiten, hetzij in het begin van den winter, hetzij in de lente. Met den Pal injecteur mag men 25 gr. zwavelkoolstof inspuiten per vierkanten meter, mits deze dosis op 3 tot 4 gaten te verdeelen Door hare dampen doodt de zwavelkoolstof al de larven en de poppen terwijl de wortels der planten onder deze behandeling geen schade lijden. Ritzema BOS integendeel meent dat men veel doelmatiger benzine in den grond spuit om de larven der Otiorhynchus- soorten ie dooden. Trouwens benzine heeft in het algemeen dit boven de zwavelkoolstof voor, dat het minder diffundeert en dus langer zijne werking in den grond behoudt, terwijl het ver der ook goedkooper is dan zwavelkoolstof. (i Het is herhaaldelijk gebleken dat het er niet zoo erg op aankomt hoe groot juist de hoeveelheden benzine zij, die men bij een enkele inspuiting in den grond brengt, daar groote kwantiteiten ook niet schaden als zij maar op eenigen afstand van de stammen (of kuilen der hop) in den grond worden gebracht. Vergelijkende proeven met benzine en met zwavelkoolstof zullen ons gewis inlichten hoe we doelmatigst de larven van de scheutenbijters der hop kunnen veinielen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1914 | | pagina 21