1
I
j
1
I
i
1
38
l
ONZE WERKING
IN DE FRONTSTREEK 1919-1922
die West-VIaandcrcn geteisterd had, en die het grootste dee)
van Middcn-Vilaanderen tol een afzichtelijke woestijn her
schapen had. waar grenaalkuiilen, vernielde loopgrachten,
pinnekensdraad, stukgeschoten dekplaatsen, lijken van) men-
schen en dieren een vreeselijken waarboel uitmaakten.
Hoe zou onze landelijke bevolking terugkeeren, daar voor
haai- geen huizen noch schuilplaatsen overbleven, daar de
meeste wegen onberijdbaar waren, daar veel walerloopen
versperd waren, naast zooveel stinkende waterpoelen ten
allen kante?
Het West-Vlaamsch gebied waar het oorlogsgeweld woedde,
omvatte in 1914 ongeveer 128.000 hectaren landerijen, waar
van er een aantal gespaard bleven in de kantons Veurne eij
Roesbrugge het overige gebied werd verwoest, hetzij geheel
en gansch langs den Yzer, de Yperlec, en rondom 'Ypeir
(63.000 hectaren) hetzij gedeeltelijk, op den buitenkant van
dit frontgebied (60.000 h. a.). Op die uitgestrektheid van
1 28.000 heet, woonde er in 1911 eene landbouwbevolking van
ongeveer 123.000 zielen, in de gansch verwoeste streek, en
van 140.000 zielen in de gedeeltelijk verwoeste streek. Er
stonden daar voor den oorjog 66.450 landelijke woonsten,
waarvan er 38.900 ten gronde vernield worden en 16.000
grootelijks beschadigd werden.
Thans zijn minstens 136.000 menschen teruggekeerd in de
h al f ver woeste frontslreek, en 100.000 in de gansch verwoeste
streek doch er valt op te merken dal vcct landelijke be-
drijven niet hernomen zijn door de vroegere pachters, maar
door rijkgeworden landlieden van het oostelijk deel van Vlaan
deren, ol' door enkele bedrijvige, kroostrijke gezinnen van
elders, die hier wilden een nieuw bestaan vinden deze in-
gewekene landlieden die de plaats van uitgewekene boeren
of werklieden ingenomen hebben, zijn wel ten gelalle Van!
18.000. Zelfs indien al de woonsten heropgebouwd waren,
zouden al de geleisterden, die nog in andere .strekten van1
Belgié of in Frankrijk verblijven, geen onderkomen in de
herstelde frontslreek vinden.
En nochtans het meestendeel van die vluchtelingen snak
ken geweldig om naar hun geliefde geboortedorp terug te
keeren. 1 1