L, 44 s hunne z y a. o o S ONZE WERKING IN DE FRONTSTREEK 1919-19xS» genooten ben. Voor die vluchtelingen, die meestal in Frankrijk verblijven, zou er moeten ingezien worden dal de wel op vergoeding der oorlogsschade niet alleenlijk ’s lands herstel vóórziet maar ook de vergoeding van de door den geteisterde geleden schade. Is hel billijk dat die schamele vluchtelingen die nog met kunnen terug koeren, slechts na langen, langen lijd de waar de 19H zouden bekomen, zonder ccnig recht op wederbe- leg Aan zulke gelei,sierden, zou crmoclen toegelaten wor den te verklaren ofwel dat zij niet meer naar hun vaderland zullen terugkeeren, ofwel dal zij zullen terugkeeren zoodra zij kunnen. Indien de uitgewekene niet terugkeeren doch zich elders in een landbouwbedrijf gesteld hebben, zouden de rechtban ken aan de getcisterden moeien toelaten zieti elders te her stellen, mits eene transactie voor wcdcrbeleging. Aan hen die voorloopig niet terugkeeren. zou aanstonds de waarde 1911 der gelcdcnc schade uilbelaald worden. Daaren boven zou de rechtbank verklaren dal zij eene bijkomende vergoeding tol herstel in België zouden bekomen, bij aldien zij legen een vaslgesleld tijdslij) bij voorbeeld 1925 naar het vaderland terugkeeren. hofstede of hun landgebruik ingenomen heb- Indien wij op verschillende mistoestanden gewezen heb ben hel is niet om de prachtige uitslagen te kleineeren welke hel Ministerie van Landbouw bekomen heeft dank aan de methodische werking zijner eigene instellingen, dank aan de edelmoedige samenwerking van dc Boerengilden en vaiï den Belgischen Boerenbond, dank vooral aan den (aaien onver- poosden i.ever van onze teruggekeerde vluchtelingen die hun vroeger zoo lief en mooi Vlaanderland willen doen herwor den. Wij wezen op enkele mistoestanden opdat wij. rekenino houdende van Belgie’s betalingsvermogcn, zoo- volkomen en zoo spoedig mogelijk recht zouden zien geschieden. Dil is mogehjk bijaldien er minder naijver en dwarsdrijverij be stond lusschen de bestuurlijke en rechterlijke diensten in-

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1922 | | pagina 47