59 ONZE WERKING IN DE FRONTSTREEK 1919-1922 ter. Stellig zijn daar nog alle oorlogswonden niet gcliecld. Doch, als men nagaat dal slechts in Maart 1920 besloten werd te bouwen met de hulp van den Slaat, en lelt hoeveel huizen, kerken, scholen, sedert uil den grond gelooverd wer den, moet men erkennen dat, onder hel beleid van Minister Vandevijvere en zijne lalentvolle medewerkers, den arbeid van den heropbouw op verbijsterende wijze vooruit is ge gaan. I En ten slotte hebben we van on.s bezoek aan de verwoeste gewesten, - die men voortaan beter de heropgebouwde ge westen zou heclen. deze stille, innige vreugde medegedra- gen de Vlaamschc haard, de Vlaanische huiskring heeft onze na-oorlogsche bouwmeesters een bijzondere liefde ingeboe- zemd. Hun leuze luidt: licht en ruimte, reinheid en schoonheid! In nette huizekens, waar de zon vrij spelen komt en bloemen kunnen bloeien, zullen onze teruggekeerde vluchtelingen hel ijselijk visioen dal achter hen ligt meer en meer vergelen en, onder eigen dak hun haard en hun streek nog eiken dag meer lief gaan krijgen. Dan wordt ook de laak van eiken dag een vreugd en een zegen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1922 | | pagina 61