7 Kicniplantjc. Fig. A. D. J. Menig hopplanter heeft wel opgemerkt dal er zaailingen op komen in de nabijheid van den droogast, als de voorzomer of lente vochtig is immers zaait men hop in een droog jaar op akkerland, dan gebeurt het veelal dat zulk zaad maar het jaar nadien kiemplantjes voortbrengt. Als de kiemplantjes nu drie paar blaadjes hebben, zooals flg. 2 vertoont, dan verplant men ze op een klein kweekbed, in rijen, meteen voet afstand tusschen de rijen, en 20 centimeters afstand tusschen de plantjes in de rij zelf. Groeien zij weelderig op, na ecnige weken hebben z j ven zeer dun persje van doen om ze te ondersteunen. Tegen de oogstmaand zullen er al eenige bloeien. Per naas ten schrijven wij daarover meer.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1927 | | pagina 11