om Beter bemesting den valschen Meeldauw der hop te vermijden. u i'. 12 In Duitschland, Bohemen en Engeland hebben de landbouw kundigen al de hopplanters gewaarschuwd legen hel bunenma- tig gebruik van stikstofvelten voor hop, zooals beir of aIe, koeken, stalvette, zout of sodamlraal, en sulfaat of zwavelzure ammoniak. Door de overmate van sl'kslof wordt de plant erg geschikt om de aardappelplaag o/ valschen meeldauw te. krijgen. Eene volledige bemesting met stikstof, fosfoorzuur en polasch zal altijd en overal betere uitslagen geven dan de onvolledige bemesting met stikstof alleen. De potaschmésten leiden slechts dan alleen tot hél bekomen van de beste opbrengsten, wanneer de gronden genoegzaam voorzien zijn van stikstof, fosfoorzuur en kalk, t Is’daarom dat men gebruik zal maken, niet alleenlijk van polaschzouien, maar tevens van stikstof- en fosfaatmesten. De gewone sylviniet past overal, uitgenomen op zeer zware gronden, wier bovenlaag zoude kunnen verkorsten en ondoor dringbaar worden door de aanwending van sterke hoeveelhe- men den zoutachl.ge meststoffen. Op de zware gronden, geeft bijgevolg veelal de voorkeur aan het chloorpolassium. In de half-zware gronden wordt de sylviniet voordeelig toe gepast in den herfst of in den winter, in de verhouding' van 500 lot 1.200 kg. per hectare. Het chloorpotasch wordt gebruikt in de verhouding van 150 tot 300 kg. per hectare ook mag de maxima hoeveelheid ver hoogd worden voor de hoptuinen. De aanwending van chloorpotasch mag geschieden in de len te evenwel is het geraadzaam deze meststof minstens veer tien dagen vóór de planting of de zaaiïng toe te passen. Zij past op alle gronden en voor alle teelten, uitgenomen voor tabak. Voor de aardappelteelt raden wij het gebruik aan van rijke sylviniet, alhoewel de gewone sylviniet heel goed past, wan neer zij tamelijk vroegtijdg aangewend wordt. Wordt gebruik gemaakt van verdichte polaschzouien, dan zal men zijne toe vlucht nemen tot het chloorpolassium, doch het is wenschelijk het minstens zes tot acht weken vóór de planting der aardap pelen toe te passen, hi 'l algemeen past de Belgische landbou wer de polaschzouienevenals de Thomasslakken, een weinig te laat toe, De laattijdige toepassingen zijn vooral betreurens- waardig gedurende de droge jaren.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1927 | | pagina 16