4 Verbod en gedoogzaamheld in het Land van Poperinghe. II 1° Welke mannelijke planten worden er gedoogd of tijde lijk toegelaten In de hopgemeenten van het Land van Poperinghe worden er voorloopig enkele mannelijke planten gedoogd a) een enkele mannelijke hopplant per hoptuin of hömmel- hof van ten minste 1200 persen of 1200 opgaande draden Mogen er mannelijke planten staan BUITEN de hoptvinen of hommelhoven Neen. Immers in de hopgemeenten van het Land van Aalst' Assche, en van het Land van Poperinghe moet men al de man nelijke hopplanten uitroeien, die builen de hoptuinen staan, hetzij in de hagen, hetzij in de bosschen, hetzij in de hove- kens of lochtingen. Zelfs op de aanpalende gemeenten mag er, binnen een strook van een kilometer over de grenzen der hop gemeenten, geen mannelijke hopplant staan. WIE is er verplicht di" mannelijke hopplanten, huilen de hopticinen, uil te roeien 1° In de hopgemeenten van het Land van Poperinghe zoowel als van het Land van Aalst-Assche zijn de eigenaars en d" pachters verplicht de mannelijke hopplanten uit te roeien zoo wel in de bosschen als op de andere landen, waarvan zij met gelijk welk recht genot hebben. (Art. 2). 2° Dezelfde verplichting, om de mannelijke hopplanten uit te roeien, is opgelegd a) aan de burgemeesters, voor de gemeentelijke eigendom men b} voor de eigendommen van Slaat of Provincie aan de agenten of aangestelde van Waters en Bosschen, aan de ambtenaren van Bruggen en Wegen/ aan de 'ambtenaren van Staatsspoorwegen, Telefonen, Telegrafen en Buurtspoor wegen, aan de toezieners van de Provinciale banen. 3° In de gemeenten, die aan hopgemeenten palen, zijn de eigenaars en de pachters verplicht ook de mannelijke planten uit te roeien op alle gronden die op een kilometer langs de grenzen van hopgemeenten liggen. (Art. 2). In het Land van Poperinghe zijn hopgemeenten Rousbrug- ge-Haringhe, Slavele, Crombeke, West-Vleteren, Oost-Vleteren. Reninghe, Woesten, Elverdinghe, Boesinghe, Brielen, Dicke- busch, Kemmel. Westoutre, Vlamertinghe, Reninghelst, Pro ven, Watou en Poperinghe.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1927 | | pagina 8