Nieuwe hopsoorten uit zaad gewonnen 5 ten min van In alle hopstreken streeft men daarnaar om nieuwe hop soorten te vinden, die beter aan de ziekten, vooral aan den Valschen Meeldauw zouden weerstaan. Prof. Salmon, te Wye in Engeland, heeft er reeds gewon nen uit zaad. Prof. Hampp betracht hetzelfde, doel in zijn proeftuin te Huil in Beieren. Eenige ervaren boerenzoons van het Land van Poperinghe gaan het ook beproeven. Sommige buitenstanders zullen wel schokschouderen anderen zullen dit uiterst nuttig werk met het woordeken liefhebberij bestempelen. Maar onze vlij tige zoekers zullen toch zaaien en zoeken zonder zich om be knibbelingen te bekommeren. Voor onze eerste zaajïngen kunnen we enkel gewoon in- landsch zaad, vooral van onze Buvrinsche hop, ofwel vreemd zaad Kent (Engeland), Bohemen, Yougoslavie, Beieren en Ame rika benuttigen. Later zal bet mogelijk zijn lot kruising of hy- bridalie over te gaan. b) twee mannelijke hopplanten per hommelhof ste 2700 opgaande dradi n c) drie mannelijke hopplanten per hommelhof van ten min ste '1000 opgaande draden d) eter mannelijke hopplanten per hommelhof van ten min ste 0000 opgaande draden. (Art. 2" II .1.1// moeten de nrinmkens staan in het hommelhof De Kegeering heeft hier eene schikking aangenomen, vol gens de manier der Engelsche hopboeren om hun mannekens te plant n. Van af den I October 1926 mogen de mannelijke hopplan ten in de streek van Poperinghe alleenlijk staan op de buiten ste rij leiddraden of persen van liet hommelhof, langs den Zu.dkant, den Westkant of den Zuid-Westkant van den hom- meihof Die mannekens mogen maar aan één staak of aan één op- gaanden leiddraad vastgemaakt worden dus geen twee dra den voor eenen blok mannelijke hop. (Art. 5). 3" Mogen er mannelijke planten staan lil'I TEN hc-t hom melhof ‘l Neen, voor het Land van Poperinghe zijn verboden de man nelijke hopplanten buiten het hommelhof gelijk in geheel Bel gië. (Art. I en 5).

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1927 | | pagina 9