Is de Hoppekweek in gevaar? Fi4 die Dat weze het De berichten nit de hopstreken van BEIEREN melden dat de Duitsche hopplanters meer dan ooit vervaard zijn van den valschen Meeldauw, of de .aardappelplaag, die reeds verleden jaar den helft van den hopoogst te niet deed in Hallertau, de voornaamste Duitsche hoppestreek. Reeds in kleine mate ver toont zich opnieuw die vreeselijke ziekte der hop. De Duitsche landbouwkundigen Hampp en Merkenschlager waarschuwen de hopplanters dat die plaag, die over drie jaar ontstond, misschien van jaar tot jaar erger worden zal. In 1924 waren de bellen, of knops, der Hallertauer-hop alleenlijk rood of donkerbruin gekleurd, alhoewel er nog op de ranken geen ziekte-verschijnsel van meeldauw te zien was. In 1925 nam de ziekte toe en vertoonde haar grijze schim- meling aan de onderzijde der bladeren. In 1926 was de blok of. struik zelve aangetast het was een geduchte ramp voor den Beierschen hoppekweek. In plaats van 130.000 centenaren zakken van too pond) hop voort te brengen zooals in 1925, leverde geheel Hallertau in 1926 maar van 65.000 tot 70.000 centenaren. Neemt ge die 60.000 cente naren minder opbrengst maar aan 2000 fr. bet 100 pond, het verlies bedraagt 120.000.000 frank 1 Had die nieuwe hopziekte maar drie jaar noodig om uit te broeden in Duitschland, toch had zij een tijdverloop van vier jaar noodig om in ENGELAND tot het ergste punt te komen, in eenige hoptuinen. Welk verloop zal die ziekte moeten hebben in BEI.GIE, om hier zulk een ramp te verwekken In België zagen wij ook de roode ziekte vooreerst rondom Assche en Aalst in 1924; doch het jaar daarna verscheen de Valsche Meeldauw, met zijn grijze schimmeling hier en daar rondom Assche, terwijl wij rondom Poperinghe in 1925 reeds in 53 hommelhoven de verschijnselen dezer ziekte konden waarnemen, in 1926 nam de ziekte zulk geen .g.roote uitbrei ding omdat hét meestendeel der hopboeren fel gespuit hebben met Bordeleeschen pap. En toch brachten wij 10.000 tot 12.000 centenaren hop minder voort dan de normale opbrengst het geen een verlies van 12 millioen fr. voor ons land bedroeg. Gaat die ziekte nu ook in Belgie haren broeitijd uitgedaan hebben Reeds vertoonen zich hier en daar kranke krulscheu- ten in Assche en ook in Poperinghe. Zijn die krullemans, of paraplukens, de voorbode van een heviger uitbreiding van die nieuwe hopziekte Moest het weder beurtelings warm, en beurtelings vochtig wezen, zou de plaag niet ten volle doorko men en voortwoekeren fn tijd sproeien met Bordeleeschen pap wachtwoord van onze hopplanlers. A. DE j AEG HER.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1927 | | pagina 6