De Belgische Hopteelt 36 - Nürnberg, 8 Juli 1927. Joh. BARTH Sohn. vóór, tijdens en na den oorlog, (i) I Vóór den Wereldoorlog (1900-1914). (1) Verboden nadruk. In twee streken van België was, vóór den Wereldoorlog, de hopteelt de bron van welvaart, evenals de roem en de schoon heid van het gewest namelijk in het Land van Poperinghe (W. VI.) en in het Land van Aalst-Assche (O. VI. en Brab.'. Weliswaar had deze belangwekkende teelt, van 1892 tot 1904 een pijnlijke crisis te door worstelen, zoodat zij geen mer kelijke uitbreiding nam het Land van Aalst, dat zich beroem de het best bekend te staan bij de brouwers van het Oosten Belgt'é's hopteelt is sedert 1925 met 50 uitgebreid. De Vereenigde Staten van Amerika berichten ook van de Paciflc-kust een toename van 1025 tol 1230 hectaren. In Engeland echter zijn er meer dan 1000 hectaren hop min dan verleden jaar. Daaruit besluit J. Barth het volgende, dat ook voor onze Bel gische hopboeren te pas komt Het toenemen van de hopteelt in de andere landen kan, mis schien reeds bj den hopoogst 1927, onze hopboeren in ernstig gevaar brengen, wanneer zij niet de kwaliteit hunner produc ten verbeteren zoowel tijdens den groei als tijdens het pluk ken en het drogen. Onverzorgd geplukte hop, evenals slecht gedroogde hop zal moeilijk verkocht worden. Alleenlijk zal de verbeterde teeltwijze, evenals hel vóórtbrengen van hop van eerste kwaliteit, den Duitschin hopboer toelaten die over productie onschadehjk te maken. Eene wet om onze hop te beschermen zal op den duur de hopboeren, die minderwaar dige kwaliteit op de markt brengen, geen voordeel kunnen schenken.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1927 | | pagina 12