Wai kwaad fioei de Poods Viekzlekie 1 7 Paul LINDEMANS, I deb Staatslandbovw kundige voor de hopstreek van Assche. Daarna besproeit men, volgens de noodwendigheid, waar schijnlijk reeds binnen de drie weken, met Hordeauxsch'e pap die I kilo kopersulfaat per 100 liters water bevat. Vóór den bloei doet men een sterkere besproeiing, met pap die I kilo kopersulfaat per 100 liters water bevat. Als de bellen aan ’I. vormen zijn (te Poperinghe zegt men als de hommel knopt', mag men nog eens besproeien maar met zwakkere pap, die 3/4 tot 1 kilo kopersulfaat per honderd liters bevat. Wie normaal pappoeder gebruikt, zal handelen als volgt Voor de eerste bespruiting (na het aanbinden) 1/2 kg. pap poeder per 100 liters water. Later neme men 1 tot 2 kg. pappoeder en, juist vóór het bloeien, 3 kg. pappoeder per 100 1. water. Als de hop belt of knopt, neemt men alleenlijk 1 kg. tot 1 1/2 kg. pappoeder per hectoliter. Het normaal pappoeder is een bereid poeder, dat men enkel op te lossen heeft om gar pap te hebben. Maar let vooral hierop gedurende geheel den zomer al de zieke scheuten e-n al de zieke scheerranken aftrekken, verwij- d°ren en verbranden. Valt zij vroeg de hop aan, de opbrengst vermindert fel. Valt zij later de knops of bellen aan, de roodkleurige hopverliest haar kwaliteit, en ook haren prijs

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1928 | | pagina 11