wal ecu BraDamschB nopDoer scönjil. Een vooruitziende hopplanter heeft zijn Nicotine in voor de BLADLUIZEN PLAAG KOMT - 3 - De inschrijving wordt gesloten den 20 Mei. In een merkwaardig artikel, dat M. Louis Van Droogen- broeck, voorzitter van het Brabantsch Hopverbond, liet ver- schijnen in het tijdschrift Onze Hoeve, lezen wij onder meer Een feit is het dat de hop, binst den oorlog en korts daar na. Ie kweekkoslen met kon betalen vijf jaren zijn voldoen de geweest on de kuituur, die reeds in krisis was, met de twee derden te verminderen. Sedertdien nochtans heeft de hop den aanhoudenden kweeker weer rijkelijk beloond, en zoo heeft de kuituur opnieuw loegenomen, niettegenstaande de duurte der staken of ijzerdraadstelsels. In de streek van Poperinghe waar de hopteelt reeds vóór den oorlog om zoo te zeggen een nijverheid geworden is, vindt men dichtbije •ngeplaatste hopvelden, over verschillende hecta ren uilgestrekt, allen op ijzerdraad. De Belgische hopkultuur, die in de 19c eeuw uitgebreid was in West-Brabant en Poperinghe, heeft, na 1900, op de vreemde zoowel als op onze eigene markten veel van hare vroe gere faam verloren, zoedat onze hop door tal van brouwers ver beneden de vreemde hopsoorten gesteld wordt..'. Dit was enkel loe te schrijven aan de verbeteringen, en den toeneipenden vooruitgang, die er gedaan werd op den vreemde en die men hier verwaarloosde. Sedert is er een groole ommekeer ontstaan, doch veel hop boeren blijven d n vooruitgang nog ver achterna. Door d<‘ nalatigheid der planters,'die de. noodige middelen niet willen aanwenden om reeds lang gekende ziekten (zooals het Zwart en. de Schimmclzi-ktit of bijzonder nieuwe ziekten (Kanker en Perono'pora) te bestrijden, is de Belgische hop op nieuw diep g"vallen.... Niemand kan betwisten dat de hoedanigheid van onze pro ducten veel te wenschen overlaat, bijzonder de oogst van het RAAD, TEGEN DAT

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1928 | | pagina 7