II
I. De mannelijke hop in Vlaanderen.
.1
24
I
In veel hagen en bosschen groeit weelderig wilde hop, zoo
wel de mannelijke als de vrouwelijke plant. Weliswaar kweekt
de landbouwer van oudsher alleen de vrouwelijke hopplant,
die de geurige hopbellen voortbrengt. Maar hoe en wanneer
hebben hopplanters van het Westland mannekens in hun
hoinmelhoven gebracht Daarover deden we in 1896 langduri
ge opzoekingen in het stedelijk archief te Poperinghe, en bij de
oudste hopplanters van Poperinghe, Boeschepe en Belle.
Omstreeks het jaar 1855 had de landbouwer H. Vandewalle
te Berthen waargenomen dat zijn hoptuin, gelegen bij eene els-
haag waarin wilde mannekens groeiden, veel beter knopte en
zijn bellen vormde dan elders derhalve plantte hij in al zijn
hommelhoven eenige mannekens om de bevruchting van zijn
hopplanten te bevorderen.
Steeds trachtte hij zijn geheim te bewaren, toen in I860 zijn
geburen, die uit oorzake van'den Zwarten Roetdauw een mis
lukt gewas bekwamen, zich afvroegen hoe de boer Vandewalle
toch zooveel hop plukken mocht. Daar zij het raadsel ontsluier
den, gingen de huurlieden in de hagen en bosschen van den
omtrek alle mannelijke hopplanten opzoeken om ze in hun hom
melhoven aan te kweéken en ook een behoorlijk gewas te be
komen in geval van bladluizenplaag.
Geen wonder dat reeds in 1861-1862 vèel Roescheepsche en
Poperingsche hopboeren in hun hopvelden enkele mannekens
aanplantten, om een ruimer opbrengst te verzekeren vooral in
jaren van zwarten honigdauw of van witten schimmel.
Ten anderen had een Engelsche hopplanter uit het graaf
schap Essex reeds in 1804 dit reeds beproefd en waargenomen.
Omstreeks 1862 hadden zelfs Engelsche hophandelaars, die veef
Poperingsche hop kwamen aankoopen, onze hopboeren aange
maand mannelijke hopplanten in de hpptuinen te stollen.
Derhalve past het thans wel bondig te verklaren hoe de be
vruchting geschiedt. (Zie plaat 3).
Aangezien de hop een tweehuizige plant is, staan de man
nelijke bloemen (of meeldraadbloemen) op afzonderlijke plan
ten, die men alhier mannekens of mannelijke planten noemt,
elders soms onjuist wilde hop (fig. 1, 2 en 3) zoo ook staan
de vróuwelijke bloemen, die bellen vormen, op andere afzon
derlijke planten, die soms tamme of gekweekte hop heeten.