I I - I 25 Op de fig. 1 vertoont de weinig opvallende meeldraadbloem een vijfbladig bloemdek, met vijf meeldraden (S). Die manne lijke bloemen staan doorgaans gerangschikt in groote, zeer be weegbare, 'pluimen bij sommige variëteiten staan die plui men van mannelijke bloemen rechtop, gelijk de vierde plaat het vertoont voor de Oregon-hop bij andere variëteiten zooals de meeste Engelsche hopsoorten, hangen die pluimen neerwaarts gelijk kwastjes of pluimborstels. Doch omdat de helmknopjes (Plaat 3, fig. 3' aan zeer dunne helmdraadjes hangen, kan het zachtste windzuchtje het stuif meel in geheele wolken uitschudden. Plaat 4. Een scheerank van Oregon manneken, van boven Engelsche mannelijke hop, onderste tak. Iedereen kent het bloeisel, dat zich als fijne borstelkens (Brush, zegt de Engelschman) meestal in Juli vertoontdat is het uitgangspunt van de bel of vrouwelijke bloem. (Plaat 3, fig. 4). Daar immers hebben we een kegelvormende katje, waar, tusschen de schubben (Z>), een aantal stampers (stj vereenigd zijn die draadvormige stampers lijken als tuitbors leitjes en steken ver buiten de dekschubben uit. Naarmate het bloeisel zich ontwikkelt, neemt elke stamper- bloem den vorm van een volgroeide vrouwelijke bloem (Plaat 3, fig. 5) aan, met een stempel (s) en een vruchtbeginsel (o). ,-y-'7

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1928 | | pagina 13