i
I,
28
■i
I
makkelijk verspreiden onder het zeeklimaat, op minstens 50
kilometer van de kust. Dientengevolge heeft het Ministerie van
Landbouw de Engelsche hopplanters fel aangemaand tot het
planten in de hoptuinen van eenige mannekens, welke de'Staats-
landbouwschool Wye gratis aan de hopboeren van Kent, Sus
sex en Surrey levert.
Ten einde de kwestie der mannelijke hopplanten op te los
sen, heeft het Ministerie van Landbouw, den 21 October tot
eene bijzondere onderzoekscommissie samengeroepen M'
L. Baert, ondervoorzitter van het Hopverbond van het Land
van Aalst F. Callebaut, hophandelaar te Aalst A. De Jaegher,
Secretaris van het Hopverbond van het Land van Poperinghe
A. Henry, algemeen bestuurder bij het Ministerie van Land
bouw H. Van den Schrieck, voorzitter van den Belgischen
Brouwersbond A. .1. Van de Velde, bestuurder van de Hooge-
school voor Gistingsnijverheden L. Verhelst, hoogleeraar in
het Brouwerijvak aan de Hoogeschool te Leuven Ch. Ver
meulen, hophandelaar te Brussel en Jos. Veys, hophandelaar
te Vlamertinghe-bij-Poperinghe.
Deze commissie heeft de eer aan de goedkeuring van den
Heer Minister van Landbouw de volgende voorstellen te onder
werpen, welke eenstemmig aangenomen worden
1°) Het aanplanten van mannelijke hop blijft verboden in
België.
2°) Nochtans, om reden van het zeeklimaat evenals in Enge
land, en om een voldoende opbrengst te verzekeren door het
voorkomen van erge besmetting door roetdauw en schimmel
ziekte, zal er een beperkt getal mannekens gedoogd worden in
de hopgemeenten van de rechterlijke arrondissementen Veurne
en Yperen.
Doch, aangezien het stuifmeel der mannelijke hop door den
wind minstens drie kilom. verre kan verspreid worden aan
gezien volgens de waarnemingen van de Fransche deskundi
gen Béhague en Ducloux, twee mannekens per hectare voldoen
om een gedeeltelijke, doch doelmatige bevruchting der hop te
bekomen mag derhalve het getal mannelijke planten volgen-
derwijze beperkt worden één enkele mannelijke plant per
hoptuin van minstens 1200 staken of opgaande leiddraden twee
mannelijke planten per hoptuin van minstens 2700 staken of
opgaande leiddraden drie mannelijke planten per hoptuin van
4000 staken of opgaande leiddraden vier mannelijke planten
per hoptuin van minstens 6000 staken of opgaande leiddraden.
Anderzijds behoort aan de eigenaars en de pachters de ver-