I »3ê in Overtredingen en strafbepalingen. Besluit. In het belang der Aalstersche en der Poperingsche hopboe- ren heeft de Regeering het behouden van mannelijke hopplan ten wettelijk geregeld. De Poperingsche hopboeren behooren wel te begrijpen dat dit behoud van enkele mannekens alleenlijk bij gedoogzaam- heid toegestaan wordt, die alle dage zou kunnen weêrroepen worden, als de hopboeren zich niet willen schikken naar de wet. Niet meer mamiokens planten dan er toegestaan zijn Die mannekens op de aangewezen plaats stellen en niet el ders Dat zal en moet uwe leuze en uwe gedragslijn zijn. i A. Welke zijn de voornaamste overtredingen 1° Overtreding van art. 2 indien men buiten den hoptuin mannelijke hopplanten kweekt, ofwel b) wilde hopplanten laat groeien in hagen, bosschen, enz. 2° Overtreding van art. 1 indien men mannelijke hopplan ten in den hoptuin kweekt in het Land van Aalst. 3° Overtreding van art. k indien men meer dan het toege staan getal mannekens kweekt in een hoptuin der Poperingsche streek. 4° Overtreding van art. 5 a) indien de mannekens binnen het homnrelhof staan b) indien zij aan den noord- of den oost kant op de buitenste rij staan. G. Welke zijn de strafbepalingen Volgens art. 7 van het K. B. 2 Mei 1887 worden de overtre dingen gestraft met een boete van 5 tot 15 frank, die thans ver- liendubbeld wordt. In een pershommelhof d. w-. z. een hoplochting met gewone persen of staken, zooals in hel Land van Aalst is het de bui tenste rij persen. In een keperhommélhof, of hoptuin op ijzerdraadleiding (zie de flg. 5'. is hel de rij leiddraden die komt naast den buiten kant bij de schuine sluipke.pers. Zoo wordt een keperhommel- hof rondom afgebakend door eene reek stuipers en trekkers (schuinstaande kepers). Zoo werd in de commissie te Brussel besproken, 21 October 1925.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1928 | | pagina 20