De hopoogst te wege
over de wereSd.
i
faai* i
I
42
DÜITSCHLAND.
TSCHECHOSLOWAKEI.
JOEGOSLAVIË.
OOSTENRIJK EN ANDERE LANDEN.
brengst der duitschè hopvelden
naren.
Dat. land kent ge beter onder den naam van Bohemen het
bevat drie hopstreken, namelijk Saaz, Auscha (met. Dauba-
Raudnitz) en Monravië.
De opbrengst wordt vermoedelijk geraamd op 175.000 tol
180.000 centenaren. De pluk der vroege soorten valt.minder uit
dan men verwacht heeft ;fdoch de late soorten zullen waar
schijnlijk grooler beschot geven.
3730 hectaren hop,
5650 hectaren hop,
In de laatste drie jaar heeft de hopcultuur zich uitgebreid in
Beieren, Baden en Wurtemberg dit jaar mag men rekenen
op 15.000 hectaren tegen 12.400 over drie jaar.
Over veertien dagen schatte het Duitsch Hopverbond de op
brengst der duitschè hopvelden op 152.000 tot 157.000 cente-
De overige hopstreken der Donnaulanden zouden 2.500 cen
tenaren opbrengen tegen 3.000 in het verleden jaar.
In deze hopstreek heeft de hopteelt een buitengewonen om
vang genomen zoowel in het Land van Voïvodina als in Slo
venia
in 1925 waren er
in 1926 waren er
in 1927 waren er 10900 hectaren hop.
Terwijl dit land alleenlijk.52.000 centenaren opbracht in 1925.
wierp het meer dan 100.000 centenaren op de markt in 1927
en het product was van goede kwaliteit 1
Het Hopverbond van Noyi-Sad raamt de opbrengst voor 1928
op 120.000 tot 125.000 centenaren.