8 I i Stalmest en andere organieke meststoffen moeten steeds den grond slag vormen eener goede oordeelkundige bemesting. Aangevuld door passen le hoeveelheden scheikundige meststoffen, verzekert men eene regelmatige gepaste voedselvoorziening der plant. "Wegens de groote moeilijkheden om stalmest te gebruiken, kan men het vervangen door wolafval, pelskens, ruwe guano’s, raapkoe ken, ricinimus en dergelijke. Weliswaar zijn die stoffen duur in prijs, in vergelijking met de scheikundige meststoffen, als men alleen als waarde berekent de graden stikstof, fosfoorzuur en potasch, doch men vergde niet dal de humus die voortgebracht wordt, ook waar de heeft en dat die meststoffen er noodig zijn om de goede natuur van den grond te bewaren. Zelfs is gebleken dat die meststoffen de hoedanigheid der voort brengsels sterk bevorderen. Kan men om de drie jaar cone goede stalmestbemesting toedienen dan kunnen zij achterwege blijven. Proeven en onderzoekingen welke met de stikstofmesten gedaan zijn geweest, hebben bewezen dat ouder al de stikstofmesten Ureum de kwaliteit het meest bevoordeeligt. Groote hoeveelheden stikstof verminderen de kwaliteit der hop en maken de plant meer vatbaar voor de ziekten zulks is vooral het geval als er gebrek is aan potasch en kalk. Algemeen zijn alle vakkundigen er mede’t akkoord (Früwirth, Doerell enz.) dat men niet meer dan 25 gram stikstof per -plant moet of mag geven. In koude gronden zal die hoeveelheid weliswaar meermaals ontoereikend zijn. Die hoeveelheid stemt overeen met 62.0 kgr of graden stikstof per Ha als wij 2500 planten rekenen per hectaar. Fosfoorzuur is samen met potasch onontbeerlijk voor het bekomen van lupulinrijko hop. Daar het fosfoorzuur moeilijk in den grond beweegt is men altijd verplicht meer fosfoorzuur te geven dan zou noodigschijnen. Als normaal middelmatige hoeveelheden kunnen ofwel 400-500 kgr. superfosfaat of 600 lot 700 ijzerslakken per Ha aangewend worden. In Bohemen bestatigde men bij het aanwenden van zelfde hoeveel heden stalmest, stikstof en potaschmest, door 't bijgeven vau300 600 900 Kgr ijzerslakken opbrengst vermeerderingen van 300 450 - 700 Kgr bellen. Een bewijs betreffende de noodzakelijkheid der fosfoorzuurbeme.-j- ting.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1931 | | pagina 10