46 Zachte harsen °/0 7.8 8. 9.17 9.85 8.15 8.82 Stalen 1 2 3 4 5 6 het ónmogelijke te doen om de hopcultuur uit haren benarden toestand te redden. In allo geval is het waarschijnlijk dat er eerlang eene oplossing zal gevonden zijn. M. Brutsaert besluit met eenen dringenden oproep tot de brouwers, die zoowel uit nationaliteitsgevoel als uit eigen in terest het hunne zullen bijdragen om de ingang zijnde wer king te steunen, ten bate der cultuur en tot groot voordeel der brouwerij zelf. Er werd dan overgegaan tot het onderzoek der tentoonge stelde stalen. Zooals naar gewoonte werden die stalen geno men uit de zolders en weerspiegelen dus trouw de hoedanig heid der voortgebrachte hop. «In 't algemeen was de kwaliteit beter dan men verwacht had. Het plukken laat in vele gevallen nog to wenschen toch is er vooruitgang. Er werden 7 eereprijzen toegekend en het beste lol was dat van M. Marcel Top te Proven, die een overschot ter tentoon stelling verkocht heeft aan 500 fr. De aandacht werd vooral getrokken door de hop voortgebracht door de Proefstatie te Watou. De opbrengst werd gekocht door het Consortium Beige des Brasseries. Het is waarlijk opmerkenswaar dig dat men vanaf het eerste jaar tot zulke uitslagen is gekomen. De opzoekingen liepen over bemesting, alsmede over 1° het vereenzelvigen en afzonderen van stammen of liniën in de Buvrinsche hop 2° het kweeken van bastaarden afkomstig van St Ulriks-Kapelle 3° het aclimateeren van vreemde soorten, afkomstig uit Enge' land en van het vasteland. Daarenboven werden er vreemde en inlandsche soorten besto ven met stuifmeel afkomstig uit de streek en beschikbaar gesteld door de landbouwhoogeschool van Wye in Engeland. Die vereenzelviging en afzondering van liniën bij de Buvrinsche hop schijnt zeer belangrijk. De ontledingen die reeds vóór de ten toonstelling gedaan werden, gaven volgende uitslagen

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1931 | | pagina 6