Waar ZBjra wij met de verbetering
cto Poperingsche hop
5
U. S.
o*
Als fosfoorzuurmesten neme men bij voorkeur ijzerslakken of
Fertiphos men houde rekening met het gehalte. Als potaschmest
worde gerust chloorpotasch 400 aangewend deze meststoffen
worden bij wintorbeploeging ondergowerkt.
Als stikstofmest, liefst in Maart-April bij de lentebeploeging
in te werken, gebruike men ammoniakale of nitrisch-ammonia-
kale meststoffen. Snelwerkende stikstof geve men gebetirlijk. in
zeer kleine hoeveelheid, in Juli of begin Oogst.
Het zal voorzeker de hopplanters interresseeren door een kort
overzicht te vernemen wat er in drie jaren tijds in de streek
van Poperinghe verandeid is.
De verbetering der hop kan onder twee opzichten onderzocht
en voorgesteld worden.
Ten eerste voor wat het uiterlijke der hopbellen betreft
Volgens Prof, en Mad. Moreau is de dichtheid van de hop-
bellen een voornaam criterium ter beoordeeling der hopi Übor
'hunne opzoekingen van 1920 hebben zij ten volle bewezen dat
de waarde van de hop stijgt naarmate de dichtheid van de bel
len verhoogt. Moreau beschrijft als volgt wat er door de dichtheid
van de hopbel moet verstaan worden Eene hopbel of graat
ervan is des te dichter naarmate de lengte kleiner is en het
getal inplantingen van de schubben grooter. De hopbel is meer
gesloten. Van twee hopbellen met hetzelfde getal schubben,
is deze het meest gesloten waarvan de graat de kortste' is. V3n
twee graten met dezelfde lengte is deze het dichts die het
grootste getal inplantingen van schubben vertoont. Meer bepaald
is de dichtheid van eene hopbel of van eenen graat, de waar
de der verhouding 10 n/1, waarin n het getal inplantingen van
schubben verbeeldt, t. t. z. het getal tanden van den graat en
1 de lengte van den graat. De vermenigvuldiger 10 wordt bij
gevoegd om de breuken van cijfers tot heole getallen af te
ronden”