11 men Buvrinnes (1) Buvrinnes (2) Hallertau Wolhynie Tettnang Fuggios Schwetzingez Spall Buvrinnes Fuggles xf Hallertau Saazer "X Tettnang Schwetzinger Wolhynie Spalt Totale harsen 13.20 13.79 13.36 13.87 13.87 14.46 14.66 15.81 Humuloon 3.7 5.8 5.1 5.7 5.6 5.0 4.8 5.5 tentoonstel Hug te Poperingho. (2) Hop gegroeid met organische bemesting. Ontledingen gedaan in do brouwerijschool te Moihenstephan 100 deolen droge stof vindt In hexaan oplospare harsen o/o 11.90 11.08 12.41 11.44 11.39 13 35 12.85 14.37 (1) Gemiddelde van vijf stalen genomen uit de baaltjes ter hop- 300 kgr. 262 kgr. 290 kgr. 210 kgr. 209 kgr. 182 kgr. 180 kgr. 151 kgr. Dal de ontwikkeling, het weerstandsvermogen tegenover de ziekten, en het rijpheidstijdstip zeer verschillend zijn is licht om begrijpen. Ontwikkelen het krachtigst de Saazer, Wolhynie, Sehwetzin- ger en Tettnang, dan komen de Fuggles en Spalt, gevolgd door Hallertau, en de Buvrinnes is de minst felle groeier. Onder opzicht van weerstandsvermogen tegenover do ziekten komen Buvrinnes en Fuggles vooraan, terwijl al de andere soorten nagenoeg oven vatbaar zijn. Vooi'wat de rijpheid betreft moet er op gewezen worden dat er in vele soorten vroege, middel vroege en late typen zijn. Te Watou zijn de Saazer, Wolhynie, Hallertau en Spalt het eerst rijp, dan komen de Schwetzinger en Tettnang, gevolgd door de Fuggles, en laatst de Buvrinnes. Onder opzicht van gehalte aan nuttige beslanddeelen geeft de ontleding van hot laatste jaar, volgende zeer interressante uit slagen. In per honderd op

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1935 | | pagina 15