heer Hardeman, dircktcur van het Hopinstituut, zouden reeds meer dan twee derden van de aanplantingen uit Hallertau bestaan. Hoe wel in Popcringe zeker goede Hallertau wordt voortgebracht, is de ze variëteit er minder bedrijfszeker dan te Aalst. De opbrengsten zijn er ook lager. Het is dan ook niet zonder belang dat op het Proefstation te Poperinge wordt gezocht naar een variëteit met rui me afzetmogelijkheden, welke daarenboven goed gedijt in de streek. 2) De strijd tegen de mannelijke planten was vroeger, spijts de terzake bestaande wetgeving, helemaal onvoldoende. De vooruitstrevende planters waren dikwijls het slachtoffer van geburen die zaadhop wil den, gezien de hogere opbrengsten bij zaadvorming. In 1955 en -54 werd in alle hopgemeenten een grote kampagnc gevoerd voor de vernietiging van mannelijke en wilde hopplanten. Op initiatief van de Gouverneur der Provincie werd door aanplak- en omzend brieven een oproep gericht tot alle inwoners van de hopgemeenten om daadwerkelijk mee te werken tot algehele vernietiging van de ongewenste hopplanten. Deze aktic kende groot sukses. Dc afne mers erkenden dat de Poperingse hopoogsten 1953 en -54 zeer goed waren op gebied van zaadgehalte. 3) De hopaanplantingen te Poperinge zijn groter (70-80 a gemiddeld) dan in het land van Aalst (20-25 a). De bcdrijfsoppervlakte is er eveneens groter. Het voordeel van grotere aanplantingen is dat dc outillering er beter is. Dc droogtcchnick is inderdaad te Poperinge beter dank zij de betere eesten. De kleine planter daarentegen kan het groeiend gewas zorgvuldiger bijhouden en heeft ook sterkere kontrole op dc oogst. Dit verschil tussen de twee groeistreken heeft eveneens een aandeel in het kwalitcitsonderscheid. De fijnste kwa liteiten van de grote planters-specialisten komen bij deze vergelijking niet in aanmerking. Alles samengenomen pleit deze vaststelling niet voor verbrokkeling van de aanplantingen bij eventuele marktorde ning betekent de afzet van kleine partijen wel een zekere moeilijk heid die niet mag over het hoofd gezien worden. 4) De grotere spckulatieve geest te Poperinge heeft meerdere malen ver waarlozing van de kwaliteit aangemoedigd. De Aalstersc boer ver koopt zodra hij, de vigerende konjunktuur in acht genomen, een redelijke kans krijgt, 'l’e Poperinge wordt alleen vlot verkocht in dien de prijzen interessant zijn. In het ander geval wordt gewacht naar een betere markt. Aksentueert dc vraag zich, dan wordt de laatste, d.w.z. de minst goede hop best verkocht. Blijft het prijzen- niveau laag, dan is iedereen terecht mistevreden. Door lange bewa ring is de hop niet verbeterd want de boer is niet geëquipeerd voor hopstockcring. Dc twee zwakste punten van de Poperingse hopteelt, variëteit en zaadgehalte, zijn de laatste jaren flink verbeterd. De produktie van kwali- teitshop neemt dus toe. Op die manier herwint dc Poperingse hop haar faam, waardoor ze eeuwenlang een gegeerd produkt in het buitenland is geweest. 94

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1955 | | pagina 35