7.0 7.0 pH van de grond van Streek 17 6.0 7.0 lager dan 5.5 van 5.6 tot 6.0 van 6.1 tot 7.0 hoger dan 7.0 Deze cijfers de helft van - 5.0 5.0 5.5 5.6 6.0 6.1 6.5 6.6 7.0 van beide van /’opcringe pH 11 SO uit de streek van Aalst, met hun zuurheidsgraad werden door de Bodem- kundige Dienst van België te lieverlee volgende vaststellingen gedaan De velden werden volgens hun opbrengst in twee groepen verdeeld een eerste groep waarvan de opbrengst goed tot zeer goed kon geheten worden en een tweede groep waarvan de opbrengst gelegen was tussen slecht en mid delmatig. In onderstaande tabel wordt de pH toestand voor elk groepen afzonderlijk aangegeven. Aantal velden per pil klasse uitgedrukt goede tot zeer goede hopvelden (per 100) 9.4% 15.6 34.4 40.6 1.4% 22.8 17.2 12.4% 19.3 26.9 Er bestaat dus een groot verschil tussen beide gewesten. Kond Aalst komen nog talrijke hopvelden voor die te zuur zijn, sommige zelfs sterk zuur. In de streek van Poperinge is de grond veel alcalischer en er dienen slechts zeer weinig hopvelden bckalkt te worden. Een ander vraag is nu nog: welke kalk gebruiken en hoeveel? Het antwoord op deze vraag hangt in de eerste plaats af van de toestand van de grond zelf. Een grondontlcding geeft U hierop een juist antwoord. Op gronden waar gevaar bestaat oor magnesiumgebrek geven wc de voorkeur aan magncsiumhoudende kalk. Indien geen gevaar bestaat voor magnesiumgebrek volstaat gewone landbouwkalk ot mcrgelkalk. Het komt er verder op aan niet te veel kalk in één maal te gebruiken, en de kalk zo vroegtijdig mogelijk, bij het begin van de winter, toe te dienen. i'i slechte tot middelmatige hopvelden (per 100) 60.0 13.3% 20.0 6.7 vergen geen verder kommentaar. Merkelijk meer dan de slechte tot middelmatige hopvelden die in de streek Aalst voorkomen vragen een bekalking. Om zich een beeld te vormen van wat er nog te doen is, geven we hieronder de reaktietoestand velden uit onze beide hopstreken. (Dokumcntatic Bodemkundigc Dienst van België). Streek op gebied van bekalking aan van de hop- van Aalst pil

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1956 | | pagina 18