86 2. BEDRIJVEN VAN 1 HA HOPPE. a) Min dan 5 ha 4 bedrijven. Op deze 4 bedrijven werken 5 familiale arbeidskrachten tegenover 3 vreemde. Op 100 familiale is dit 60 vreemde. Deze planters kan men evenredigheid met hun bedrijf zijn er die abnormaal weinig hoppe telen. Waarom Voor sommigen is het bedrijf groot genoeg om het gezin te werk te stellen. Moesten zij hun hop uitbreiden dan zouden zij beroep moeten doen op een vreemde arbeidskracht. Daarom houden ze liever niet meer hop, omdat zij die last niet durven opnemen. Anderen hebben niet de geschikte uitrusting en durven het risico niet nemen. De verliezen treffen hen niet zo zwaar daar zij een bron van in komsten hebben uit hun andere teelten. Al is de financiële nood niet zo dringend als bij de kleinere toch is het niet verantwoord al de modernste uitrusting te bezitten als de be bouwde oppervlakte hop beneden 1 ha valt. Voor hen is coöperatie min der geschikt omdat hun nood niet zo groot is. Indien de ekonomische toestand verbetert is het hen geraden hun hop uit te breiden en de nodige technische verbeteringen aan te brengen. c) Bedrijven van 15 ha. Tot deze categorie behoren 17 planters. Deze stellen 28 familiale arbeidskrachten te werk tegenover 13 vreemde arbeidskrachten. Op 100 familiale 46 vreemde arbeidskrachten. Voor de tewerkstelling van vreemde is deze categorie veel interessanter dan voorgaande. Door het feit dat dezen het meest lonen uitbetalen begrijpt men dat zij best het probleem van hoge lonen aanvoelen. Somtijds is hun hopveld te klein om door aangepaste mechanisatie dc lonen te beknotten Daar deze personen in tamelijk gunstige financiële positie zijn (de winsten op de landbouwteelten kompenseren meer dan verliezen in de hopteelt) moeten zij het risico durven nemen, uitbreiding te geven aan hun teelt en dc gewenste mechanisatie door te voeren. Het is een uitzondering maar toch noemenswaardig dat een land bouwer van meer dan 20 ha minder dan 0,5 ha hoppe kweekt. Deze ver houding kan niet goed zijn, want hoppe kan moeilijk goed verzorgd wor den en renderend uitgebaat. De aandacht voor de hop wordt rap afgeleid door de zorgen die zijn andere teelten vragen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1956 | | pagina 15