b) Van 5 tot 15 ha: 24 bedrijven. c) Meer dan 15 ha 39 planters. de 87 en de voldoende opper en materiaal te werken, primahop voort te brengen. Do In deze groep bevinden zich 39 planters met een tewerkstelling van 69 familiale arbeidskrachten tegenover 53 vreemde of op 100 familiale 76 vreemde. Hier worden de hoge lonen het sterkst aangevoeld, maar door hun grootbedrijf kunnen zij het best de verliezen dragen. Deze planters kunnen het best hun bedrijf rationaliseren en mechanisatie tot het uiterste doorvoeren om de lonen te besparen. zijn hop omdat dit zou moeten zijn. Hij zal dan ook zoveel de hoogste waarde te bekomen. Hij zal niet ophouden Deze gemiddelde bedrijven stellen 42 familiale arbeidskrachten te werk tegenover 14 vreemde; of op 100 familiale arbeidskrachten 33 vreem de. Dit is 17 meer dan op de bedrijven van ongeveer dezelfde grootte maar met min dan 1 ha hop. Het probleem van de hoge lonen laat zich hier meer gevoelen omdat de werkelijk uitbetaalde lonen hier groter zijn en de fictieve lonen ook groeien. De financiële toestand van deze planters vlakte hop laat hen toe met moderne uitrusting Zij verkeren dus in een goede positie om verliezen geleden bij de hopteelt worden gekompenseerd door de winsten uit hun andere teelten. Veel familiale arbeidskrachten worden hier tewerkgesteld en schijn baar weinig vreemd personeel. Deze bedrijven zijn dikwijls niet groot ge noeg om nog een vaste arbeider meer te werk te stellen. Vooral tijdclijke en gelegenheidsarbeiders komen hier in aanmerking. moeilijk bij de landbouwers rekenen, omdat zij nog een bijberoep uit oefenen waaronder caféhouder, kolenhandclaar, varkensmestcr. De grond wordt zo intensief mogclijk uitgebaat. De belangstelling van deze planter gaat vooral naar zijn hop omdat dit voor hem een zeer belangrijke bron van inkomsten mogclijk kwaliteitshop telen om zich zo goed mogelijk inrichten op technisch gebied en te zoeken om de lonen tot een minimum te herleiden. Opeenvolgende verliesjaren kunnen hem zwaar treffen tenzij uit zijn bijberoep belangrijke winsten voortspruiten. Deze bedrijven kan men niet familiaal noemen omdat zij proportioneel veel vreemde arbeidskrach ten tewerk stellen. Hun bijberoep is minstens even waardig als hun hoofd beroep.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1956 | | pagina 16