zien 111 bonden en waarboven nog een schelpvormigc opening is. Zodoende valt veel licht in het midden en is het schilder- en stucwerk van de midden- beuk zeer duidelijk zichtbaar. z\ls ik zeg stucwerk dan bedoel ik daarmee een ragfijn kantwerk in plaaster, allerhande figuren en versieringen die te gen de pijlers en tegen het gewelf zijn uitgewerkt, kortweg iets wat al leen een meester stucadoor als de broer van Zimmerman dat kon. De schilderingen op het gewelf beschrijven gaat met. Er staat zodanig veel dat slechts hier en daar iets ons oog kan treffen. Zo zien we recht boven het koor de voorbereiding tot het laatste oordeel een ledige troon, daar boven Christus hoog op een regenboog gezeten en de aartsengelen die ge reed staan met de bazuinen in de hand om de mensen op te roepen tot het oordeel. Achteraan boven het orgel ziet men de gesloten hemelpoort die wacht om de uitverkorenen te ontvangen. Het geheel geeft de indruk van te staan afgebeeld hoog tegen de heldere hemel, ver bosen het mensc- lijk gedoe. De kleuren van deze fresco’s zijn zo teer en zo goed harmoniëren ze dat men uren nacen ernaar zou kijken. Overal vindt men schoonheid, teveel om alles, wat wc m ons kort bezoek zagen, te onthouden. Vergeten we ten slotte de kansel niet, een ontwerp van architect Zimmerman zelf en een meesterwerk op zichzelf ook. Alleen een foto kan er U een vage gedachte van geven. Geheel de kerk is een ruimte met licht, gekleurde stucco, verguld sel en frescoschilderingen kortom een meesterwerk. En als wij wegrijden van de Wieskerk en nog eens omkijken dan wij achter ons het witte kerkje met donker schaliedak dat dezelfde lijn heeft als het wazig blauwe gebergte op de achtergrond. Een uurtje later maakten wij halt aan das Linderhofeen kas teel van Lodewijk II van Beieren. Deze vorst die in 1886 op een geheim zinnige manier verdronk in het Starnbergermeer, bouwde een ganse reeks schitterende kastelen, gaf opdrachten aan kunstenaars en verzamelde kunst schatten. Hij had weinig oog voor staatszaken en wist geen maat te hou den met uitgaven als het kunst betrof. Zo hebben wc hier een van zijn kastelen dat wc, spijtig genoeg, niet konden bezoeken bij gebrek aan tijd. Alleen in de tuinen konden wij rond wandelen en soms door de ramen een glimp opvangen van de sprookjes achtige pracht binnenin. Doch de tuinen reeds, met hun fonteinen en watervallen, getuigen van schoonheidszin. Hier en daar stond een mar meren beeld, een kopie van een Griekse Venus, of een beeld van Lode wijk II zelf. In de vijvertjes waren bronzen beelden aangebracht, die dienst deden als fontein. Te 12 uur gingen alle fonteinen aan het spuiten. Voor de ingang schoot een brede waterstraal van meer dan 10 meter de hoogte

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1956 | | pagina 24