f van P. V. 113 De Benediktijnerabdij van Ettal. Volgens de legende, werd ze in de XIV' eeuw opgericht door de Duitse keizer Lodewijk, uit dank voor een bekomen gunst. Men vereert er eveneens een wonderbeeldje, dat zich boven het hoofdaltaar bevindt. Het is een klein marnieren madonnabeeld van een 30-tal centimeter hoog te, ook een meesterwerk waar de innigheid te lezen is op het gelaat de Moeder die haar god kind beziet. In de loop der tijden werd de kerk verschillende keren door brand of door oorlogen vernield en telkens werd ze in een nieuwe stijl weer opgebouwd. De huidige bouw dateert uit de XVIII' eeuw, zoals de Wies- kerk. De binnenzijde van de koepel is ook een schilderij. Als motief dient het woord van de profeet Isaïas Hier ben ik met mijn kinderen. Wij zien een voorstelling van de hemel met de Heilige Drievuldigheid en tal van Heiligen de zegevierende Kerk. legen de wanden zijn een zestal altaren aangebracht met grote schilderijen erboven, die taferelen voorstellen uit het leven van heiligen. Vooraan in de kerk, afgescheiden van het schip, bev indt zich het koor van de monniken, die juist de vespers zongen toen wij er binnenkwamen. Weer was de tijd beperkt, want er restten nog veel kilometers af te leggen, alvorens wij ons hotel in Augsburg bereikten en daarbij die zelfde avond moesten wij de trein op, terug naar het verre België. Zo keerden wij dan weer van onze korte, maar zeer interessante reis in het gebied van de Hallcrtau, en iedereen was het er mee ccns dat het heerlijk was en iedereen zei 'l ot volgend jaar I

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1956 | | pagina 26