119 van Rode rcgcnnccrslagcn bevorderden in sommige velden het optreden van Pseudo- Peronospora (plaag). De nattigheid van de bouwlaag verminderde in augustus de doelmatigheid der besproeiingen. De meeste planters pasten de koperbesproeiingcn zorgvuldig toe en gelukten erin de verdere ontwikkeling van de Pscudo-Peronospora tegen te gaan. Nauwgezette hopkwekers hebben volgend sproeischcma met koper zouten uitgevoerd in april éénmaalin meiéén of tweemaalin juni drie- of viermaal in juli vier a zesmaal in augustus vijf a zevenmaal in september: één of tweemaal. In totaal dus 15 a 22 besproeiingen (Ilal- lertau, Tettnang, Saaz). In sommige gevallen werden maar 10 a 15 besproei ingen uitgevoerd. STEELZIEKTE. l ot op het einde van de eerste weck van sep tember waren nog maar weinig bellen aangetast. Op 8, 9 en 10 september echter heeft de ziekte een buitengewone uitbreiding genomen en zeer grote schade aangcricht, voornamelijk in de HallertauvcldcnVoor sommi ge velden bedroeg de schade 20 a 30 De andere zvvamzickten traden lijke gevallen werd de aanwezigheid maar sporadisch op. In uitzondcr- van de echte meeldauw (Sphaerotheca humuh) gekonstateerd, voornamelijk bij de variëteit Northern Brewer, als gevolg van overdreven stikstofbemestmg. INSEK'l I N Weinig insektenschadc. Het optreden Spin bleef beperkt en richtte geen noemenswaardige schade aan. De aanwezigheid van bladluizen werd eveneens, zoals ieder jaar trouwens, opgemerkt. Geen schade. Aardvlooien traden op in het begin der maand mei en in de tweede helft van augustus (zomcrgencratic). Dank zij de doeltreffende insekticiden waarover wij thans beschikken, kon de uitbreiding van voornoemde scha delijke insekten onmiddellijk worden stopgezet. Veelvuldige toepassing van de svstcmischc insekticiden in de hop teelt. Fosfoorzurc esters en D.D.T. worden hier en daar nog gebruikt bij de bestrijding van bladluizcnlarvcn en aardvlooien. Oogst. De pluk begon op 5-6 september, in uitzonderlijke gevallen op 3 sep tember, wat natuurlijk te vroeg was (hop nog niet rijp). Het hipulincgc- halte van de hop die tijdens de week van 3 tot 8 september geplukt werd, was zeer laag. Aanzienlijke gewichtsverliezen bij het drogen. Voor het be komen van één kg droge hop had men 6 kg en meer groene hop nodig' (normaal 4,250 kg). Lichte verbetering tijdens de tweede week, zonder nochtans de toestand als zeer goed te mogen beschouwen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1956 | | pagina 32