2 de Belgische hoppluk- I. VARIËTEIT HALLERTAU St.-Ulriks-Kapelle St.-Ulriks-Kapellc Ercmbodcgcm de ten toon de welstand 69.5 68,5 67,5 Ere Prijzen 1. Van Droogenbroeck Gebroeders 2. De Wael J.B. 3. Vanden Steen Gaston Tot slot bracht G. Brutsaert de zustcrgroct uit Poperinge. Wij wensen de hopplanters uit Asse-Aalst proficiat met de bekomen resultaten in 1956 en hopen dat dit jaar de deelname aan stelling nog groter weze, ter bevordering van de kuituur en van de hopplan tersgezinnen. Ing. Allaeys behandelt dan de werking van machine, die werkelijk de beste is in de wereld. Uit zijn betoog mag men besluiten dat deze machine de reddende engel zal worden voor de planters. Rijkslandbouwkundige Ing. Verhelen geeft eveneens zijn beschou wingen over de hopkultuur, de kwestie invoer-uitvoer, de jaarlijkse tel lingen, het drogen en de toekomstmogelijkheden voor de Belgische hop kultuur. D.V.T. Rijkslandbouwkundige Ing. Verhelen G. Brutsaert, voorzitter van het Verbond der Hopplanters Gewest Popcringc Ing. Allacys, ontwerper en konstrukteur van de hopplukmachineDe Maeseneir, opziener B B en Van Oosterwyck, sekretaris van het Verbond. Professor Isebaert geeft een zeer interessant overzicht van de hop kultuur in de wereld en de positie die dc Belgische planters hierin mo menteel innemen. Hij durft vooruitzetten dat dc Belgische kwekers dc toekomst niet hoeven te vrezen, indien zijn een ehtekultuur uitbouwen, door bij de aanplanting de beste variëteit te kiezen en door hop te kweken met een bitterheidsvermogen van ongeveer 7 met een fijn aroma in het bier. Daarenboven moet er absoluut naar gestreefd worden, door ecu aangepaste plantwijze, de natuur en de mechanisatie in dc hand te werken. Het probleem der sterfbellen wordt door spreker eveneens aan gesneden. Aan de hand van de onderzoeken, kan men positief reeds zeg gen wat de sterfbellen niet zijn, doch men tast echter in het duister over de oorzaken van hun ontstaan.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1957 | | pagina 3