^nLöp.bö<Zt DE FOLKLORE VAN DE HOP JAARGANG door Ir. Paul Lindemans IX. 185-205) HIT WERK \AN DI HOP 69 N’ 4 FEBRUARI 1958 Het artikel werd, met toelating van spronkelijk geschreven. De Brabander Ir. Lindemans, opgenomen in de taal oor- Aan de hop hebt ge werk het jaar rond zegt het spreek woord (Algemeen). Vóór den winter wordt de hopplant opgelegd of opgezet, men schiet een bijzonder uitzicht geeft. (Overdruk uit Eigen Schoon er hoopkens aarde op, wat aan onze hopvelden Dit gebruik is eigen aan onze hopstreck. In den winter, achter de warme stoof, worden de biezen gekloven, met de stopnaald. Die biezen moeten dienen om de hop aan te binden. Dan zakken de leurders af uit 't land van Waas met grote bussels biezen. 't Is dan ook de tijd om de staken te schillen. De staak ligt op twee mikken die recht in den grond staan en met een oude zeis wordt er de schors afgeschild. En om de klecdercn niet te verslijten bij het gedurig gewrijf van het lijf tegen den ruwen staak heeft de man een zak onder den rechter am. geknoopt op den linker schouder. In de vroege lente worden de kuilen opengedaan en de hop wordt versneden. Met een oude pik snijdt men de overtollige uitgeschotene keesten van de oude mot dit is de moederplant In Brabant worden

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1957 | | pagina 2