29 maar volgt veeleer kromme lijnen die bollen doen denken. Naar ieder passage vvclkingsziektc gespaard, dank zij het optreden van een hittegolf die de biologie van zwammen en aaltjes ongunstig beïnvloedde (einde juni - be gin juli). Maar moeder Natuur gaat met haar weldaden zuinig om de Belgische hopplanters zullen zeker hiermede instemmen zodat de kwekers voorzichtigheidshalve zoveel mogclijk naar de hierboven beschre ven maatregelen zullen moeten grijpen zieke percelen pas na gezonde velden bewerken het gebruikte materiaal grondig reinigen aan het ver snijden van de hojs de nodige aandacht besteden evenwichtige bemestin gen toepassen en regelmatig bckalkcn het onkruid duchtig afrossen en vooral stekken uit gezonde partijen betrekken. Dr II. Rid wijdde ten slotte, in Technik und Landwirtschaft Heft 10/25. Mai 1957, enkele vernuftige beschouwingen aan Die Voll motorisicrung im llopfenbau De mechanisatie drong minder ra ja door in de hopcultuur dan in de andere landbouwtecltcn, omdat juist aangaande de drukking die door trekkers op de grond wordt uitgeoefend onklare voorstellingen onder de planters heersten. Het bodcinvolume ondergaat in het spoor van een trekker een inkrimping van 10 tot 15%, wat ongetwij feld tegenover de met samengeperste gronddeeltjcs een vcrslcchting van waterhuishouding en verluchting betekent. Dit geldt nochtans niet als al gemene regel en kan de trekker bvb. goed werk leveren wanneer de op- pervlaktelaag los ligt en de aansluiting met de dieper gelegen lagen min of meer verbroken is de trekker neemt dan de verdiensten van de rol over. De resultaten van de bewerking hangen verder af van een hele reeks fak- toren, waaronder bodemtvpc, bodemstructuur, waterhuishouding van de grond, verbouwde gewassen, enz. zeker hun woord te zeggen hebben. Het gewicht van de trekker is maar van ondergeschikt belang, vermits het proef ondervindelijk vastgestcld is geweest dat bij een gewicht van 1.000 kg (lichte trekker) de schade reeds gebeurd was. Het gebruik van een zwaar dere trekker die enige honderden kg meer weegt, is dus op goede gronden best verdedigbaar. De druk reikt tot 15-25 cm diepte; hij geschiedt niet loodrecht aan de omtrek van ajuin- en blocm- van de traktor door het hopveld blijkt het gewenst de achtergelaten sporen bij middel van de gewone toe stellen open te breken, ten einde de bodemverluchting oj> die plaatsen niet te hinderen. De behandeling hoeft niet dieper te gaan dan 10 tot 15 cm; de daaronder gelegen grondkolloïden zorgen wel mits voldoende vochtopnamc voor de verdere verkruimcling. De grondstructuur mag na tuurlijk niet bedorven zijn. De volledige mechanisatie van de hopteelt mag bijgevolg gerust door gevoerd worden, op voorwaardc dat de kwekers hun beste gronden voor

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1958 | | pagina 30