L
I I
Tabel
VAN DE HOPINVOER VAN DE JAREN 1946-56.
OVERZICHT
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
Uit dit staatje blijkt dat Duitsland
hop
62
7.260
2.560
10 560
3.220
3.200
52
14.486
708
10.744
8.292
8.200
3.620
13.300
3.420
2.520
1946
416
26.142
6.846
18.752
3.116
7.900
1.520
7.280
2.940
1.740
1947
736
768
1.900
1.680
12.660
2.940
600
13.020
2.200
13.400
1.900
940
12.580
2.780
13.240
2.000
1.160
8.526
2.276
8.566
3.338
1.268
262
1955
628
10.980
3.020
10.280
9.000
5.700
14.380
3.600
7.796
4.458
2.112
832
1956
788
Frankrijk
Nederland
Zwitserland
Tsjecho-SIowakije
Joego-Slavië
Duitsland
V.S.A.
Ver. Koninkrijk
Polen
Frankrijk
Nederland
Zwitserland
Tsjecho-SIowakije
Joego-Slavië
Duitsland
V.S.A.
Ver. Koninkrijk
Polen
een kleine import uit Frankrijk
van de
men
invoer uit landen die slechts hop kunnen voortbrengen die meestal
mindere kwaliteit bezit dan de inlandse voortbrengst.
In jaren van krisis wordt gevraagd dat de import
zou stilgelegd worden.
De eerste eis is de volledige stopzetting van minderwaardige
hop-invoer en een tijdelijke stopzetting van de invoer van kwali-
teitshop, dit totdat een zeker percentage van de inlandse produktie
zou verkocht zijn.
en Tsjecho-SIowakije het
grootste percentage hop aan België leveren. Yoego-Slavië en de
V.S.A. hebben ook een aandeel in de invoer verworven terwijl
de invoer uit Engeland een sterk schommelende beweging aanneemt
volgens het overschot die men op de toegestane produktie-quota
heeft.
In de laatste twee jaren valt
waar te nemen.
De grootste leveranciers zijn vooral landen waar kwaliteits-
hop geteeld wordt. Daarentegen merkt men ook een niet geringe