2. - DE HOP EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT 84 de Gemeenschap voor de landen binnen A. - Invloed van de markt. Voor de aangesloten landen betekent de Euromarkt niet al leen een groter afzetgebied, maar eveneens een grotere concurrentie van de producerende landen binnen de Gemeenschap. 1. DUITSLAND. Duitsland en de Duitse hopmarkt is steeds beschermd geweest door zijn hoge invoerrechten. Na de overgangsperiode valt die bescherming weg. Daartegenover zullen haar afzetgebieden in de aangesloten landen verbeteren. Duitsland voert telkenjare ongeveer de helft van haar hop- produktie uit. Dit gebeurt niet alleen naar West-Europese landen, maar ook naar andere gebieden. Die klanten zullen behouden blijven. De andere aangesloten landen produceren echter niet die hoeveelheid hop die hen zou toelaten met een grote massa hop aan lage prijzen de Duitse markt te desoriënteren. De concurrentie zal wel groter zijn op de Duitse markt, maar zal o.i. geen grondige veranderingen teweegbrengen. 2. FRANKRIJK. Dit land had ook een tamelijk hoog douanerecht nl. 1 1 c/o. Hierdoor werd de inlandse produktie ver dedigd tegenover de vreemde concurrentie. Nu zal de concurrentie van de aangesloten landen van de Gemeenschap haar invloed laten 6) De Lid-Staten brengen aan de commissie verslag uit van de wijze waarop bovenstaande regels voor de verlaging der rechten worden toegepast. Zij streven ernaar dat de verla ging der rechten op elk produkt de volgende percentages be reikt aan het einde van de eerste etappe, ten minste 25 °/o van het basisrecht aan het einde van de tweede etappe, ten minste 50 van het basisrecht. 3. Na de overgangsperiode die zich tot twaalf jaar uitstrekt moeten de invoerrechten tussen de landen van de Gemeenschap wegge vallen zijn. Binnen twaalf jaar moet er een vrij goederenverkeer zijn. De toltarieven voor hop voor de landen buiten de Gemeen schap werden reeds vastgelegd, het is een douanetarief in onder linge overeenstemming vastgesteld en het bedraagt 12%. Hop en hopbellen bevinden zich op lijst F, onder het nummer 12.06.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1958 | | pagina 45