1
98
eerst gespikkeld
geworden.
Het verbruinen van de bellen kan in een hopveld dikwijls
volledig optreden in een zeer korte tijdspanne, bijna zelfs ogenblik
kelijk en kan de oogst totaal beschadigen op het moment van de
pluk zelf.
De besmetting van de bellen spruit voort uit de zomersporen,
die door alle zieke delen van de planten worden voortgebracht.
De bellen bieden een zeer gunstig midden voor de ontkieming
van de zomersporen daar de vochtigheid zich gemakkeliljk tussen
de ontloken schubben vastzet. De aantasting begint gewoonlijk op
de top van de buitenste dekschubben en zakt van daar naar de
basis. Soms ook ziet men alleen de topjes volledig bruin gekleurd.
De schubben zelf zijn, iets in mindere mate, aangetast maar
eindigen toch met volledige besmetting als de weersomstandigheden
voor Peronospora gunstig zijn. Door het feit dat de dekschubben
in rijen opgesteld zijn, de ene op de andere, heeft de aangetaste bel
aanvankelijk een gestreept uitzicht. Als alle schubben gans aange-
zich hierin ontwikkelt, hetzij voortspruitend uit een zijrank, hetzij
uit de ontkieming van een zomerspore. wordt het snel bruin gekleurd
om onmiddellijk te verdrogen en af te vallen. Dit verschijnsel bij
het bloeisel is nochtans niet altijd het gevolg van peronospora. Het
kan ook andere oorzaken hebben, namelijk felle droogte. In dit ge
val is de verkleuring echter niet zo donkerbruin als bij plaag maar
eerder lichtbruin.
Alle tot hiertoe genoemde verschijnselen van peronospora,
hierin begrepen de aantasting van het bloeisel, brengen een verla-
maar hebben geen invloed op de
van
dene vormen. In een zeer
niet volwassen bellen hard
ben komen niet tot ontwikkeling.
De bel neemt het uitzicht van een hard, rond bolletje.
Een latere besmetting geeft de bruine bellen waarbij deze
en later, in de erge gevallen, volledig bruin zijn
ging van de opbrengst teweeg.
kwaliteit van de bellen. Maar plaag kan ook de bellen aantasten
en dit kan aan de planten de zwaarste economische schade berok
kenen. daar de oogst dan niet alleen kwantitatief maar vooral kwa
litatief kan verloren gaan.
De aantasting van de bellen vertoont zich onder verschei-
vroege besmetting worden de jonge, nog
en blijven in groei stilstaan. Hun schub-
maar hun weefsel wordt dikker.