HOPPEFEEST TE POPERINGE Poperinge, 7 september 1958. 103 vendel- negen het hoppe- Na deze inleiding begon het begin... van de hoppe, wel te verstaan. Hoog op een wagen rees de witte gestalte van de schep pende God en tegenover Hem kruiperig en zich verbergend Lucifer met zijn trawanten. In Vondeliaanse verzen werd het heelal tot stand geroepen en uit de mond van de spuwende duivel kwam de aarde die de eerste hoppe en tabak voortbracht. Voorwaar een niet schitterend begin dat echter rap geheiligd werd door het werk van vrome monniken die onze voorouders de landbouw leerden en op aandringen van Pepijn de Korte er goede hoppeboeren van maakten... en misschien nog betere bierdrinkers. Zo verspreidde zich de hopkultuur over de wereld. Niet alleen te Poperinge en omstreken, maar in de Elzas en zelfs in de Nieuwe Wereld waar schreeuwerige Indianen hun wigwam opsloegen in het hoppeveld om beter aan de pluk te kunnen deelnemen. Overal werd de hoppe- teelt aangemoedigd en niemand minder dan Jan zonder Vrees ver- 3 uur, Poperingse tijd, dat is te 3 uur stipt zo is men het gewoon en het strekt de Poperingenaars tot ere. Dit jaar was de Weermaker gunstiger gestemd dan verle den jaar. De zon stak niet, maar de regen bleef weg en voor de fotojagers was er een zacht zonnetje en een prachtige wolkenhemel. Zo zaten dan de mensen vol spanning voor de komende stoet langs de straten en reikhalsden om te zien of aan de eerste bocht nog geen kleuren blekkerden in de zon. Daar komen ze liep het van mond tot mond en er kwam rumoer in de zittende en staande mensen. Inderdaad, in de verte flapperden de vlaggen boven de hoofden van een groep zwaaiers. Herauten te paard droegen de banieren van de provincies en de wapens van Poperinge, hoofdstad van land.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1958 | | pagina 64