h
DE AFZET VAN ONZE PRODUKTIE
r
45
enige aange-
de uitreiking
worden meer gebruikt in sterk gehopte bieren. Het gebruik van
hop hangt anderdeels af van de samenstelling van het brouwwater.
De Gemeenschappelijke Markt die op 1 januari 1959 van
wal steekt, verplicht ons enkele woorden te zeggen over de afzet
van onze produktie, des te meer daar wij binnenkort in rechtstreekse
kompetitie zullen treden met landen (Duitsland en Frankrijk) die
in verband met marktorganisatie in een meer gevorderd stadium
verkeren dan wij. Iedereen weet trouwens dat de Duitse hopplanters
sterk georganiseerd zijn, zich goed verdedigen en meestal zeer lo
nende prijzen van hun waar bekomen. Het certificeren van de hop
zou dan ook in eigen land meer ingang moeten vinden, ja zelfs
verplichtend moeten worden gemaakt Derhalve dienen wij ons te
organiseren, bij grote gemeenschappen aan te sluiten en aan de
hop die wij wensen te verkopen, de nodige certifikaten vast te
hechten. De volledige mechanisatie van de pluk is een tweede ver
eiste geworden, willen wij later gelijke tred houden met de andere
producerende landen.
Rijkslandbouwkundige J. J. Verhelen sloot zich vervolgens aan
bij de woorden van Prof. Isebaert. Hij stelt vast dat de Belgische
brouwerij, dank zij de betere inzichten inzake brouwwaarde van
de hop. met de jaren meer eisen is gaan stellen aan de kwaliteit
van het afgeleverd produkt, zodat het voortbrengen van goed ge
droogde en geplukte hop, van zaadloze hop zich opdringt. In ver
band met de beteelde oppervlakten, onderstreepte hij het belang
van juiste aangiften we weten niet goed meer hoeveel hop we
thans verbouwen, hoeveel ha we aan de verscheidene variëteiten
besteden (ongeveer 925 ha in plaats van de 558 ha aangegeven ter
gelegenheid van de Landbouwtelling 1958), hoeveel kwintalen we
jaarlijks mogen invoeren en... de nieuwe Minister van Landbouw
weet het natuurlijk des te minder 1 In dat licht gezien, zouden ver
plichte veldkeuring en certifikatie op staal wel een eerste stap zijn
in de goede richting, op voorwaarde dat de planters het willen.
Hoofdopziener Vercaeren en sekretaris Jos. Peeters namen
ten slotte het woord om de hopplanters-leden van het Verbond tot
meer solidariteit en samenwerking aan te sporen en
legenheden van inwendige orde te bespreken, waarna
van de diploma's plaats had.