10 f In proef 2 werden op 16.7 in alle i rassen enkele planten gevonden met een aantastingsgraad P van 90. en 1,58 g a.s./plant, gaf of tot 18 dagen na de toe- a) gebruikte hoeveelheid sproei-oplossing per ha en aangepast aan het gewas (bladarm-bladrijk gewas); b) concentratie aan a.s. per 100 1 water en per ha; De in ons land op dit ogenblik meest gebruikte bestrijdings- methoden, zijn ook nog verschillend van gewest tot gewest. Zo zien wij, dat in het Poperingse zeer veel afwisselend wordt gespoten met mengelingen (50/50) van omethoaat (FOLIMAT) met methidathion (ULTRACID 40), of demeton-methyl (METASYSTOX) omethoaat (FOLIMAT) en dit ook met wisselend succes. Het aangieten met TERRA SYTAM wordt in Eelgië verlaten, gezien de wisselvallige bekomen uitslagen en de te korte beschermings- tijd. Het wordt alleen nog toegepast op gedeelten van percelen’ waar spuiten onmogelijk is. Wat de economische kant betreft, dient er ook een zeer groot vraagteken geplaatst te worden. In het gewest Asse-Aalst houdt men het meer bij het zuiver spuiten, t.t.z. afwisselend met FOLIMAT en ULTRACID. Bij even tuele late aantastingen, zal men wel beroep doen op een snel werkend contactinsecticide met korte nawerking, zoals een pana- thion. Het vóór enkele jaren ophefmakende produkt acephaat (ORTHENE) dringt momenteel niet door, terwijl het produkt UNDEN op basis van propoxur, terug aan belangstelling wint. In proef 2: aangieten op de rassen Record, Brewers Gold en Northern Brewer, op basis van 1,1 volledige voldoening tot op 16.7, passing. Wat de sproeitechniek betreft, moet gezegd worden, dat die vat baar is voor verbetering en dit uit verscheidene oogpunten: BESLUIT De bestrijdingsefficiëntie op Northern Brewer was zeer uiteen lopend. In proef 1 was het resultaat praktisch nul voor de aan- gieting van 1,1 g a.s./plant, evenals voor de^ aangieting^ op basis van 1,58 g a.s./plant, gezien reeds op 11.7 of na ƒ18 dagen diende gespoten met 5 1 ULTRACID per ha in 2500 1 water/ha, waar-’ door na 5 dagen de aantastingsgraad P teruggebracht werd van 70 naar 1,5 in object 1,1 g a.s./plant en 2,5 in object 1,58 g a. s./plant. Het aangieten bij Hallertau tegen 1,58 g a.s./plant, gaf tot op 16.7 volledige voldoening. i

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1979 | | pagina 12