Te hoge pH Gptimum-prI Te lage pH Hoe komt dat Deze toestand heeft verscheidene oorzaken, t.w. Bit maakt dat in het totaal 79 van onze Brabantse hoplochtingen kalkbehoeftig zijn. Akkerland Weiden >5,5 en 6,5 Licht zuur 37 20,4 16,2 6,5 Alcalisch 21 3Ü,2 28,8 49,4 55,0 Laagste pE: 3,85 Hoogste pTI7,00 - verminderd gebruik van kalk (verhoogde kalkprijzen en hoge BTW); - toenemend gebruik van zuurwerkende meststoffen. Hiervan wordt momenteel meer- dan tvjeemaal zoveel gestrooid dan in I960. De sterkst verzurende meststoffen, zoals ammoniak, ammoniumsulfaat en ureum, verzuren de grond dermate, dat per 100 kg van deze meststoffen niet minder dan 82, 60 en 46 kg zuivere kalk zou moeten gegeven worden om het evenwicht terug te herstellen. Toestand van onze zandleemgronden in 1980 voor wat de pH betreft (in Logen wij ook uw aandacht vestigen op het feit, dat de meest ge bruikte stikstofmeststofnamelijk ammoniumnitraat, bij de zuur werkende meststoffen moet gerekend worden. Hoe rijker de meststof Uit deze vaststelling kunnen wij afleiden, dat de pH van de grond niet alleen te maken heeft met de kalktoestand van de grond, doch tevens dienst doet als "verkeersagent" tussen de verschillende elementen die in de bodem aanwezig zijn. Be te lage of te hoge pH speelt ook een rol in de opname van sporen elementen De gronden met een pH die lager ligt dan de optimum-pH, zijn kalkbehoeftig. Daartegenover staan de gronden met een pH hoger dan de optimum-pH; deze toestand is eveneens ongunstig voor de plantengroei en dit vooral op de zand- en zandleemgronden, waar hij mangaangebrek tot gevolg kan hebben en tevens de retro- gradatie van fosfor in de hand werkt. Bij een lage pH is er vorming van ijzer- en aluminiumfosfaten (dus fixatie). Hoe liggen deze cijfers voor de Brabantse hopvelden (Onderzoek gedaan in 1980 op 58 percelen - pH-KCl) pH<5,5 sterk zuur 42 21

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1982 | | pagina 22