6 2) Secundaire infectie Zoals hoger reeds gezegd, kunnen de door primaire infectie aangetaste scheuten 'Konidien' worden gevormd en door de wind verspreid, terwijl hieruit snoren worden vrijgemaakt in kontakt met water (vocht of bladeren). Deze vormen een kiembuisje dat in de huidmondjes van het jonge blad binnendringen om daarna een nieuw mycelium te vormen en de secundaire infectie neemt een aanvang. De secundaire infectie kan voorkomen worden op twee manieren: a) door te beletten dat de sporen op het blad tot kieming kunnen komen: Dit kan door het inzetten van een kontaktfungicide zoals koper of dithiocarbamaten, die dan regelmatig om de 6 a 7 dagen dienen gespoten te worden teneinde ieder blad van een beschermlaag te voorzien die de aankomende sporen doodt. b) door te beletten dat de schimmel zich in het Had zou ontwikkelen Door het inzetten van een systemisch fungicide (kidomil-Plus Metalaxyl Koper) dat voorbehoedend en tevens curatief werkt. De gunstige temperatuur voor sporenvorming bedraagt 17 tot 20°C; bij een temperatuur boven 28°C worden er geen sporen meer gevormd, terwijl 2 a 5°C als een minimumtemperatuur dient beschouwd te worden. Fungicide op basis van mangaan-, zink-, of ijzerdithiocarbamaten, formuleringen die één van de volgende werkzame stoffen bevatten: Maneb, Mancozeb, Zineb, Propineb, zinkmetiram en Perbarn namen in de bestrijding van de secundaire infectie een belangrijke plaats in. Kits de voorziene wachttijd te eerbiedigen werden deze producten als volkomen onschadelijk beschouwd. Onlangs stelden Amerikaanse vorsers vast dat het hoofdafbraakproduct van dithio carbamaten, nl. de ETU of ethylthioureum kankerverwekkend zou kunnen zijn. Daar kwam nog bij dat de ETU-omzettingen door hoge temperaturen geactiveerd worden en worden deze reststoffen in de hop belangrijk door het drogen en het koken tijdens het brouwen. Onmiddellijk werden dan ook overal de ETU-nornen gevoelig verlaagd. De wachttijden bij het gebruik van deze bestrijdingsmiddelen werden dan ook practisch overal op y) dagen gebracht (laatste bespuiting voor oogst). Dit komt neer op een laatste bespuiting tot juist voor de bloei.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1983 | | pagina 7