De Handelskrisis Politiek Binnenlandsch uitenlandsch Overzicht Katholiek» Vlaamsch Weekblad voor Yper en Omliggende perste Jaargang Nr 9 Prijs per nummer 15 centiemen Zaterdag, 9 Mei 1925 Duitschland Oostenrijk Abonneert u op "De Halle,, Opstel en Uitgave Mare CLAUS Surmontstraat, 53 Yper Telefoon 176 Postcheck 99.231 Abonnement tot einde 't jaar: 7,50 fr Aankondigingen ten Bureele van 't blad De koppij wordt niet teruggegeven. Ongeteekende koppij wordt geweigerd. Dat komt van tijd tot tijd. De zaken gaan alzoo. Eene nijver heid komt in bloei; hare voortbrengsels worden gevraagd overal. De fabrieken kunnen niet genoeg voortbrengen om aan de vraag te voldoen. Ze werken dag en nacht en nog en kunnen ze kunne kalanten niet gerieven. De prij zen worden in de hoogte gedreven en de fabrikanten winnen geld, somtijds zot veel geld. Die kapitalen beschikbaar hebben zien dat er langs dien kant geld te winnen is en veel. Ze gebruiken hun ne kapitalen om fabrieken bij te zetten om bestaande te vergrooten, en over al is men hemelstorme aan het werk om maar altijd meer en meer voort te brengen. Doch er komt een tijd dat de kalan ten hun gerief hebben en ophouden van koopen, een tijd dat de vraag be gint te verminderen, i Gewoonlijk tegen dien tijd is de jvoortbrengst ten toppe gestegen, en als van zelfs beginnen de waren op te tapelen in de magazijnen der fabrie- en de fabriekanten en geraken ze iet meer kwijt, of ze moeten wachten feer zij ze kunnen verkocht krijgen, i 't Zijn de laatstegekomen fabrieken die er van zelfs eerst aan zijn. Z'en hebben de gelegenheid niet gehad een appeltje tegen den dorst weg te leggen, al hun geld zit in hun ne machienen en waren, z'en beschik ken over geen bedrijfskapitaal meer. Ze moeten verkoopen kost wat kost, ;n om hunne waren kwijt te geraken noeten zij ze laten aan den kostende >rijs of minder en dikwijls gaan zij al- too ten onder. In alle geval, het aanbod overtreft verre de vrage en zoo dalen de prijzen ijfolgens de gekende economische wet. Rusland was een machtige kalant. )e belgen hadden daar voor millioe- len zaken. Nu met het Communisten- egiem is dat land doodarm geworden, t en heeft geen koopkracht meer. Duitschland, wat men er ook van :egge, is veel verarmd, 't kan nu voor eel dingen in zijn eigen behoeften 'oorzien en met dat het in de nood wendigheid is van te sparen, 't en oopt maar juist meer wat het niet 5 lissen en kan. Zoo weinig mogelijk. Hongarie vergaat van honger, lostenrijk is arm geworden, Polen is og nooit rijk geweest, de Balkansta- ïn en zijn bij lang zoo rap niet her- eld uit de rampen van den oorlog k Belgie. Kortom wij gelijken eene winkel "e opgepropt is met waren, en die te lidden een volk staat dat geen geld n heeft om te koopen. Landen lijk Frankrijk, Engeland en avnerica, die ook voor den oorlog van nze beste afnemers waren, onder oorwendsel dat ze hunne eigene nij- erheid moeten beschermen, sluiten 'eer en meer hunne grenzen voor ize voortbrengsels. 't Is in zulke voorwaarden dat de fisis aanstaande is. Reeds is zij in gang in kolen en me- ftlnijverheid, en ze verwekt onrust 'eral. Zij is eene der oorzaken dat j- ministercrisis zoo moelijk op te los- pi is. Leest eens wat socialist Bertrand aandage schreef in Le Peuple ;it ev In afwachting de ministerkrisis te 'n ontknoopen, werpen wij een blik Na M' Vandervelde heeft Mr de Broqueville het dus beproefd om eene regeering samen te stellen. Eerst scheen hij optimistisch gestemd hij zou tot grondslag een demokratisch program nemen aldus rekening hou dende met de uitslagen der verkiezin gen. Om de waarheid te zeggen klonk zulke bewering nog al verassend uit den mond van den heer Broqueville, daar hij er toch op aanstuurde een ka binet te vormen met extraparlementai re liberalen. In hoever zoo eene samen stelling zou verschillen van het laatste kabinet Theunis zag men niet heel goed in. Ook lieten de christene demokraten langs den een en anderen kant reeds op de andere krisis die in aankomst is en die onrustwekkend zou kunnen woeden, vooral onder een regeering die stelselmatig de socialistische partij zou uitsluiten. Sedert eenige tijd worden de klach- i ten onzer nijveraars steeds talrijker. De bestellingen worden zeldzamer. De stocks groeien aan. In de koolnij- verheid is de krisis onloochenbaar. Eiken dag word de vreemde mededin ging gevaarlijker. De parken der kool mijnen worden dóór kolen in vooraad overbezet. Van de 940.000 ton kolen in stock met October 11. is die vooraad gestegen tot 1.600.000 ton einde Fe bruari en tot 1.818.000 ton einde Maart. De koolbazen zijn verplicht hunne prijzen te verminderen om den strijd tegen de vreemde kolen uit te houden. Zij willen de loonen verlagen, zelfs ten koste van werkstakingen, hetgeen hen zou toelaten gedurende eenige weken hunne stocks te verminderen, wat voor hen een dubbel voordeel zou zijn. Wij raden aan onze vrienden mijn werkers aan voorzichtig te zijn, en zich te gedragen naar het oordeel en raadgevingen hunner leiders, waarin zij vertrouwen mogen stellen. De tijden worden lastig en de terug keer naar een normalen economischen toestand kan slechts geschieden ten prijze van wederzijdsche opofferingen. Wij raden ook aan de hoofden der koolmijnen toegeving te doen. Zij heb ben geprofiteerd van verscheiden bui tengewone jaren: zij hebben over vloedige winsten opgestreken en be langrijke reserven kunnen vormen. Wij raden ook aan de verantwoor delijke regeeringwanneer wij er een zullen hebbenniet te vergeten dat zij een dubbele rol te vervullen heeft: het algemeen belang verdedigen en de openbaren orde verzekeren. Zoo elk zijn plicht doet, zouden we de kolenkrisis zonder te veel moeilijk heden en ellende kunnen te boven komen. Hopen wij dat voor die nijverheids- crisis van weerszijden wijsheid en verstandhoudingsgezindheid aan den dag gelegd worde Die uiterst voorzichtige en verma nende taal, vanwege een socialistische leider is kenschetsend en te onthouden hoor en dat ze niet te vinden waren voor eene katholieke-liberale combinatie onder welke vermommingen ook ze zou worden voorgesteld. Uit verschil lende uitbatingen van demokratische leiders scheen het duidelijk dat de christene werklieden vereenigingen wel verklaard hadden het katholicism ongeschonden te eerbiedigen, maar dat zulke verklaring alleen gold tegen over een samengaan van katholieken met socialisten. Mr de Broqueville heeft ten slotte de onmogelijkheid in gezien tot een uitslag te komen en heeft den Koning den Zaterdag mede gedeeld dat hij ervan afzag een mini sterie te vormen. Sindsdien heeft zijne Majesteit we derom staatsminister Vandevyvere een verhoor ontvangen, die als kabinetvor- rner Mr Tschoffen zou hebben aange raden. Inderdaad na de socialisten beproef den het de conservatieven in den per soon van Mr de Broqueville en aan gezien de liberalen verklaarden zich afzijdig te houden is het natuurlijk dat de Koning nu beroep doe op de chris tene demokraten. Intusschen bemoeien zich de so cialisten erom de demokraten uit de katholieke partij te bewegen met hen een ministerie te vormen en samen te werken op grondslag van de klasse verzoening. Dat klinkt reeds heel te gemoetkomend socialism zei toch tot hiertoe klassenstrijd in plaats van klas senverzoening Ook de liberalen schenen stilaan van meening te veranderen de libe rale Senaatsgroep sprak zich niet uit tegen medewerking in de regeering... Voeg daarbij dat steeds voort de conservatieve groep blijft hopen en wenschen, blijft ijveren en vragen opdat de liberalen toch zouden op hun eerste besluit van afzijdigheid terug keeren. Het schijnt dus waarschijnlijk dat M' Tschoffen met de taak van kabi netsvormer zal belast zijn hij zou een ministerie vormen bestaande uitslui tend uit katholieken. Ook de kamers zijn reeds bijeenge komen om de verkiezingen goed te keuren en zich uit te spreken over de betwiste uitslagen van Brussel en Luik. Met Hindenburg tot president te kiezen heeft Duitschland alleszins een misse begaan. Nu zoeken de duit- schers te doen aannemen dat men in het buitenland de zake zoo hoog niet en moet oppakken. Hindenburg, zeggen ze, papa Hin denburg, lijk ze hem noemen is een gemoedelijk mensch, een verstandig man, geen militarist. Hij is voor rust en vrede en daarbij hij naakt de 80 wat kan zulk een mensch al veel gaan doen Van de gemoedelijkheid van Hin denburg weten we nog een beetje te spreken van binst den oorlog. Was 't hij niet die met ons volk slavendrijver speelde, 't was toch hij die 't gebood, die niets en deed om te beletten, die 't onder zijnen naam en zijn verant woordelijkheid deed of liet gebeuren. Hindenburg is een duitsch, geen haar beter dan honderd andere duit- j schers. Dat volk en is nooit te betrou- j wen. En daarbij; 't kan wel zijn dat Hin denburg te verre versleten is om nog wel kwaad te doen. God gave't. Zulke venten verslijten veel te traag. Maar 't is meest van zijnen aanhang dat de vrede, in Europa te vreezen heeft. In het verdrag van Versailles zijn er missen begaan. Met te willen onze vij anden verzwakken is men tot gansch onvoorziene uitslagen gekomen. De diplomaten hadden gepeinsd dat het Duitsche rijk, onder Bismarck te Versailles ontstaan, in het tweede ver drag van Versailles zou te niete gaan en uiteenvallen. De zware beproeving over het duit sche rijk gekomen, heeft het aaneen gesmeed, vaster dan ooit. 't Stond't staat om nog te versterken De Donaumonarchie is deerlijk ver scheen getrokken. Tusschen de brokken die, waar hier, waar daar verstrooid zijn ligt Oostenrijk, het duitsch Oostenrijk zoo zwak dat het uit zijn eigen al geen kanten voort en geraakt, 't Is omringd van vijanden, 't en heeft voor zijnen handel en zijn nijverheid geenen uit weg meer op zee, zijn bijzonderste middels van bestaan zijn hem afgeno men. Ze hebben Oostenrijk vergeleken bij een kind met een waterhoofd. Be kijkt zulk een kind. 't Is bijkans al hoofd dat er aan is. Oostenrijk is een landeken klein van bevolking, met als hoofdstad eene millioenenstad lijk Weenen. De helft van het rijk albij is hoofd stad. Dat land en kan niet voort, en uit noodzakelijkheid des middels zoekt het aansluiting bij het duitsche rijk. Wij hebben Oostenrijk in zulke conditiën gesteld dat het albij gedwon gen is onzen gewezen vijand te gaan versterken. Doch de verkiezing van Hindenburg, die toch alles zal doen wat hij kan om dat doel te bereiken, heeft in Oosten rijk slechten indruk gemaakt zegt men. Z'en houden daar niet meer aan leerzen met sporen noch aan pinhelms. Ze hebben te lange van den oorlog geproefd, en ze ondervinden nog altijd de achtersmake. Hindenburg schijnt hun te gevaar lijk. Daarbij Oostenrijk is katholiek, en Hindenburg vertegenwoordigt het koppig protestantsche Pruisen. Dat en staat te Weenen niet aan. Ware Marx kanselier geworden, hij zou gewerkt hebben tegen de veree- niging van Oostenrijk met Pruisen om de verbondenen niet te misdoen en geen argwaan te verwekken. Maar Oostenrijk zou de aansluiting gezocht, en waarschijnlijk gekregen hebben, omdat ze voor hem albij de eenigste uitweg is. Hindenburg zal die aansluitinge zoe ken, maar Oostenrijk zelf gaat tegen stribbelen omdat ze Hindenburg zijn strekking niet en betrouwen. Vlaamse! e Toeristfc n- bond Afdteling YPER «kt Tak Yper heeft op 4" Mei j.l. h t seizoen geopend met 'n best gelukte vergadering, in de «Trois Suisses» te Yper. Na 'n begroeting door M. R. Spey- broeck waarin hij eenieder Welkom zei, en duidde op de beteekenis van het Toerisme dat herleeft met het aan breken van Lente en zonnetij, kwam E. Heer Faes van Yper aan de beurt met 'n zakelijk onderhoud over reizen en het doel ervan. Zooals E. H. Spreker van meet af uitschijnen liet, wordt e i werd er ge reisd niet, om van huis weg en op baan te zijn, maar vooral om te leeren, den horizon van hart en geest te ver ruimen, om meer zich zelf en meer mensch te worden. Uit de levensgeschiedenis van groo- te geleerden, van kunstenaars en van staatslieden, blijkt te over, hoe zij lan ge en lastige tochten ondernamen, om in aanraking te komen met 'n volk, met beroemde of met werken van uit stekende kunstenaars kennis te maken om te leeren aan den lijve, hoe en wat de werklijkheid was of is. Men reisde, men reist om de wille van het doel.Ging het reizen vroeger gepaard met allerlei moeilijkheden, ging het traag vooralthans biedt het nagenoeg geen last meer. 't Gaat vlug en rap: te lande, te water en door de lucht! Scheen het reizen vroeger 'n nood zakelijkheid, voor iemand die wilde doordringen tot de kenmerkende eigen aardigheden van een volk. die wilde de kunstontwikkeling en de kunstrich ting der volkeren na gaan, in dezen tijd van snelle vooruitgang kan men allerlei grondige kennissen opdoen aan de studeertafel. Lectuur daarover is er bij de vleet. Maar toch dergelijke kennis binnen huize opgedaan komt best tot haar volle recht en klaarheid, wanneer ze belicht wordt met de waarheid der natuur-werkelijkheid. Evenwel, omdat alles zoo vlug en schielijk voorbij wentelt, omdat we leven in een tijd van gemakzucht, schijnt er geen gelegenheid over te blijven om de oogen den kost te geven te zien en te kijken, om het uitzicht der dingen, den aard en het wezen ervan te doorkijken. Waar zal men echter naartoe gaan om te genieten van kunst en natuur Moet men de zee over, of na lange dagreizen naar verre landen Spijtig genoeg schijnt dit onmisbaar voor velen die zelfs van dergelijke reizen soms heel weinig bijhouden. Daarenboven die kostelijke tochten zijn niet in het vermogen van 'n gewoon burgelijken geldbeugel. Ofschoon in vreemde streken, kun^f- werken, gebouwen, schilderijen en dies meer, natuurwonderen en lario- schapschoonheid te zien en bekijken overwaard zijn, toch in ons eigen lan- deke, kan de blik rusten en verruimen bij en op eigenlandsche merkwaardig heden en kunstgewrochten. Deze dra gen toen nog in zich het merkteeken het karakter van het eigen volk. Wie kent al de schoonheid onzer Vlaamsche steden, Brugge met zijn Belfort en kerktorens, poorten, reien, wandelingen en peizende waters, zijn kunstschatten in de musea, zijn straa tjes eeuwenoude getuigen van volks leven?

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1925 | | pagina 1