OUDERS
Huis PATTOU
Gpoote keus van Meubelpapieu
OKKASIE-AUTO
Herwording
De kooper ziet
de uitgave na
VERDONCK-MINNE, ZONEN
DAGELIJKS KOMEN EEDANKINGEN TOE. - LEES DEZE:
GR00TEN AFSLAG
OP DE PERMANENTEN
sL V Wanneer U een begin van misgroeiïng be
lt statigt, stelt dan niet uit ons te raadplegen.
-cfH' Na grondig onderzoek zullen wij U dan het
1 gepaste orthopedisch toestel aanprijzen, ten
W '41 einde het rechten van het misvormd lidmaat
L te bekomen en het verergeren te beletten.
I' M J De gezondheid en de schoonheid uwer kin-
k. r Wvf deren hangt er van af.
Regenmantels, Gabardinen, Half-Seizoenen
en Kleederen in Leder
bij SANSEN-VANNESTE, Gasthuisstraat, 15, F oper|nse.
BALATUM
MEUBELPAPIER
Gasthuisstraat
POPERINGE
■ses.tsa* JET"SiïKMHIjpe^ffagpgj Genezing zonder Operatie, Ge-
a 9JK 9 a HÉ |jf Ha 1 B raar noch Tijdverlies, door toe-
1 J 8^ 6 J A'8 S3 passing dag en nacht zonder
SBEiêsïilrfcfisdïÏBSr ~}*Ê*L 2£iS'iNsïï gevaar of ongemak der nieuwe
wetenschappelijke toestellen der
*fi"i/ÜfV'"""VMa Specialisten-Breukmeesters
^'•i' v DUMONCEAU.
DE EENIGSTE VIJFMAAL CEBREVETEERD: ZES DIPLOMAS, GOUDEN
MEDALIES Drasse! 1910; Gent 1913 en 1923; 1 von 1911; Antwerpen en Luik 1930.
Bekroond voor verdienste met EERETEEKEN Gouden Medalie der Kroon-
»rde Jurylid en buiten wedstrijd TENTOONSTELLING, Vincennes, Parijs 193L
GENEZEN VAN BREEK: Frans Noets, Beversluis, 18, Rotselare: jongen van
13 Jaar, genezen 2 breuken Desmet, 19, Sergaent Debruynestr., Cureghem;
dochter genezen 2 breuken; Chailes Louis Faut, St-Leonardstraat, 18, te Thol-
lembeek; Henri Mestdagh, te Beernem; J. Bt Vandenhoute, Asbeek-As-
schs; J. Borremans, te Hofstade (bij Aalst); Victor Lambrecht, St Pieter
straat, 24, Oudenburg, allen volledig genezen van breuken.
DARMUÏTSTORTING Vrouw J. Begeman, 13, Rue d'Enghien, Brussel;
na verval van operatie was van zware buikbreuk aangetast, door toepassing
van ons Speciaal Breukgordel, op een Jaar volledig verdwenen: Vrouw Henri
Declercq, (Kijkuit) Be.mem: was van buikbreuk kinderhoofd groot aangetast en
onbekwaam nog te werken, door toepassing van ons toestel, breuk gansch binnen
en doet nu alle werken van landbouw zonder eenig ongemak; Mme Snauwaert
landbouwster te Zedelghem: op 1 Jaar genezen van zware navelbreuk.
MAAGZAKKING
M. Fastre G., 52, Avendoren, te Thienen, maag was volledig gezakt, door ons
toestel gansch op plaats gebracht, eet en drinkt na zonder stoornis, heeft zijn
vak van manchinlst op den ljzerenweg kunnen hernemen.
M. Simon Alphonse, Haut de Bomel te Namen, spoorwegbediende, op 1 Jaar
genezen van maagzakking, is 10 kgr. verzwaard.
M. Jules Decousemaecker, Rue Cioutier, 3, te Roux, genezen van dubbel breuk
alsook van maagzakking, eet en drinkt zonder stoornis en voeh niets meer.
Mra* De Kezele, te Knesselaere en M. Jullen Closset, Vissegatstraat, 47, Erps-
Querbs, volledig genezen.
BREUKLIJDERS: MAN VROUW en KINDEREn: Wilt gij zooals die per
sonen dadelijke ïulp en verlossing bekomen: Trengt dus bezoek dat KOS
TELOOS is en U tot NIETS VERPLICHT aan de vermaarde Breukmeesters-
Specialisten der FAMILIE DUMONC1AU.
Specialist Professor DUMONCEAU ontvangt van 9 tot 2 uur te:
KORTRIJK: de 2' en 4* Maandag der maand, Hótel des Flandres Statie.
YPER: den 3° Zaterdag der maand. Hötel du Nord 63 Statiestraat.
POPERINGHE: 2' Vrijdag, .Hotel PalaceYperstraat.
Vraagt Kosteloos uitlegboekje met bewijzen van genezingen, 65-67, RUE DE
LA MEUSE, BRUSSEL.
RAADPLEGEN IN T VLAAMSCH; VOLLEDIG KOSTELOOS.
WA8SCHEN AJ
MISE EN I'LIS A H Tl
inbegrepen VANAF
voor 6 maanden gewaarborgd.
R. DESENDER-BEAUPREZ
bij O. L. Vrouwkerk, Tel. 43
POPERINGE.
Men aanvaardt den Dinsdag, Woens
dag en Donderdag.
HOUDT HIJ REKENING MET
HET MERK?
WEINIG STROOMVERBRUIK,
GROOTE LICHTSTERKTE.
IN DIT GEVAL KOOPT
HIJ EEN SPAARZAME
LAMP.
Beziet regelmatig uwe kinderen naakt binst
U' de groeijaren.
Het huls beveelt zich nog aan voor zijne voortreffelijke breuk
banden die met zekerheid alle breuken binnen houden; voor zijne
speciale buikbanden voor na-operatie, voor zwaarlijvigheid; en
maagzakking.
BANDAGISTEN-ORTHOPEDISTEN
HENDRIK SERRUYSLAAN, Nr 7, OOSTENDE
Sprekelijk te; IEPER, den 2» en 4» Zaterdag van ieder maand,
van 9 tot 11 uren, Korte Torhoutstraat, Nr 18.
Nauwkeurige uitvoering der Medikale Voorschriften.
MASSA VERKOOP van een stock
AAN ONGELOOFLIJKE PRIJZEN.
Overzicht van enkele prijzen
Regenmantels, zeer sterk, vanaf 25 FR.
Cirés, al binnen gemolletonneerd, vanaf 45 FR.
Pelerinen, vanaf 25 FR.
Al onze Kieederen zijn gewaarborgd en gratis vermaakt.
Fabriek te Brussel. 55 BIJHUIZEN IN BELGIE.
IEPER, Tempelstraat, 4.
bij SANSEN-VANNESTE
Gasthuisstraat, 15, Poperinge.
OPZIENBARE
WETENSCHAPPELIJKE
UITVINDING
VERNIETIGT RATTEN, MUIZEN,
VELDMUIZEN, ENZ.
Aas gereed tot gebruik. Onweer
staanbare aantrek. Het eenige
onschadelijke voor menschen en
huisdieren.
Doodt bliksemsnel, onfeilbaar.
Wonderbare uitslagen. Eischt de
echte RATIBUSin geel pakje.
WEIGERT ONVERBIDDELIJK
ALLE NAMAAKSELS.
Gasthuisstraat, 15, Poperinge
Te koop te POPERINGE: Apotheek
Inghelram, leperstraat; Apotheek
Leuridan, Bertenplaats. - Te koop
te IEPER: Apotheek P. Snoeck,
Groote Markt; Apotheek A. Van
Wallegliem, Statiestraat, 30.
Groot assortiment hoedon klakken der beste gekende merken
Een keus gekleurde Kaphoeden, einde seriën
aan 15 - 20 en 25 fr. Groote keus pane-klakken artikel van
het seizoen, zeer goedkoop.
Al onze klakken zijn gemaakt met onbreekbare kleppen,
te beginnen van 12 tot 25 fr. BERETS ALPINS 8 fr.
ConcessionnarissenJ. LEDUC en
Zoon, 42, Denemarkenstr., Brussel.
!lIE3BBB3BaiBKflaEHEBBHlEIBBSB
opeens: Berten Brabandt heeft ver
driet. Wat mag er op zijn hert duwen?
Mon bedacht zich en antwoordde met
een vraag:
Wat zou het wel mogen zijn, Miel?
Liefdeverdriet.
Weihoe, Miel, wie zou er zoo wreed
zijn dien Jongen kruisen aan te doen?
Mon, draal rond den pot niet, jon
gen, ge weet het zoowel als ik. Ik heb
oogen en heb gezien. Neem de zaak gerust
op alsof ik alles wist: 't is Clara die op
zijn hert duwt en, gelijk ik hem ken,
neen, hij zal nergens meer uitzien.
t Is Jammer, Miel, maar 't ls zoo.
Oi lk zou zoo geerne en zoo gerust mijn
zusterkens hand in die van Berten gelegd
hebben en ik voel diep leed mijn wensch
niet te kunnen vervullen. Och Miel! hoe
dom en aardig draalt alles toch op de we
reld.
Kom, kom! vriend, laten wij de we
reld draaien, want buiten het kwaad, dat
van ons komt, al het overige draait door
den wil van Hem, die alles wat hij uit
voert, voor ons geluk en welzijn schikt.
Daarop scheidden ze om elk naar zijn
eigen hof te gaan.
Mon sprak nog eenige stonden met
moeder en Clara en dan trokken ze allen
ter ruste.
Maar Mon had geen vaak; al die ver
wittigingen van vrienden en kennissen la
gen op zijne maag en dan ook, hij zelf
had een voorgevoel van naderend onheil
en de onzekerheid martelde hem.
Lang reeds had hij door 't boven-ven
ster gelegen, den nacht in te staren.
't Was al zoo rustig en stil; de koeien
waren een voor een, met een laatsten snak
aan 't bindsel gaan liggen; hij hoorde de
peerden grollen en steanen, want de deu
ren der stalling waren open gelaten, om-
derwille van de zware bangheid.
Het kon elf uur zijn, Hij had het
venster verlaten en was half-gekieed op
de bedsponde gaan zitten en aan 't drui
len, toen hij plots opsprong van 't ver
Mengelwerk van 24 December. Nr 14.
Bij haar bed zit Clara; reeds heeft zij
alles opgeschikt en gereed gemaakt, voor
de grootsche plechtigheid. Nevens 't zieke-
bed staat de kleine tafel, met het sneeuw
wit doekje bedekt en daarop het Kristus-
beeld met al weêrkanten de koperen kan
delaars en op den hoek van de tafel de
watteballekens.
't Is zij, het tenger meisje, die in alles
voorziet, die moeder oppast, het huishou
den doet draaien en zelf het landwerk ln
gang steekt, want haar broeder is over
't hoofd geslegen en doolt, sim van smert.
't Is dat zij krachten put aan eene bron
die Mon niet genoeg en kent, maar zal
leeren kennen langs den lijdensweg, die
voor vele menschen de weg ls tot vrede,
licht en sterkte.
Ja, nu doolt hij, de groote, felle kerel,
kriepend Tijk een kind door zijn toege-
oelden krop: ach moeder! Ach moederke!
Hij was er wel bij in den tijd, om leute
en gerucht te maken en wild te zijn, om
te puggen binst de week, zonder last te
gevoelen, maar lijden, dat kan hij niet.
Wat zijn al die kleine tegenheden, die
hij tot nu onderstaan heeft in vergelij
king met het onverdragelijk lijden, dat
hem nu drukt.
Moeder moet berecht zijn. Moeder ls
ln stervensnood!
Is dat nu toch mogelijk, dat moeder
zou dood-gaan en weg zijn, weg voor al
tijd en daar op het kerkhof liggen, diep,
diep onder de eerde.
Hij krimpt van smert.
Zijn krop pijnigt hem van de oellng en
al zijn zenuwen beven van de gestadige
spanning.
En hij heeft zoo wild gjleefd en moeder
zoo dikwijls verdriet aangedaan.
Al zijn zotternijen spelen en dansen
voor zijn geest. Wat bracht dat alles bij?
Weg is 't; 't deed meermaals moeder krlj-
schen en nu zal ze sterven.
Kan een kind zich zulke gruwelijk» dln-
gen Inbeelden, dat zijne moeder ccn-s ster
ven zal en koud en stijf uitgestrekt liggen
en nooit meer die zoete, zoete kijkers
openen op hare kinders en nooit meer
dien gezegenden mond opendoen, om den
liefdedrang harer ziel op hare kinders te
lossen.
Hij, die zijne moeder zag sterven, weet
wat lijden is.
Mon doolt doelloos; wat schelen hem
nu die schoone zomervruchten, die geslo
ten, effen Tijk een dak. met hun verniste
blaren, in de zon te blinken staan.
Wat scheelt het hem, dat die eendelijke
schelven, van zes duizend schoven ieder,
hun kallemoeien al boven de hoogste top
pen der fruitboomen heffen en dat geheel
de schuur vol zit.
Al wat hij genoten en bezeten heeft, al
wat hij nog heeft, wat scheelt het hem,
als zijne moeder moet sterven. Wat scheel!
hem geheel de wereld.
Plots zinderen drie maal drie zware
klokkeslagen al over de velden.
't Is de beêklok voor de berechting.
Een lang verkropte snik schudt en slin
gert Mon en groote tranen springen uit
zijne oogen.
Ginder in de verte, langs den steenweg,
teekent het witte kleed van den ouden
pastoor af op de groene vruchten en uit
de hofpoort stapt de weduwe Breemeersch,
met den zakdoek voor de oogen; zij gaat
Mon voorbij zonder hem te zien, weenend,
heel haren zakdoek vol.
Clara Verkest deed heur mare, dat moe
der op sterven lag en haar begeerde t«
spreken en ze is gekomen en heeft lang
bij de zieke alleen geweest.
Wat de vrouwen bespraken is een ge
heim voor de kinders.
was opgestaan en reed den boer ln, maar
Mon sloeg hem, met den alaamsteert, in
den nek, dat hij kikte en in den dijk Tol
de; dan sprong hij, als een hoorn-dolle-
stier t' hoope-waart ln, slaande om rad-
af en tierde: Eerst dorsch ik uwe
ezelskoppen blamot en morgen klaag lk
u bij de wet aan.
Twee lagen te huilen ln 't zand en 't
overige der bende stak peze, dweers door
al de vruchten, zonder kwijtschrift te
vragen en 't scherminkelen was uit, voor
goed.
IX.
schot. Een boogschote van 't hof, zuid-
waart, ging er een IJselijk schreeuwen
op: Moord! moord! en daarna een gehuil,
lijk van een bende wilde beesten en dan
een getuit van hoorns en fluiten en pie
pers, dat er zijn ooren van zongen.
Daar was van alles ln: geschuifel en
geschreeuw, ossegeloel en potjedekgerin-
kel, kindergebleet en kattinnemiauwsel,
nu, de aangebrandste hutsepot dien men
zich kan inbeelden en om-end-om, scho
ten de honden en haans wakker en huil
den en blaften en kraalden; 't was een
gerucht van de andere wereld. En dan
verstond hij alles: Men scherminkelde
voor Julie Breemeersch; dat was Padot's
wraak.
Bevend lijk een blad, kokend van uit
zinnige gramschap, sprong hij de trappen
af en de voordeur uit, greep in 't eggen-
kot een dikken alaamsteert en vloog de
poort uit.
Hij zag door de donkerte een heele ben
de schimmen naderen, door de dreef. Een
stapke buiten de poort hurkte hij zich
in den gracht en liet ze naderen. Hij
verkende den schaper en boever uit de
Lange Dreef, twee koelers uit de buurt,
Trientje Sanders broêr en kozijn en dan
aan den top, hij kon haast zijne oogen
niet gelooven, hij verkende Padot, die
voor zijn eigen zelf scherminkelde, gewa
pend met de tuithoorn van 't hof.
Dat was genoeg. Met een sprong stond
Mon voor de bende. Hij sloeg Padot dat
hij, met twee drie tuimaletten, een heel
einde verder over de straat rollebolde en,
met den stok omhoog, stapte hij de bende
tegen en brieschte:
Achteruit, beesten! Hoort ge? bees
ten! zeg lk, bende slecht volk! die niet
weerdig en zljt in de schauwte te kruipen
van 't eerlijke meisje, dat ge wilt schand
vlekken. Achteruit! of lk breek u kop en
lijf-
Eerst stonden ze als van de hand Gods
geslegen, maar allengskens kwamen ze tot
hun zeiven en begonnen te morren. Padot
Daar werden ze hertelljk ontvangen; ze
kaartten een partijtje met moeder Bra
bandt en Berten, tot tegen avond en, toen
ze vertrokken, deed Berten hen uitgeleide.
Een stapke buiten 't hof hield Berten
ln: Mon sprak hij: waart ge
niet gekomen, ik zou u zelf opgezocht
hebben, want er is kwA grei ln de lucht.
Ik ben overtuigd dat 't geval van Padot
bij de weduwe Breemeersch u bekend is,
maar ge weet misschien niet, dat heel die
historie vandaag sterk beklapt geweest ls
en dat men, uit eenige opgeraapte woor
den besluit, dat Padot kwaad in zijn zin
heeft. Mon, ge moet zorgen, die vent ls
zot en zou zich leelljk op de Breemeersch's
of op u kunnen wreken, hoe of waar weet
ik het niet.
Mon gaf Berten de verzekering dat hij
op zijn hoede was.
En zeggen, vervolgde Berten: dat
ik er de schuld van ben, door mijne aan
jagingen. O! 't spijt me zóó; 't spijt me
zooveel te meer, daar lk overtuigd ben dat
gij te Breemeersch's uw hert verpand
hebt, Mon.
Bert je, Bertje, gij doenderik! loech
Mon: Wilt ge haast zwijgenI En moest
het nu eens waar zijn, wat zoudt ge zeg
gen?
Juist wat ik aan Miel zeidat ge ge
lijk hebt en als de liefde wel geplaatst ls,
dat er "t geluk op wacht.
Zóó, beste Jongen, dan moet ge ook
een lief dingske zoeken.
Ik? Nooit!
Berten sprak die woorden dof, doch
krachtvol uit.
Mon greep zijn hand en drukte ze straf,
diep bewogen. Berten voelde wel dat Mon
zijn geheim kende, doch dat pijnigde hem
niet, want hij wist zeker, had het slechts
van Mon afgehangen, dat zijn herte-
wensch moest vervuld geweest zijn.
De nacht was nu gevallen en toen Mon
en Miel van Berten afscheid genomen
hadden, stapten ze een wijle zwijgend
voort, zij aan zij. Mon. sprak Miyi
Uit ons volk. Voor ons volk.
roman door
EDWARD VERMEULEN
In 1910
fce&roond met den 1" prijs van Brabant.
't Was zoo Jammer dat moeder altijd
Voort kwijnde en maar niet wilde ver
knippen. Sommige dagen was ze nog ta
melijk wel, maar soms op een oogenblik
zonder redens, werd ze den asem afge
sneden, dat ae zwart en blauw werd en
dan was ze weêr merkelijk achteruit ge
gaan.
Dat was een gedurig zleleleed voor de
kinders en ze waren overeen gekomen
Laar geen oogenblik meer alleen te mton.
Toen Clara van de vespers terug geko
men was, stropte Mon zijn Zondagsche
kleêren aan om een trotje te doen naar
Tieghem's en Miel meê te doen naar boer
Brabandts', zoo zou de achternoen aange
naam voorbij gaan en hij zou vroeg fhuls
zijn.
Hij vond Miel op het hof rondslenteren
en ze trokken samen, al over de stoppels
naar Brabandt's hof.
Mon kon zijn geheim niet verdoken
houden voor zijn besten vriend en onder-
wege vertelde hij hem al zijne gevarenis-
sen en zijn liefde voor Julie Breemeersch:
Mon sprak Miel: Geen nieuws
vertelt ge mij, ik heb in uwe oogen en uw
hert gelezen en ik kende allang uw ge-
hem. Proficiat, jongen! gTiebt een schat
gevonden; hou maar aan. Wij hebben
omen Jongen tijd gehad en als de smaak
dn-ar is, wij moeten het ernstig meenen
en mannen worden, geen kindjes meer.
Dat deed Mon deugd en ze stapten, ver
trouwelijk klappend, Brabandt's hofpoo. te
blnn'.
Al over het afgeschoren land hong de
zon te blakeren.
De hitte speelde op de bloote stoppels,
'lijk op eene gloeiende kachel-hul; op de
daken der landsche woningen dansten
zotte spokelichtjes.
De haveroegst was t'einden en nu
wachtten de boeren slechts op een zo-
mervlaagske, zoo deugddoende aan de
brandige granen, om de laatste stuiken op
schelven te zetten.
Boer Verkest's volk ligt ln het loof aan
't verdunnen en dat gaat er zoo eenig
stil, zonder giecheling of gezang en, spre
ken ze nog een woord, 't is fluisterend.
Mon zelf wareert door de velden, maar
hij hoort noch en ziet; met het hoofd op
de borst slentert hij, 'lijk een doolaard.
Hij lijdt geweldig: moeder is gevaarlijk
ziek en de dokter heeft het lastig woord
uitgesproken: moeder zou moeten berecht
zijn!
Moeder moet berecht zijn!
Wat slag voor een kind!
Vrouw Verkest heeft met gerustheid de
woorden van den dokter aanhoord en is
in God gelaten, Tijk een kind ln zijn
moeders armen, tot alles bereid.
Zij heeft den rechten weg bewandeld,
als vrouw en moeder, eenvoudig en recht-
veerdig onder Gods oog, alleen levend voor
Gcd en haar huisgezin en haar hert is
ln vrede.
Ut Vervolgt.)
(Overdiok met toestemming van den
Uitgaverj
HH