Hulde aan Koning Albert; bij de Belgen in Frankrijk f Helaas! HIJ vermoedde het gevaar niet f en 'fc is dit droevig einde dat de wereld i ln verslagenheid gebracht heeft. PROFESSOR DE WULF AAN DE EER AARTSVERRADER Twee Missionarissen van het Missiehuis van Scheut tot Bisschop benoemd in Belgisch Congo Een Vlamertingsche Missionaris wordt Bissc^p 111 VAART IEPER-LEIE De verslagenheid door het onverwacht en pijnlijke afsterven van onzen geèerden Vorst trof even diep onze laodgenooten buiten als binnen Belgie. We ontvangen van beer Van Ee«e- Boenen uit Pont-Audemer tEure) een nummer van bet Journal de Pooi-Auoe- fryf r als hoofdartikel drukker-d liet ver- i ring van den rouwdienst, in che stad ge- bouden, ter zielelafenis van ocaec be treurden Koning. We nemen er volgende uit: De hulde aan de nagedachtenis van 'm Óen aftigen Koning der Be «en, en- m waarvan bet initiatief genomen werd EEN HULDEDAG AAN DB LEUVENSCHE ALMA MATER» gat beid ca la «tt pt door de Camerades de Combat Zondag aanleiding tot eene plechtig! even roerend als prachtig Inderdaad, in eenparige opwelling kwamen alle overheden, burgerlijke, mi- litaire en geestelijke, van het arron- dissement bijeen, met alle maatschap- pijen om aan de in rouw gehulde Natie blijk te geven van de onsterfelijke dank- baarheid van Frankrijk jegens den Ko- ning-soldaat. Bidder van de eer van zijn .In de kerk van Saint Ouen, versierd met al haar Fransche vlaggen, hadden godvruchtige handen de hjkbaar opge- stsld, omkleed met de Belgische kleuren, en aan den voet, de groote lauwerkroon gelegd, die herinnerde dat de Koning een der overwinnaars was van 1918. Binst dat de dooekiok klepte, kwamen de leden der Belgische Kolonie in grooten getalle plaats nemen in het koor, waar de plaatsen der families in rouw hun voor- f behouden waren. Het is elf en half uur. In de verte dreunt een trillende Marseillaise en men hoort, onder het spelen der trage en droevige treur march van Chopin, de lange en indrukwekkende stoet, langs weerszijden begeleid door een lange haag pompiers en scouts, aankomen. Dan komt eene lange opsomming van alle tegenwoordige overheden. De Aartspriester van Pont Audemer, gedocoreerd met het Orde van Koning Al- bert, verwelkomt de overheden aan het portaal der kerk en leidt ben naar hun voorbehouden plaatsen. De groote kerk is te klein. Ze vult zich vlug tot aan het hoogkoor, tot ln de minste hoeken. De aanwezigen staan tot op de straat. En nochtans ae staan daar Ingetogen en biddend, in een doodsche stilte, allen met een zelfde gedacht bezield. Volgt de beschrijving van den dienst, pleohtig en kunstig uitgevoerd, waarna de E. H. Van Eecke, die aalmoezenier is van de Belgen in het Eure-gebied, dan den predikstoel beklom, om de bedankingen te hernieuwen der Belgische kolonie en tevens de stichting, die voortgebracht wordt uit Bulk een geknakt leven, bekend te maken Zijne aandoening is groot; hij drukt zich uit in allen eenvoud, die ln nauw verband komt te staan met de welsprekendheid. En Pvenaoo den held waarvan er sprake ls, als alles wat aan hem doet denken, of ermede in nauw verband komt te staan, spreekt lüj uit met dezelfde eenvoudige kernach tigheid. En alle aandacht staat stug gespannen, wanneer de spreker de levensverhandeling van Albert I voorlegt, hij, die opvolger was Van een uitnemend prachtstuk, ontving reeds nog heel jong de koningskroon en gaf zich ten volte over aan zijn koninklijke taak, samen en geholpen door de koningin Elisabeth, die zoodanig breed zijn levens handelingen mededeelde en voelde, dat hunne twee namen onvergetelijk en on scheidbaar ons voor altijd in de geschie denis zullen blijven. Bij de regeering kwam hij voor den dag vastberaden en sterk, een blijvende ge dachte. Maar nooit zou de nederigheid van zijn levenswijze, zijn handelingen,, zijn aangenaam terughouden en niet groot- eprekerij, een gedacht kunnen gegeven hebben van zijn ridderlijken moed, hij die eens aan de sterkste macht van Euro pa de enge grendels van zijn klein ko ningdom gesloten hield. _JH| De sprekerjooc#- ïfpbétt "ervan sid derden en een spotlach op de gefronste gelaatstrekken verscheen, bij het be schouwen van liet ultimatum van Duitsoh- land's Keizer. Hij zegde: Maar voor wie houdt hij me dan en het tot nog toe nooit gehoorde: Ik bouw mijn stevigste vertrouwen op Belgie, want een land dat Eich verdedigt, mag overal zich toonen, en gaat geenszins ten onder Later dan, vastgeklampt aan de boor den van den IJzer, een laatste strookje van zijn vernietigden grond, sprak hij Bezie ons hier nu, geschraagd en geleid door de heldhaftigheid en Ja, dat zou hij bewijzen. Vervolgens, na den wapenstilstand te ruggekomen ln zijn verwoeste land, legde hij er zich op toe. samen met de koningin, om de orde en den welstand wederom te doen bloeien, de vreedzame en weldoende Orde, die een Vlaming zoo graag bezit. Alle andere werken beoefende hij en moedigde hij aan, deze als vorst, vriend verbondene, huisvader en goede kristen; en als fljn kenner, doorweekt en gekneed met de mensohenkennis, zeer geletterd, en zich 'uiterst verheugend in al wat maar ook Se kemUs aanging, bleef hij zoo dicht bij e zijnen, als het hem mogelijk was: te leven midden zijn volk, zonder besober 'ining nog hoede. 1 Zijn volk kan in dit ongeluk niet ge- looven; een ntet vermoeide en onverdroten I menigte defileerde dag en nacht voor het f levenloos lichaam van deze die men nog l Wüde terugzien en begroeten. En de Belgische Aalmoezenier eindigt rijn slotrede vol van geloof en onderwer Ping. I Onder algemeen* ontroering zingt de Aartspriester de Aibsouten en het In Paradisum Het groote orgel speelt indrukwekkend de i. Brafoanqonme terwijl de menigte in een diep stilzwijgen de kerk verlaat en zich samen eohaart op de Groote Markt en waar de vlaggen een regenboog van kleuren samenstellen. De Belgische families plaatsen zich ln t midden, terwijl op het vooplein M. de Onder-Prefekt, omringd van den Aarts priester. van M. Le Mtre, de hooge per sonaliteiten en de samengeschoolde me nigte, eerbiedwaardig een laatste maal de Brahancomne te hooren krijgen, uit gevoerd door de muziekmaatschappij, ter Herinnering aan Koning Albert en als hul de aan den nieuwen vorst der Belgen. Da plechtigheid is afgeloopen, de vlag gen vereenigen zich om M. de Onder Pre- fekt te vergezelten tot aan het stadhuis. De menigte gaat uiteen met ontroerd hart. Het uurwerk van Saint Ouen slaat het dertiende uur van den dag. •o«- K BEDANKING r Eerw. Heer Van Eecke, vroeg aan Journal de Pont-Audemer ln naam der Belgische Kolonie, volgende bedanking in te lassohen: Ter gelegenheid van den Ptechtigen Rouwdienst, gecelebreerd op 25 Februari, in de kerk van St Ouen voor zijn Majes teit Koning Albert I; de Belgische Kolonie voor de streek Pont-Audemer. zeer gevoe lig aan het grootsche spektakel der plech tigheid, en het overgroote getal aanwe zigen, biedt zijn gevoelens van erkentelijk heid aan, aan M. de Onder Prefekt, ver tegenwoordiger van het Fransche Gouver nement; aan M. de Volksvertegenwoor diger Le Mire, Ecre-Voorzltter van het Verbond der Oud-Strijders; aan alte dap pere Oud-Strijders; aan de Burgerlijke Overheid; aan alte vertegenwoordigde Maatschappijen en aan de zco talrijke be-1 Volting. gekomen ln een eenparige er. (£18 vervolg onderaan 7* kolom.) Woensdag te 15 uur had het huldebetoon aan Prof. De Wulf plaats, die nu 40 jaar de Wijsbegeerte doceert aan de Leuven- sche Hoogeschool. Hoewel het feest ln Intimiteit plaats had omwille van den nationalen rouw, waren zeker wel 4-500 bewonderaars van Heer Professor De Wulf vereen igd in de Pro motiezaal van de Universiteit, Naamsche straat. Onder de hooge aanwezigen stippen we aan: Z. Exc. MgT Lamlroy, Bisschop van Brugge; Mgr Ladeuze, rector magnificus van de Leuvense he Universiteit en Mgr Van Cauwenbergh, hulpbisschop van Z. Em. Kardinaal Van Roey. Verder Zijn Excell. den gezant van de Vereenigde Sta ten, talrijke.professors van de Leuvensche en van de andere Belgische en vreemde universiteiten; de leeraars in philosophic: de H H. Dupriël en De Coster, van Brus sel; De Bruyne, van Gent; Sassen, van Nijmegen; de Eerw. Paters Ghelünck en Hocedez, van de Gregoriaansohe univer siteit, enz. Mgr Noël, voorzitter van het hooger In stituut voor Philosophic, voerde de eerste het woord. Na een stille rouwhulde aan den overleden Vorst en een woord van herinnering aan Z. Em. Kardinaal Mer- cler, schetst spreker den levensloop van den geleerden jubilaris. Professor De Wulf is een oud-leerling, een vertrouweling en een medewerker van Kardinaal Merrier cn werd professor benoemd aan het hooger instituut voor philosophic in 1893. Samen met wijten Kardinaal Merrier vertegen woordigde hij het prestige van de Leuven sche hoogeschool ln de wetenschappelijke wereld. In 1919 vergezelde hij Kardinaal Merrier op zijn reis naar de Vereenigle Staten. Weldra werden aan prof. De Wulf cursussen In philosophic toevertrouwd 1* de faculteit van Philosophic en Letteren, In den grooten oorlog werd htj door de Faculteit van Letteren te Poitiers verzocht den leeraarstoel over te nemen van een professor die ten oorlog moest. Na den oorlog doceerde de H. De Wulf achtereen volgens te Harvard, ln de Vereenigde Sta ten, in Canada en onlangs nog te Durham in Engeland. Daarbij legde hij een ongehoorde actl viteit aan den dag en publiceerde in heel de wereld werken over phllosophische we tenschappen. Vooral ln de philosophic der middeleeuwen is hij sedert dertig jaar thuis. Prof. De Wulf ls daarbij historicus ln de soholastische philosophic en een strijder voor het neo-scholastisch systeem. Ook ls hij de bezieler van de door Kardi naai Merrier gestichte Revue néo-scolas- tique de philöwphie -Hij publiceerde te vens onuitgegeven werken van Belgische philosophen, vooral uit de middeleeuwen. De geachte jubilaris ontving talrijke eerbewijzen en onderscheidingen. Hij is lid )®Wte^fte^h^l^nsc1iappen, 1903-1917; tevens professor emeritus van de Har vard Universiteiten doctor honoris causa van de universiteit van Poitiers. HIJ gaf Conferenties ln veel steden van Frankrijk, Italië, Zwitserland, Engeland, Vereenigde Staten, Canada, Spanje, enz. Bij het einde zijner rede bood Mgr Noël den Jubilaris een bijzondere uitgave uit van een deel zijner werken, in een pracht boek uitgegeven en door openbare in schrijving bekostigd. Namen vervolgens nog het woord om den h. De Wulf te huldigen; de h. Nève de Mevergnles, leeraar aan de Luiksche uni versiteit, ln naam der oud-leerlingen; de h. Martino, rector aan de Academie te Poitiers; de heer Ruand, van de Harvard Universiteit en de h. Wauters ln naam der studenten. Vervolgens werd lezing gegeven van twee telegrammen van gelukwenschen, een van Vatikaanstad en een van Koning Leo pold HI. Er werd medegedeeld dat talrijke tele grammen toegekomen waren van vrienden en bewonderaars uit het Binnen- en Bui tenland, en uit de hooger onderwijsge stichten van: Brescia, Lithaunie, Was hington, New-York, Mlhan, Lyon, Rome, Toronto, Polen, Munchen, Sabonne (Pa rijs), College de la Paix, Crarovix, Ports mouth, Utrecht, Madrid, enz, enz Ontroerd dankte de h. De Wulf voor de hem bewezen eer. L EEN VAN DE TWAALF. De Heer had op rijn schouders geklopt. Hij was geen monster. Gekozen EJk de anderen, had hij ook zoowel als de ande ren den oproep beantwoord: Zie, ik kom en volg U.Hij had goed begonnen. Hij was bij den aanvang in 's Konings dienst geen verworpeling. De Heer kiest geen verdoemden op voorhand. Heiligen waren ae niet de twaalf, maar er zat stof- faüe in. om het met Gods hulp te «orden Een bedorven slechterik ging de Heer geen dag aan een stuk volgen zooals hij het jarenlang deed. Een dubbelzinnige val schaard met driekantige houding ging den klaren doorzie nden bhk van den Mees ter geen vier en twintig uren kunnen verdragen. HIJ leefde in intiemen omgang met den profeet en hij volgde Hem overal, zag betrouwvoi in de toekomst en dacht niet meer aan rijn vrouw en aan rijn pachtgoed. De persoon van Ohristus had hem aan getrokken als een zeilsteen. Voor dien Meester ontzag hij geen stappen, voor Hem kloeg hij niet als er maar korenaren plukken waren ln plaats van een bereid eetmaal. HIJ was voor Hem, zonder voor behoud. honderd per oen-t; hij verdedigde hem ten allen tijde, predikte en maakte progadanda voor Hem zooveel hij kon en WON nieuwe leerlingen bij in de kern- beweging. En wederzijds, rijn Meester betrouwde hem. nog meer zelfs dan de overigen want hij het hem de zorg over de gemeer.e beurs. Gewetensvol en begeesterd met een ideaal, kweet hij rijn taak. Door het dage- hjksch kon-takt met rijn Meester steeg hij in volmaaktheid. En op rijn steekkaart in den hemel had den de engelen de getuigenis gestift: Hij is een goede apostel. Uit Rome wordt gemeld dat twee missionarissen van Scheut tot Bis schop benoemd werden in Congo. Het vroegere Apostolisch Vicariaat van Leopoldstad werd in twee ver deeld: Leopoldstad Boma. Komen er als Bisschop benoemd te| worden: Monseigneur Joris Six, van Vlamer- tinge, Apostolisch Vicaris van Leo poldstad. Monseigneur Joseph Vanderhoven, van Luik, Apostolisch Vicaris van Boma. mm Nu heeft de Congregatie van Scheut de volgende bisschoppen in leven: In China: Mgr Abels; Mgr Janssens; -»0» Wat ons op deze plechtige hulde trof was het groot getal priesters en klooster lingen bijzonderlijk de jonge en stu denten er aanwezig. Hoe aanmoedigend voor ons, Katholie ken. al die Jonge krachten na te gaan die zich bereiden om den harden strijd voor onzen Godsdienst aan te gaan ten bate van hun volk. Hoe troostend en aanmoedigend moet het zijn voor den Heer De Wulf ln ge dachte te overloopen al de jongelingen die hij opgeleid en gedrild heeft om de Ka tholieke leer steeds meer en beter te doen kennen en verspreiden. Poperlnge mag fier zijn over zijn stads genoot. BIJ alle wenschen den Heer De Wulf te dezer gelegenheid aangeboden, bidden wij hem en zijne Geachte Familie, ook onze ootmoedige, maar welgemeende heilwen- schen te willen aanveerden. Geve God dat hij nog menig jaar zijn edel werk kan voortzetten I Door het Stadsbestuur van Poperlnge werd aan Heer Professor De Wulf volgend telegram toegestuurd: Professor De Wulf, Leuven. Gansch de bevolking uwer geliefde ge boortestad neemt met harte deel aan welverdiende huldebetoog. Burgemeester Lahaye. IIIIH41IIIIIBII zullen neerstorten zal ook de laatste cent uit hun zakken rollen. Na hun begrafenis staat hun huis nog recht met den gevel in simUL De goede Meester voe!t nog den kus, rijn wang gloeit er meer van, dan door den kaakslag van dien onbekenden soldaat van Kaïphas. En Maria weet a lies en voelt ook alles. Te vergeefs heeft Zij compasste met haren Zoon, voor Hem kan Ze niets doen om Hem te helpen; te vergeefs betft ze gebe den en geweend opdat de apostel rijn ver raad niet plegen zcu, rij beeft om berm- bertigheid gesmeekt omdat hij tot geer. wanhoopsdaad zou overgaan; ook vcor hem kon zij niets doen, zijn hart was van beton. Een apcsteiziel gir.g reddsk>06 ver loren en op welk cogenblik? En daarom ls liet dat die arme Lkrve Vrouw mot haar scborte hst water uit haar oogen dopt. A. Bi 2. DIEF. Het begon met een mervenestje, o, ent wat van niet. Een klein spaarpotje, dat kon dienen in kas van nood, men kon nooit weten. De appetijt lijk altijd kwam al etend. Weldra had hij twee mervenestjes en hij telde en cijferde, drie, vier, ...zes ponken; Satan telde en cijferde vier, vijf, zes zon den. Judas dadht zeker: Een apostel die cijfert en telt kan het ver brengen in het koninkrijk.». «Heel ver... tot een kus die doodtschaterlachte Satan op voor hand. In hoeveel étappen wordt die weg afgelegd? Die koers naar den af grond? Wanneer hij rijn gewetensonderzoek deed, (Indien hij het deed) moest hij tot de nuchtere bevinding komen: lk voed aan mijn boezem een serpentje dat eiken dag groeit en mij eens venijnig zal bijten. Maar het ls nog zoo klein, een onschul dig geestig beestje. Heel het diertje is maar een steertje. Inderdaad, het waren nog geen ronde sommetjes, 't was 't spreken niet weerd; maar de zaak zou toch ook een staartje krijgen. Dat een weinig serpenteiwerglft, daar in zekere zenuwoenters en klieren ingespuit, rijn wil kon verlammen, ver mosdde hij niet. Gelegenheden aanvaardde hij, zocht hij, onderhield hij. En de occasie maakt den dief, altijd geweest. In een oogenfclik van klaarte, ook de zinmsloazan hebben zulke momenten wilde hij rijn ontslag van éoonome aanbieden. Maar neen, hij praatte rijn fouten goed: 't was zijn bediening, zLjn ambtsplicht spaarzaam te rijn. Voor de knaging van zijn geweten nam hij een verdoofmlddel- tje dat de pijn verminderde en wegnam Dat er een gaatje was in de gemsene beurs en een wegeltje tot de private, dat hij kon goochelen van 't eene naar 't an dere... dat bleef toch een geheim. Dat heette een slimme toer van een financier. Hij biechtte- het niet. De Meester zei er niets van en gaf geen straf of penitentie. Het werd een ge woonte, moeilijk om laten. Hij verdook eerst zijn geld, daarna zijn fout. Hij over tuigde rijn binnenste: Gij hebt gelijk, gij zijt d.d. schabbewaarder.». En hij lepelde zijfi-soep binnen lijk tevoren. S. IüL"iK,HW uego, waar om balfwege blijven haperen? Men liegt weldra voor anderen. Er was aan hem geen reohter kant te krijgen Driehonderd denariën, het loon van driehonderd dagen arbeid en dat zoo maar in reukwerk verkwisten; maar men kon honderd arme menschen daarmee blijde maken.HIJ was dul op Magdalena en haar parfumerie. En rijn gierigheid sprak des te luider dat ze als haut-parleur de liefdadigheid gebruikte. Ze sprak schoon in naam der armen die hun nood klagen, koopbare ziel, bereid om een ander te verkoopen en te leveren. Er is geen doen meer aan. Waar zal dat eindigen? Tot aan het voorstel van den zakenman: Hoeveel geeft gij mij, en ik zal Hem u overleveren. Als hij geen zedenleer meer eerbiedigt, ln plaats van een moraal zal hij een esthe tiek vinden, al dat schoon is, om rijn koopje te verbloemen; hij zal op de plan ken treden als kluchtspeler ln een trage die, huichelen tot in de omarming, gebaren dat hij een volmaakt berouw heeft, en den kus geven der verzoening; hij wil er hon derd geven, het kost niets. Kussen verarmt niemand. Met een vloed van zeemzoete woorden wil hij rijn kwaad afkoopen. Woorden rijn geen oorden. Het kwaad is logisch tot het einde, tot het strop inbegrepen. De man van al of nietskluchtspeler tot ter dood. Hij snoerde eerst zijn beurs, daarna rijn ge weten, verder zijn hert, ook rijn Meesters- keel en eindelijk de zijne. BIJ rijn begrafenis op den bloedakker, heeft niemand een lijkrede uitgesproken. Het laatste schoon woord in zijn leven had hij gekregen van rijn Slachtoffer in dan Olijvenhof: «Mijn vriend.». Het Slachtoffer wanhoopte niet van rijn 4. MOORDENAAR. De liefde voor dat serpenten jong heeft alle andere liefde verwurgd. Slaaf van rijn drift, wanneer die drift hem met al de kracht en de klam van den dwingeland zal gebieden, hij zal buigen en blindelings gehoorzamen als een slaaf. Voor een slaaf telt niets meer, noch eer, noch vriendsohap, noch positie, nooh toe komst. Voor dssa slaaf der geldzucht telt maar ééne zaak: GELD. Dertig zilverlingen, prijs van een merasoh, bloedgeld. Van al degenen die schuld -hebben aan 's Heerens bloed zal hij de plichtigste zijn. De klank van 't geld rinkelt zoeter dan de zaahte stem van den Meester die hem vriendelijk spreekt al rijn voeten was- sohend. Doof op dit oor, hard van oor hard van hert... Zooals het water van het voetbad het verbot vel zijner voetzolen niet verzacht, zoo zullen de warme tranen die uit 's Heeren oogen langs rijn schene- been vloeien rijn hard gemoed niet ver- milderen. Als de God-memoch in persoon het niet vermag, wie zal een rots in simili doen weenen? Er ls een soort ijsblok die in geen oven smelt, maar die koelte brengt in een hellevuur. Satan is ln hem. ook met dien heeft hdj handel gedreven. Hoe is de duivel binnen gekomen? Zonder eenaelvigheldskaart, (maar met een masker). Het waren maar merve- n-astjes. En 't was voor de armen. 5. HOPELOOS. Hot is dus mogelijk verloren te gaan ïnet Jezus aan uw zijde. Waarom niet, als men bij den duivel te biecht gaat, voor klin kende geldstukken of klinkende zoenen? Er rijn nog menschen, het rijn geen wangedrochten, «mat ze dragen kol en manchetten, gij acwdt ze Onzen Heer ge ven zonder biechten, ze bezitten het genie van het kwaad en de kunst om zich te grl- mecren, ze nemen dat itiet zoo hocg op en as klimmen niet op c-en 'xxm ergens in de vallei van Oedron. Maar ze zijn ook niet aan 't einde van hun fi'an. Hun «enzelvigheidskaart draagt geen verreder «naam. Wanneer buil ingewanden Mgr Desmedt; Mgr Joosten; Mgr Van Dijck; Mgr Schot te; Mgr Otto; Mgr Fre- derix. In Congo: Mgr Declereq; Mgr De Boeck; Mgr Ronselé: Mgr Decleene; Mgr Vander hoven; Mgr Six. De Phiiippijnen: Mgr Jurgens. Daarbij nog een Apostolisch Prefect Mgr Van de Walle en dan nog drie ge wezen apostolische prefecten: E. P. Daems (nu algemeen Overste der Congregatie van Scheut) en E. P. J. Hoogers en P. Cambier. Het is misschien van belang te weten dat den 1 Januari 1934 de missiecongre gatie van Scheut 1038 leden telde en dat zij in de missiën van China, Congo en de Phiiippijnen zorgt voor meer dan 650.000 gedoopten en voor meer dan 100.000 cate chumenen ongeveer allen van het heiden dom gewonnen door haar missionarissen. -•o»- Het is een groote eer voor Vla-~ mertinge een Bisschop onder haar inboorlingen te teüen en de paro-' chianen zijn allen fier over de be noeming van den Vlamertingschen Bisschop!... Men staat vol bewondering over het grootsche werk dat Eerw. Pa ter Six tijdens zijn missieleven af gelegd heeft: In KANGU, het begin van zijn zendelingsleven; In BOMA, waar hij schoolkapel- len bouwde in al de dorpen tus- schen Boma en Banana; In MUANDA, het beproefde Mu anda, met zijn griep en water gebrek dat hij wist op te beuren. In SCHEUT waar hij, in een rustperiode, de zorg voor 't stof felijke waarnam, en men zijn bouwmeesterstalent benuttigde. In LEOPOLDSTAD, waar hij als jj pastoor zijn honderden zwarten bijstond in hospitalen en negerd hutten en waar hij tevens een gulle vriend was voor alle blanken van de hoofdstad, zoo missionaris sen als kolonisten. Daarom groeten allen eerbiedig en met liefde DEN NIEUWEN Verleden week Vrijdag namiddag 2" Maart 1934, kwam hier het verheugend nieuws toe dat Z. H. de Paus Pius XI den Eerweerden Pater Joris Six, pastoor te Leopoldstad (Belgisch Kongo) en Missio naris van Scheut tart Apostolisch Vicaris van het Vicariaat van Leopoldstad be noemd had!... Zondag binst al de Missen werd dit blij de nieuws van op den predikstoel aan de geloovlgen aangekondigd en ter gelegen heid van deze eervolle benoeming van een parochiaan werden de huizen bevlagd!... Eerweerde Pater Hildon-George-Marie Six, zoon van Cyrlel en van Ludovlca- Maria Parret, werd geboren te Vlamertin- ge, den 20 Oktober 1887. Hij deed rijn humaniora aan St Vin centlus College te leper en op 8 September 1907 trad htj in het Missiehuls van Scheut. Op 8 September 1908 sprak hij zijn eerste geloften uit en op 20 Juli 1913 werd hij te Scheut door Mgr Christiaens tot priester gewijd. Op 29 JuU 1913 droeg hij zijn eerste H. Mis op in de parochiale kerk van Sint Vedastus te Vlamertinge. Op 19 Februari 1914 vertrok Eerweerde Pater Six als zendeling naar den missie post van Kangu XMteyombe) in Belgisch Kongo. eir-ncirewr-tA-x ".oio verbleef hij te BP"»» Monseigneur SIX BISSCHOP VAN LEOPOLDSTAD, (de Congoleesche hoofdstad) h den ondernemenden opvolger van Mgr De Cleene. dorpen gelegen op den Kongostroom tus- schen Boma en Banana. In 1919 werd hij benoemd tot Overste van Muanda bij Banana en in 1921 tot pastoor van Leopoldstad. In Mei 1928 keerde Eerw. Pater Six naar België terug om wat rust te genieten en zijn familie te bezoeken, doch pas hier aangeland werd hij tot Econoom aange steld van het Moederhuls der Congregatie van Scheut. Op Vrijdag 24 Oktober 1930 is hij aan boord van het schip Ellsabethvillewe derom naar Kongo afgereisd alwaar hij opnieuw het pastoorschap van Leopold stad waarnam. In de vergadering van de kerkelijke Missieoversten gehouden te leopoldstad van 19 tot 30 Oktober 1932 werd aan Eer weerden Pater Six het eervol ambt van Secretaris toevertrouwd. In deze vergade ring waren Hunne Excellenties de Bis schoppen en al de Apostolische Prefekten der verscheidene missiën van Belgisch Kongo en Ruanda-Urundi tegenwoordig onder het voorzitterschap van Zijne Ex cellentie Monseigneur Dellepiane, Aposto lisch Delegaat van Belgisch Kongo. WIJ bieden Mgr Six, zijne achtbare -- - 1n wenschen aan! VERGADERING TE IEPER OP ZONDAG 4 MAART 1934 De vergadering werd voorgezeten door den Heer Advokaat Butaye, Voorzitter der Federatie der Geteisterden. Namen ook plaats aan het bureel de Heer Se nator Mullie, de Heer Schepen Lema- hieu van leper, de Heer Hector Vermeu len, Voorzitter der Handels- en Nijver heidskamer van leper, en de Heer Geu ten, Bestuurder te Wervik. Onder de aanwezigende H.H. Lom mez, Bestendige Afgevaardigde t'Ieper; de Heer Dujardin, Burgemeester van Komen; de Heer Sobry, Oud-Burge meester van leper; de Heeren Burge meesters of Schepenen der gemeenten Houtem, Hollebeke, Poelkapelle, Zille- beke, Zuidschote, 3oezinge, Voormezele de Heer Iweins d'Eeckhoutte, verschei dene dagbladcorrespondenten en ver scheidene Leden van het Bestuur der Handels- en Nijverheidskamer. De Heer Butaye opent de zitting en, vóór eene rechtstaande vergadering, drukt hij de droefheid uit veroorzaakt door het afsterven van Koning Albert; de geteisterden verliezen in hem een ge trouwen vriend, die dikwijls in hun voor deel tusschenkwam. Wij hadden nu in hem onze hoop gesteld voor de oplos sing van het vraagstuk van het herstel der vaart Ieper-Komen. Wij zullen thans ons vertrouwen stellen in onzen nieuwen Vorst die zal waardig zijn van zijn groo ten Vader. Hij laat weten dat de Heeren Gillon, Senator; Deponthicu, Senator; Butaye, Kamerlid; Jan Vander Ghote, Burge meester van leper; Benoni Vermeulen, Burgemeester van St Jan; Dr Brutsaert van Poperinge belet zijn aan de verga dering deel te nemen, cn zich eens ver klaren met de te nemen besluiten. Alsdan verleent hij het woord aan Heer Hector Vermeulen die zich verontschul digt geen spreker te zijn en den volgen den tekst afleest: «Tijdens de vergadering van de Fede ratie der Geteisterden van het Arrondis sement leper, gehouden in Januari 1.1., werd besloten, in samenwerking met de Handels- en Nijverheidskamer van leper, op heden een vergadering te beleggen, waartoe de Heeren Mandatarissen bij Kamer en Senaat en de Burgemeesters der belanghebbende Gemeenten zouden uitgenoodigd worden, met als dagorde: Middels te beramen om een spoedig herstel der vaart Ieper-Komen te beko men. Sedert de strijd voor het herstel van dezen waterweg werd aangevangen, heb ben wij, bij middel der drukpers, de zaak breedvoerig en onder al hare oogpunten uiteengezet. Ik twijfel er niet aan of gij hebt allen gelezen wat de pers daarover heeft geschreven. Ook hebt gij zonder twijfel kennis genomen van de argumen ten bevat in de brochure, geteekend door den Heer Vander Ghote, Burgemeester van leper, den Heer Arthur Butaye en door mij, alsook van de erbijgevoegde redevoeringen die, op 29 Juli 1.1., ten Stadliuizc van leper door den H. Claeys, Bestuurder, en den H. De Wulf, Hoofd ingenieur van den Provincialen Dienst van Bruggen en Wegen, werden uitge sproken. Ik spreek dus niet voor een midden van oningewijden, en ik mag mij, in mijne uiteenzetting, beperken de hier gestelde kwestie in baar grootste lijnen te schet sen. Wat is een rivier, een stroom? De wa terlossing eencr streek. En wat geeft aan dien waterweg zijne kenmerken? De *a- tuur van den grond. Daarom is het dat de klei, welke hier den naam draagt van Iepersche klei (onder het volk de Blauwe Spie), aan den stroom de Ijzer zijn ka rakter geeft. Deze laag klei vangt aan in het Noor den van Frankrijk en de omstreken van Doornijk en neemt toe in dikte in een Noord-Westelijke richting. Enkele nieters dik te Arques, La Madeleine cn bij Door nijk, is zij réeds 50 meters dik te Moes- kroen, 109 te Roeselare, 100 te Duinkerke, 136 te Oostende, 177 te Blankenberge. Zij komt aan de oppervlakte in Enge- iandd en draagt er den naam van Lon- densche klei, daar Londen er op gebouwd is. Deze ondoordringbare klei maakt dat het regenwater van geheel de IJzerstreek weinig of niet den grond indringt, en schier onmiddellijk langs den aflosser, de Ijzer, naar de zee vloeit. Vandaar ge heel die groote streek van polders en broeklanden, zoo dikwijls overstroomd, en, daar het regenwater bijna al weg vloeit, toch lijdende, zooals nu, aan wa- terschaarschte, zoodra een lange periode van droogte intreedt. Vandaar de Ijzer, een stroom geweldig in regentijd, onbevaarbaar in droge sei zoenen. Vandaar een kanaal Ieper-IJzer met hetzelfde karakter. De onstandvastige bevaarbaarheid 13 de voorname reden waarom handel en nij verheid zich in het IJzerbekken zoo moei lijk ontwikkelen, waarom Nieuwpoort zóó weinig voortuitgaathandel en nijverheid zijn planten die maar kunnen gedijen, daar waar een standvastigen voordeeli- gen toestand bestaat I Welnu, die onzekere, die nadeelige toe stand hier kan verholpen worden. Reeds van in de jaren zestien honderd hebben onze Iepersche voorouders dit doel nage streefd door eene verbinding tusschen leper en de Leie en door water te put ten in de Leie om de scheepvaart in het IJzerbekken te regelen. Want is de Ijzer grillig, de Leie integendeel heeft een standvastige strooming, en met reden draagt ze den wereldberoemden naam van Gouden RivierLangs al haar oevers schept zij welstand, en sedert verleden eeuw dienen haar wateren tot het spij zen der fabrieken van Roebaais, Toer- konje, der vaart Kortrijk-Bossuit, tus schen Leie en Schelde, en van het ka naal Roeselare-Ooigem op de Leie, dat aan geheel het Roeselaarsche groei en bloei heeft gegeven. En hetgeen eigenaardig is, 't is dat de verbinding IJzer-Leie, langs Ieper-Ko men, begonnen werd in 1860, verscheidene jaren vóór het graven der verbinding Roeselare-Leie en van het kanaal van Bossuit. Ware zij gelukt, dan was het vraagstuk van den bloei van leper, Diks- muide en Nieuwpoort sedert lang reeds opgelost. De plichtige aan deze mislukking is diezelfde Iepersche klei, en ik herhaal wat wij in onze brochure schreven: Het is op deze laag, en dit namelijk op een afstand van meer dan dertien ki lometers, dat de vaart van leper naar Komen rust. Zoolang zij ongenaakt in haar natuurlijken staat behouden blijft en steeds den zelfden waktcgraad heeft, vormt zij een der beste onderlagen. Doch, eens blootgelegd en aan de warmte der zon en aan de guurheden van het weder blootgesteld, verandert de waktegraad de zer kleilaag, die dan inkrimpt of zwelt, en alzoo een ongehoorde kracht ont wikkelt. Het is deze zweikracht, die oor zaak was der instorting van de tunnels en van de groote brug te Hollebeke, ter wijl wat verder de sluizen, in 1912 ut de sleuf van Hollebeke gebouwd, doch rus tende op de niet omwoelde kleilaag, in even goeden staat bewaard zijn gebleven al3 de andere sluizen der vaart. Doch wij ivaderex «k» T'~ssing. Uit ieder tegenslag hebben onze technici ge leerd: de wetenschap is in de laatste ja ren met reuzenschreden vooruitgegaan, en wanneer wij het herstel van het moei lijk gedeelte der sleuf van Hollebeke, die hoogstens 700 m. langs is, vergelijken met de werken van Eigenbilsen en van de Antwerpsche tunnels, dan schijnt ons het werk van Hollebeke een kinderspel. De Heer Bestuurder E. Claeys heeft overigens op 29 Juli 1.1. verklaard: «Ge zien de technische middelen waarover men thans beschikt en de ondervinding welke men heeft opgedaan, moet men, volgens mij, niet vreezen van ook dit pand in orde te brengen. Alle Ingenieurs onzer diensten van Bruggen en Wegen, die wij raadpleeg den, zijn het eens met de meening van den Heer Claeys, en ik verklaar hier, zonder vrees van tegenspraak, dat het vraagstuk van Hollebeke in den voet van onze zoo bekwame Ingenieurs, eenen doorn is dien allen verlangen ten spoe digste te zien verdwijnen. In 1853 zegde onze beroemde Volksver- tegenwoordidger en Burgemeester Alfons Vandenpeereboom, de belangen onzer streek in de Kamers verdedigendeIk denk dat, indien het gansche Land bij draagt in de kosten van het Vaderland, de rechtvaardigheid eischt dat er gezorgd worde, in de mate van het mogelijke, dat de voordeeleu der uitgaven het Land dóór bedeeld worden. Nog nooit meer dan thans zouden die woorden in het Parlement dienen her haald te worden en er met gerechtigheid klinken, want de oorlog heeft hier dat evenwicht gebroken. De platgeschotene frontgemeenten hebben alles verloren. Van al de instellingen, die den welstand van leper en de streek uitmaakten, werd veel niet teruggegeven. Moet ik noemen: de Rijschool, de Regimentschool, het Ba taljon van het 3* Linie, de Hoefsmeden- school, de Weldadigheidsschoot, het Ko ninklijk Instituut van Meesen die. sa men, 3.500 personen een bestaan given. Aan den huidigen koers van den frank maakt dit een verlies van 100.000 frank daagt, die hier nering zouden brengen en aan geheel onze bevolking ten goede komen. Het heroprichten alleen der vroegere gebouwen, dat nochtans door de wet op de oorlogsschade gewaarborgd werd, zou minstens 50 millioen franken kosten. Op 29 Juli 1.1. verklaarde de Heer Hoofd-Ingenieur De Wulf: «Wij schat ten dat het volledig herstel der vaart niet meer dan 35 millioen zal kosten. Met het kanaal Ieper-Komen te her stellen, zou de Staat dus slechts een ge deelte zijner verbintenissen nakomen, maar een gedeelte van het allergrootste belang, want het zou leper toelaten te werken, het zou de oplossing geven aan het vraagstuk der verbinding IJzer-Leie, het zou het IJzervraagstuk oplossen, het zou de herleving van al de Gemeenten gelegen tusschen Nieuwpoort en Komen toelaten. Het zal binnen veertien dagen een jaar geleden zijn dat het eerste schip te leper langs de herstelde vaart Ieper-IJzer aan kwam. De scheepvaart ving aan in Maart 1933 met zes schepen en 312 ton lading. In April werden 460 ton aangebracht door 10 schepenin Mei 493 ton door 9 schepen; in Juni 658 ton door 10 sche pen, en in Juli 1140 ton met 15 vaar tuigen. In Oogst en September boekte men slechts 1 cn 3 schepen met 35 en 130 tonnemaat, want men stipte toen een waterdaling aan in den Ijzer, die zonk tot meer dan 0,90 m. beneden zijne ge wone waterhoogte, hetgeen de scheep vaart belette. Inthsschen hadden pompingen plaats om het bovenpand van de vaart tusschen leper en Boezinge genoegzaam in water te voorzien en de normale diepgang der schepen te verzekeren, maar het zakken van het waterpeil van den Ijzer legde de scheepvaart volledig stil. Voetstappen aangewend om den Ijzer van water te voorzieh waren vruchteloos, en het was slechts in October, wanneer de suikerfabriek van Veurne bij gebrek aan water stil lag, dat de Ijzer met wa ter der Schelde bevoorraad werd. In October kwamen 8 schepen met 392 ton, en in ïJécembeV8 kwarn' scfitptoe van 40 ton, want vanaf 2 December tot 15 Januari werd alle scheepvaart door de vorst stopgezet. In het jaar 1933, vanaf Maart, zijn t'Ieper dus 81 schepen het kanaal bin nengevaren, geladen met 5117 ton goe deren. En nu dit jaar, van 15 tot 31 Januari, kwamen tien schepen met 898 ton; in Februari 28 schepen met 2191 ton, en in de drie eerste dagen van Maart zijn vijf schepen binnen gevaren; 't zij gemiddeld een schip daags. Deze opsomming is sprekend, en men kan zich daardoor overtuigen dat, bij re gelmatige waterhoogte, eene scheepvaart beweging zou ontstaan die met den dag steeds belangrijker zou worden. Ongelukkiglijk door 't verlies van wa ter bij 't versassen, is het waterpeil ge daald tot 1,62 m., zoodat de zwaar ge laden schepen voortaan moeten gelicht worden en dat de scheepvaart binnen weinige dagen onmogelijk zal wórden, als men 't bovenpand geen water toebrengt. De opgedane ondervinding toont de dringende noodzakelijkheid van eene re gelmatige waterspijzing, en dit kan al leen geschieden met de wateren der Leie langs de vaart Komen-Ieper; aldus aan Nieuwpoort een regelmatige verbinding gevende met zijn hinterlandhet Kort- rijksche, het Walenland en Noord-Frank rijk. Van die herleving zijn die Heeren van Diksmuide getuige, en, indien zij niet blind zijn, dan zien zij dagelijks de schepen Diksmuide voorbijtrekken; in dien zij niet doof zijn, dan hooren zij de reden waarom die scheepvaart dik wijls stop wordt gezet, en, indien zij eenigszins van goeden wil zijn, dan moe ten zij eindelijk zien langs waar hunne echte, hunne mogelijke belangen liggen. Op de vergadering van Januari 1.1. werd ik belast bij de Heeren Burgemeesters van Diksmuide en Nieuwpoort stappen aan te wenden, ten einde hen te over tuigen samen te werken voor de eenige mogelijke oplossing van het vraagstuk der verbinding IJzer-Leie, 't is te zeggen langs Ieper-Komen. Als gevolg daarop, werd Maandag laatst te Diksmuide eene vergadering gehouden ten voordeele der verbinding langs Roeselare. Ik moet de inrichters daarvoor bedanken, want zij geven mij heden de gelegenheid den weinigen ernst van hunne redeneering te doen uitschij nen. De ondergrond tusschen Diksmuide en Roeselare is dezelfde klei als tusschen leper en Komen. De zoogezegde natuur lijke spijzing is daar niet méér mogelijk als hier: ware het anders, dan hadde de Ijzer verleden zomer zijn peil moeten kunnen behouden met de waters komende van daar, en dat is niet geschied. En terwijl de Heeren Ingenieurs De Raedt en Maertens voor een kanaal Roe- selare-Diksmuide zes sassen voorzien, maakt de Heer Daenens er een met vier sassen, waardoor hij, in een pand van een tiental kilometers, ten volle in de Iepersche klei zou graven, met gevaar van instorting gelijk vóór den oorlog te Hollebeke. En terwijl de Heer F. Maertens, Ka- binets-Overste van den Heer Minister van Openbare Werken, in zijn verslag over de binnenvaarten in West-VIaande- ren het tijdverlies door een sas gelijk stelt met een kilometer vaart, vermenig vuldigt de Heer Daenens met vijf kilo meters. Er werd op de vergadering van Diks muide beweerd dat de Handelskamcrs van Doornijk en Bergen zich aan de zijde scharen van Diksmuide. Deze Handelska mers houden zich geheel en al onzijdig. Er werd daar ook voorgesteld een ba naal te vragen voor schepen van 600 ton I Wij, kleine Ieperlingen, stellen ons te vreden met een kanaal passende op Óen Ijzer en de Leie waar enkel schepen van 300 ton kunnen varen 1 Het is niet te verwonderen dat de Heer V) 211 Frans Brusselmans, misschien «d een zeker humour, de ojmieriir^ dat hel ontwerp op een onvo technische, financieele en ccchiq_ studie van het vraagstuk berustte. Terwijl de vaart Ieper-Komen i de lucht gegrepen droom is, dat fc staat, en slechts hoeft hersteld teV den. De-Héér Daenens kloeg over dat Diksmuide sedert eeuwen kwijlt hij goed de geschiedenis gelezen, l* hij bestatigd hebben, dat Diks.meii Nieuwpoort bloeiden wanneer Ie[>e[c tig was, en dat hun bloei vertoeft den val van leper, eq hij zou er tuurlijke gevolgtrekking uit gemaal^ ben datWanneer Iepar opniesr* bloeiciu Diksmuide en Niemvpooit r hertéveu zullen. '■H t En nu nog een laatste woord ort- K IJzerenwegbruj? te Kaaskerke er. fiet van Fintele. De bestaande voortoog ,g a brug te. Kaaskerke biedt slechts een 1 hoogte 'boven het waterpeil van 3 7 ter, terwijl 4 meter van doen zijn. heeft voor gevolg dat ongeladen sch» er niet onder kunnen varen, en over f tete Sas langs de Loovaart en V.t- een omweg moeten doen. Daar het t tele Sas maar 29 meters lang is, nen schepen van meer dan 100 ton niet varen, terwijl de Ijzer en de Ieper-IJzer voor schepen van 300 ton maakt zijn. Er werd in het budget van 1934 v miljoen voorzien voor den herbouw brug van Kaaskerke. Ik bid de Hee. Mandatarissen bij den bevoegden li ter te willen aandringen opdat de wer^arp zonder verderen uitstel zouden uitgev -. - en voltooid worden. In 1914 lagen de steenen gereed de verlenging van het Sas van Fir:-, In deze kwestie ook bid ik onze \V gemvoordigers in Kamer en Scnaa: willen tusschenkomen. Ik bedank de Heeren Mandatarissfn,Lrii Burgemeesters voor hunne talrijke - nrr komst. Het vraagstuk dat behandeld v- is een levenskwestie voor geheel bet l, den van Vlaanderen, cn ik druk de II uit dat onze bevolking weldra den gt kigen dag moge beleven waarop, (li aan de krachïige tusschenkomst van c: Mandatarissen, aan de verbinding Leie met den Ijzer, langs Ieper-Koir., een aanvang zal gemaakt worden. Er waren in de Middeleeuwen 'y zustersteden die den bloei en dt tlr van Vlaanderen maakten, Gent, Brug, en leper. Verledetie eeuw getroostte zich het' derland groote opofferingen om Gen! Brugge te doen herleven, alleen lepjons die alles opofferde binst den oorlzaal vraagt nog opofferingen. inga Het kanaal Komen-Ieper, met lepe: plaatsen aan de kruising van water? gen cn het te verbinden met de zee met de nijverheidsstreken van Belgie Frankrijk is bij machte die out wat. te bewerken. Het Vaderland mag aan die plicüt ri te kort blijven: het heeft cr te veelve,en Fr Yi Zi deel bij. k Die zakelijke aanspraak werd !ang.gt ;ll luid toegejuichd v' y van De Heer Geuten beziet dan het vrjj P stuk onder het oogpunt der oorlogsscNi t- de. Dat men zooveel vaarten gravt men wil, maar de vaart Ieper-Leit r de voorkeur hebben. Hij toont e? kaart de moeilijkheden van het nu van een kanaal tusschen Diksmuide 6jroF Roeselare, bevgstigt dat Roeselare £tejï zins verlangt aan Diksmuide per te*" verbonden te worden. En daarvoor ztl ontzaggelijke onteigeningen en kost'5", doen! Er is maar eene logische eri goe koope oplossing: de vaart Ieper-KoiiIe Hij betreurt zoo weinig Mandatari-W tegenwoordig te zien' en voegt er t «Wij zullen dus zooveel mogelijk opt- eigen zeiven moeten rekenen.Hij ili voor een verdedigingscomiteit te sticht# De Heer Dujardin, Burgemeester vz 1 Komen, sluit zicli aan bij de zienswip van M. Geuten. Komen heeft reeds i, 2 voorbeeld gegeven met een dagorde £rj[ stemmen ten voordeele der vaart lept: Komen. De Heer Lommez bevestigt dat Rc ;selarp ■- -vaw-y,--:: - niet houdt. Ujt een gesprek "met ta-Kws Senator Vaneoullic blijkt, dat Uoestta8 vooral een centrum is van verspier, der waren die in zijne haven aankowabi Dit zou hier ook het geval wezen, es 'ro\ vaart leper zou ten beste komen aan ik de gemeenten van onze streek. Hij he B- reeds den Heer Vermeulen gedocumtos teerd en zal het nog doen. Hij vraagt rtOO den Heer Vermeulen -een af chritt wie zijne rede, ten einde ze aan de Proéfg ciale Commissie de werken te onderwt pen. De Heer Vermeulen bedankt den Ht Lommez voor zijn steun, en belooft Ir nauwkeurig in te lichten betreffende toestand der vaart Ieper-IJzer. De He Vermeulen geeft alsdan lezing van In volgend besluit dat door allen aangen? men wordtn BESLUIT. De vergadering van 4 Maart 1934, bij eengeroepen door het Bestuur der Fed? ratie der Geteisterden en der Handtk en Nijverheidskamer van leper, en waai aan deel namen de Heer Senator Mulliian de Heer Bestendige Afgevaardigde Lonoo mez, de Heer Schepen Lemahieu W.\' leper, de Heer Dujardin, Burgemeeste van Komen, en de Heeren Burgemeester of Schepenen van Houtem, Hollebeke r Poelkapelle, Zillebeke, Voormezele, Bot zinge en Zuidschote gezien de dringendheid van aan liuirSt streek den herbloei te geven welken zij voor de verdediging en vrijheid van hei Vaderland, door den oorlog verloren heeft; gezien het herstel der vaart Ieper-Ko-^ men het middel is om handel, nijverhei! en landbouw toe te laten te ontstaan er-, zich te ontwikkelen gezien de regelmatige bevaarbaarheid y van den Ijzer en van het kanaal Ieper-,n Ijzer slechts kan bekomen worden door'j- eene spijzing van de Leie langs leper- y Komengezien dit reeds geschiedt vootp.j andere kanalen der streek en dat de be* komene uitslagen onbetwistbaar zijn; gezien de verbinding van het Ijzer- hekken aan het Leiebekken langs Ieper- Komen het kortste, goedkoopste en reed! aangelegd middel is om deze te Nieuw poort in betrekking te brengen met zij» natuurlijk hinterland: het Kortrijkscht het Walenland en Noord-Frankrijk; gezien dit herstel een middel zal wezelC om de werkloosheid te bekampen; drukt den wensch uit het herstel M vaart Ieper-Komen onmiddellijk te zie» aanvangen en besluit dezen wensch over te na- ken aan Zijne Majesteit Koning Leo pold III, aan den Heer Eersten Minister 0 de Broqueville, aan den Heer Minister van Financiën Jaspar en aan den "leef Minister van Openbare Werken <1* De Heer Schepen Coulicr, van F,oe- f zinge, toont daarna de noodzakelijkheid aan van in alle dorpen langs de vaart Komen-Ieper losplaatsen te voorzien. Hij zet uiteen de moeilijkbeden wcike de ge meente Boezinge onder dat oogpunt ont moet beeft. Het is eene les voor de an-r dere gemeenten. De Heer Sobry vraagt de samt-mvr- king van de West-Vlaamschc frc-ntgc- 1 meenten om de vaart leper-Koniui t< zien opdoen. De Heer Arthur Butaye stelt voor op 4 8 April aanstaande eene vergadering tt houden voor al de Burgemeesters van 1' Arrondissement leper ten einde over 'e gaan tot het stichten van een Verdeó- gingscomiteit. De Heer Butaye bedankt de aamvc gen en sluit de vergadering. SBaaHHiaaaaHBBHKaKHasaHi vrijwillige opwelling, om ccn schittercrK hulde van dankbaarheid te brengen nst> den zoo diep betreurden Vorst en om hu# diepe genegenheid te openbaren aan B?1* j gie, bondgenoot in oorlog en ln vrede. "tERW. HF.ER J. VAN EECKS, Belgtscih Aalmoezenier.

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1934 | | pagina 2