Draikoerseii m KerMsdeg 10 Juli li llMeren bli uierden oom's neorauino WARDEN 00M OOGEN OPEN Naklank van het Congres i)<m het Vrouwelijk Jeugdverboni voor Katholieke Aktie UITSLAG VLAANDERENS BEDEVAART NAAR L0URDES 1934 juister en beter Warden Ooms verdien sten weet te schetsen en te roemen. Hier op Hooglede, waardeerden wij Edw. Vermeulen, niet enkel als hoog- staanden schrijver, maar wij kenden hem als socialen werker en als katholiek voor man. Onze bevolking diende hem niet enkel tot onderwerp in zijn geschriften, hij wist ze immers ook te bereiken, om hen goed te doen. Op hem zijn zekerlijk de woorden van het Schrift van toepassing Hij is voorbijgegaan al weldoenOnze menschen «eten dat Edward Vermeulen voor Hooglede een zegen is geweest. Moet ik bewijzen aanhalen? Och ze liggen voor 't grijpen! Lang voor den wereldoorlog, richtte hij den Franschmansbcnd op, bedoelende het behartigen der belangen van de vele Vlaamsche wroeters vertegenwoordigers bij uitstek van Arm Vlaanderen die tot diep in Frankrijk, de koste broods zoeken gingen, voor vrouw en kroost. Om zoo iets aan te gaan was ten dien tijde, durf en moed noodig en vooral een groote dosis zelfverloochening en naas tenliefde. Van dien bond, die bloeide onder zijn beleid en die hem jaar aan jaar veel centen kostte en zweet en loo ping en schrijven en wrijven bleef hij de hooggeschatte voorzitter. Hand in hand wrocht hij toen met die ander apostelziel, pastoorke Denys zaliger; ze waren overigens onafscheidbare harte- vrienden en menig opbeurende epistel van Wardens hand zou terug te vinden zijn in «De stem uit het Vaderland het toen malige Franschmansblad. Voor dat min dere volk, ruwe schorsen maar veelal gul den harten, schreef Warden, zonder paal of perke, tijd en geld en rust offerde hij ervoor niets was hem te lastig of te ondankbaar als 't zijn Franschmans gold. Allengerhand won hij 't vertrouwen en de genegenheid van zeer vele dompelaars én doolaars, zoodat hij hun wereldlijke biechtvader werd. Aan dien omgang heb ben wij zijn boek Trimards te danken. Tijdens de lange winteravonden, gaf hij aan diezelfde sukkelaars, les in de Fran- sche taal, opdat ze toch iets of wat zou den snappen van de taal der streek waar zij zwoegen gingen, en door welker on kunde zij zoo dikwerf bij 't vuur gezet werden en geldelijk benadeeligd. Edward Vermeulen was ook de stichter van de vooroorlogsche katholieke jonge wacht, zoo degelijk ingericht, dat zij over een eigen goedgedrild trompettersmuziek beschikte. Die wacht draaide buitenge woon goed, onder zijn bezielende leiding en aanmoediging, en leverde machtigen uitslag. In 1922 stichtte hij 't Davidsfonds- Hooglede, waarbij toen leden uit Staden, Gits, Beveren en Oostnieuwkerke zich aansloten. Al de leden ankerden letter lijk naar die nuttige opbeurende en te vens gezellige bijeenkomsten, waarvan Vermeulen de spil en de bezieler was. Hij was de voorzitter der kerkfabriek van St Amandsparochie en ieder van U herinnert zich nog hoe hij voor enkele jaren, om zijn hooggewaardeerde ver diensten als katholiek voorman en katho lieke volksschrijver eigenhandig door Monseigneur Lamiroy, vereeremerkt werd met het benijdenswaardige ridderkruis Pro ecclesia et pontifice Steeds en altijd vond men hem bereid te schragen en vooruit te helpen door woord en schrift en raad en daad, 't zij gelijk voor welke instelling op de gemeen te. Geen nader vriend van onze onder wijzers, dan Edw. Vermeulen, en voor de studenten was hij een goede beste Oom! Zoo zou ik die lovende opsomming nog lang kunnen volhouden, doch ik eindig omdat ik overtuigd ben dat deze bondige uiteenzetting volstaat om te laten in zien, Achtbare Toehoorders, ho: hoog Warden Oom aangeschreven staat in den geaet en het hart van de Hoogleedsche bevolking. Ik ben hier hun tolk bij dit open graf, tegenover zijne geachte Familieleden voor wien de uitdrukking onzer gevoelens van dank en hulde, troost en balsem moge zijn voor de wonde, geslagen door het heengaan van hun dierbaren Edward! Edward Vermeulen, strijdend Vlaming, ons aller voorbeeld van ouwe trouwe aan 't Moederland, die wij. ten grave geleiden op Vlaanderens Hoogdag. Edward Vermeulen, eerste burger van Hooglede en voorbeeld voor ons allen, ik groet een laatste maal in naam van uw duurbaar volk van Hooglede, en bid God dat Hij uw schoons ziel de eeuwige rust' verleene. Vaarwel! A De Z. E. H. KANUNNIK BOON, bracht op zijne beurt hulde aan de nagedachte nis van den vurigen Apostel en ijveraar van het Davidsfonds, waarvan hij twee afdeelingen tegelijk bestuurde en leidde: Roeselare en Hooglede. De redenaar wees op de waarde van zijne boeken voor de veredeling van het volk, onderlijnde hoe naar waarheid Vermeulen boven elk zij ner werken het motto mocht plaatsen: Uit ons volk voor ons volk en hoe zijn werk wel degelijk de schoone uit bloei is van heel zijn innerlijk wezen. LIJKREDE UITGESPROKEN DOOR IIEER Dr ALLAEYS. En dan sprak Doctor H. Allaeys van Antwerpen, namens de oude, trouwe vrienden Van oude date en van eiken dageen kort maar rosrend afscheids woord, echt op zijn Herwin Eeckel's, steu nend vooral op de hoogere beteekenis en den diepen zin van Warden Oom's leven en werk, volgender wijze: Ten tweeden male schaart vandaag heel Vlaanderen rond Warden Oom: den eersten keer, 't is schaarsch twee jaren ge leden, toen hij zijn levenswerk had vol bracht, of zoo goed, en het lijden in ging gaan, te wege; en heden den tweeden keer, toen hij zijn levensweg heeft afge legd en het Paradijs in is getreden van de Hemelsche glorie. Want de Heer schonk aan zijn uitverkoren dienaar de minnende genade van zijn vagevuur hier op de we reld te mogen uitboeten, opdat zelfs geen schijn van een vlekje nog zou kunnen ge vonden worden op het schild van zijn on schuld. Ook, op den rand van dit graf staande nu, is het ons zoo duidelijk klaar geble ken, dat heden een mensch is verschei den, ja, maar ook een ziel recht naar den Hemel is gevlogen. En de klokken mogen hier nog zoo rauw en nog grauw luiden over dood; en de Leeuwenvlaggen in Vlaanderen mogen, van Veurne tot Maesyck, halfmast hangen, en van dezen heugelijken hoogdag, die Sint Benedictus- dag is, dien 11" in Hooimaand, telken jare heden een rouwdag willen maken; en 't mag, bij ons vooral, Warden Oom zijn oudste en zijn trouwste vrienden, de vrien den van oude date en van eiken dag, nog zoo'n zerpe smart in ons harte branden, nog zoo'n leed kroppen in ons gemoed, nog zoo'n geweldige wee snikken in onzen boezem omdat we 't licht in ons oogen gaan missen met hem, omdat we 't zoet gevooisde woord gaan moeten derven met hem, omdat we die oude trouwe gaan ver loren zien gaan met hem, die de vriend was, 'lijk geen vriend meer te vinden is of kan zijn, te weten de stake waarop men steunen kan, altijd, en de bake die de leider is van al en van allen, altijd, toch, en des ondanks, toch kunnen wij hier den jubel niet onderdrukken, die zingt vandage door ons gemoed, omdat Vlaanderen's schoonste kind heden te Go- de is gegaan en den Hemel in. En zwijgen zou hier nu beter passen dan spreken. Woorden trouwens zijn te schaarsch, waarlijk, en te schamel om dat aardsche schreeuwende leed, doorbal- semd door die hemelsche heerlijke ge neugte, te vertolken. Zwijgen ook om des te beter het woord van den doode te aan- hooren. Want dooden spreken volgens het woord van het Schrift: motuus adhuc loquitur. En dat woord komende van hem dien wij heden ten grave dragen en terzelver- tijde ten Hemel begeleiden, dat woord ko mende van Warden Oom is iets eenigs. Het woord van hem, die kind en kin derlijk is gebleven tot aan zijn dood en op wiens rouwmare als zijn schoonste eerenaerk staan mag: Prefekt van de Congregatie der jongelingen, een jonge ling van drie-en-zeventig jaar. En daar om moet hij van den dag van zijn ver scheiden zelf opgenomen zijn in den schoot van Abraham, volgens den wil van den Meester zelf die zegde: «Laat de kinderen tot mij komen». Het woord van hem, die ter zelvertijde, mensch was en leider van zijn volk: die de hongerigen naar den geest, duizenden en nog duizen den, gespijsd heeft en blijft; die de dor- stigen naar hooger geneugte, naar fijner voelen, naar beter beseffen, naar klaarder zien, naar schooner "zijn ten slotte heeft gelaafd en blijft laven. En daarom staat hij hoog gekandelaard midden zijn stam; staat hij hoog op de schouders van die hongerige en die dorstige schare verheven, staat hij vooral met zijn beeld geplant recht in het hart van zijn volk, omgeven voortaan met de vereerende liefde van hem die nog gelooven aan onschuld, die nog gelooven aan schoonheid, kortom aan mensch zijn naar het evenbeeld van Hem, die de Schepper zelf is. Alleen spreke hij dus, alleen heeft dus hier recht van spreken, hij, die hier voor onze voeten uitgestrekt ligt, wel is waar in de onmacht van den dood, maar des te geweldiger, nu de wereld veroveren kan met het voorbeeld van zijn leven, dat niets noch niemand meer tanen noch smetten mag; maar des te sterker den geest van zijn volk beheerschen kan door zijn werk, daar niets noch niemand er iets of ooit nog aan veranderen of verminde ren mag. Hij spreke hier alleen. Doch, tot Hem, vooraleer wij van hier vertrekken moeten wij nog een woord zeggen, ons laatste. WARDEN OOM, Mijn goeie, brave, trouwe Warden. Nu het op scheidsch gaat aankomen, besef fen wij maar al te duidelijk wat wij voor taan aan U gaan missen. En hoe zeer ook ons ziele zindert en hoe zeer ons ziele ju belt om uw Hemelvaart, toch, wij vooral uw vrienden van eiken dag sinds veertig en meer jaren, toch voelen wij daarbin nen in den boezem, wij zijn ook mensch, iets scheuren gelijk: en scheuren doet schenden, «en schenden doet schreien, in bitteren wee. Wel is waar blijft ons, als zalvenden troost, de zoete herinnering van heel een leven van vriendschap, gelijk er geen meer is, of schaarsch, met het hart op de hand, gevend alles in eens, oprecht, ge meend, voor altijd. Wel is waar, er blijft ons het voorbeeld van uw heerlijk leven zelf, dat een voor beeld is, waarin eikendeen in Vlaanderen voortaan hem spiegelen mag en moet. Wel is waar blijft ons nog uw werk, waar de duizenden van vandaag en de duizenden van morgen hun honger naar beter weten en hun hankeren naar beter zijn zullen kunnen blijven verzadigen. Doch Warden Oom, nu gij te luisteren staat aan gene zijde van het graf, wij, uw vrienden, op den man af, wij zeggen het: wij verwachten nog meer van U. Nu ge daar boven ingetreden zijt van nu reeds, wij in Vlaanderen, die U kende, twijfelt daar nog aan, in het rijk Gods, wij vragen nog meer van U: Steun, War den, van den Hemel uit, ons aller werk. Wij hebben er samen zoo dikwijls over geredeneerd en geraziaand: ons volk gaat den berg af en den dieperik in, als niet allen, wij de levenden nog, met al dé kracht van ons pijnen en pogen, en gij die daar ten Hemel zijt, met al de macht van uw gebed, het redden helpt, nu, da delijk, zonder rust noch duur. Ze zijn ons geloof aan 't vernietigen, ze zijn ons taal aan 't vermoorschen, niet het minst zij die beweren willen, het best te dienen; ze zijn aan 't verdelgen al wat van den volke is, al het schoone, al het heerlijke, al wat Vlaanderen Vlaamsch maakt en een eenig volk ter wereld. Warden Oom helpt, helpt van hierbo ven: Vlaanderen vergaat. Om één uur was hier ook de plechtig heid ten einde. Een laatste greepke ge wijde aarde op de lijkkist... en stil en traag, diep onder den indruk van de een voudige, maar des te roerender plechtig heid verlieten de honderden het dooden- veld. Daar rust thans Warden Oom's stoffe lijk overschot, maar zijn geest blijft mid den ons door zijn werk, waardoor Vlaan deren hem steeds trouw en dankbaar zal gedenken. ONS VOLK GAAT DEN BERG AF EN DEN DIEPER, IN, ALS NIET ALLEN, WIJ DE LEVENDEN NOG, MET I, DE KRACHT VAN ONS PIJNEN EN POGEN, EN GIJ DAAR TEN HEMEL ZIJT, MET AL DE MACHT VAN Iji GEBED, HET REDDEN HELPT, NU, DADELIJK, ZONüp, RUST NOCH DUUR. ZE ZIJN ONS GELOOF AAN 'T VERNIETIGEN, ZE Zl] ONS TAAL AAN 'T VERMOORSCHEN, NIET HET MINST z'j- DIE BEWEREN WILLEN, HET BEST TE DIENEN; ZE Zlf AAN 'T VERDELGEN AL WAT VAN DEN VOLKE IS, jV HET SCHOONE, AL HET HEERLIJKE, AL WAT VLAANm REN VLAAAMSCH MAAKT EN EEN EENIG VOLK T{;i WERELD. WARDEN OOM HELPT, HELPT VAN HIERBOVEN VLAANDEREN VERGAAT. Dr Allaeys bij het Graf van Warden Oom op 11 Juli 1934. Indien ze ter plaatse stipt nageleefd worden, zijn de politieverordeningen van de kustgemeenten De Panne, Koksijde, Lombardsijde, Den Haan (Klemskerke), Middelkerke, Breedene en Vlissegem, tot nogtoe de eenige die, wat de zedelijkheid in het openbaar betreft, voldoening schen ken. Tot zijn innige spijt, kan ZEDEN- ADEL voor een gebeurlijk verblijf aan zee, zijne duizenden leden, noch de dui zenden van onze groote organisaties, geen andere badplaatsen aanbevelen. Er wordt op betrouwd dat gebeurlijk in gebreke blijven aldaar, onverwijld zal worden bekend gemaakt aan het hoofdse- kretariaat van ZEDENADELCronje- straat, 16, Borgerhout. Nieuwe of verscherpte verordeningen van de andere kustgemeenten uitgaande, worden daar meteen ingewacht, voor me- dedeeling. Oproepen van een gemeentebestuur voor het behoud van de openbare zedelijkheid zijn goed; maar «ZEDENADEL' ~ee:t toch de voorkeur aan vastgelegde politie verordeningen. Daarom, oogen c.en! De triomfdag van de Vrouwelijke Ks, tholiebe Jeugd blijft voortleven in geheugen van alle weidenkenden. Met vreugde vernemen wij dan ook dj. als blijvende gedenkenis een CONGRES. ALBUM wordt uitgegeven. In groot foj. maat op 32 bladzijden gedrukt, zal hè met een volledig relaas, al de kunstfot^ geven. Er worden 100.000 nummers uitgegev* om het tegen 1 fr. per exemplaar te kur- nen verkoopen, en zulks met het doel elk huisgezin binnen te geraken, om akt.i bij elkeen de herinnering te bewaren aa; de grootsche gebeurtenis van echt Kath',. liek leven op 24 Juni 1.1. en elkeen te late; deelon in de fierheid en de vreugde va; den triomfdag der Katholieke Actie. IBB3BCE3Ba39SBE9iEK3BBB£IH)| Aanstaande week drukken we et, dag vroeger, alle berichten moett, ons dus vóór DONDERDAG N0E!) geworden. TROTTING-CLUB POPERINGE ROUWDEELNEMING Henderden telegrammen en brieven van rouwdeelneming kwamen bij de Fa milie Vermeulen toe. We drukken volgende over: DE BISSCHOP VAN BRUGGE biedt aan Jw Elisa Vermeulen, de uitdrukking van zijn zeer oprechte en christelijke deelneming en zal den duurbaren overle dene in gebeden en H. Mis indachtig blijven. KONINKLIJKE ROUWDEELNEMING De Koning brengt hulde aan den vruchtbaren arbeid van Volksdichter Warden Oom en gelast mij U zijn rouw beklag aan te bieden. HERMAN TEIRLINCK, Privaatraad van den Koning. Diepgevoelde, kristelijke deelneming. Houd er aan Lijkplechtigheid van be treurden Vlaamschen schrijver bij te wo nen. BAELS, Goeverneur. GUSTAAF SAP, Minister van Finan ciën, Brussel, biedt Ued. de betuiging van zijn innige en kristelijke deelneming aan. Al de leden Vereeniging van Letter kundigen buigen met Streuvels en ver tegenwoordiger, op de plechtigheid vóór stoffelijk overschot van diep betreurd me delid. HOOGENBOND. Bestuur en Leden van Bond West-Vla mingen, Brussel, voelen innig sair en met al degenen die heden treuren >m het heengaan van den geliefden We? -Vlaam schen Volksschrijver Warden C m. KAREL VERSTRAETE, Voorzitter. Zeer diep getroffen door het afsterven van mijn goeden vriend en den zeer ge- waardeerden medewerker van ons blad, bied ik u de betuiging van mijn innigste deelneming aan. VANDEN EYNDE, Bestuurder De Standaard In naam van het MINISTERIE VAN OPENBAAR ONDERWIJS, werd in het sterfhuis de Rouwdeelneming aangebo den door den Heer Jan Grauls. De uitslagen der laatste praktische beproevingen uitgevoerd door de Ar- gentijnsche Regeering, welke door het Ministerie van Buitenlandsche Zaken in Belgie veropenbaard wer den, hebben bewezen, dat de tot he den bekomene scherpste ontroomlng door den Mélotte bewerkstelligd wordt. De Mélotte ontropmer behield overigens.steeds den eersten prijs op al de wedstrijden waar hij voorge steld werd, i Kommissarissen Aankomst: H. A. Dewever. Pesage: H. A. Dewever, H. M. Hoste. Starter: H. J. Vanhoutte, H. HU. Notre- dame. Chron.: H. M. Van Bruaene, H. M. Del- becque. UITSLAG 1* Koers: Albert Prijs, 2300 meters. 3000 Fr. prijzen: 1700, 700, 400 en 200, 15 Vertrekkers: Gleam, Prince Dean, Calumet Eminent, Walter Volo, Hardi Gars, Indiana VIII, Cadrach, Eliacin, Rena Guy, Hetman, Hippophoe, Wilhel- ma, Dorothy Winter, Maud M., Elsa Cord. Aankomst: 1. Cadrach 3.361/2-1.35 1/10. 2. Gleam 3.38 - 1.36 9/10. 3. Calumet Eminent 3.39 - 1.36 3/10. 4. Eliacin 3.42 - 1.36 5/10. 2* Koers: Romulus Prijs, 2400 meters. 4GÜ0 Fr. prijzen: 2200, 1000, 500 en 300. 14 Vertrekkers: Lucette, Messidor, Litt le Devil, Lion d'Or, Jaspar, Manon, Lutin, M""* Upsilonne, Mauricette, L'Etoile, Hasard n, Kina, Marquis, Liane. Aankomst 1. Hasard II 3.56 - 1.37 3/10. 2. M"" Upsilonne 3.5S 1/9 - 1.38 5/10. 3. Messidor 3.58 - 1.40 2/10. 4. L'Etoile 3.59 - 1.38 6/10. 3" Koers: Prins van Luik Prijs, 2400 meters. 4000 Fr. prijzen: 2200, 1000, 500 en 300. 12 Vertrekkers: Kléber, Juturne, Car rie Lincoln, Gora Todd, Star Signal, Mof- fatt, Jaora, John Miss, Wild Wind, Habra, Peter Harvester, Pickles. Aankomst 1. Carrie Lincoln 3.40 - 1.32 6/10. 2. Habra 3.41 1/2 - 1.31 3/10. 3. Jaora 3.42 1/2 - 1.33 7/10. 4. Peter Harvester 3.43 - 1.32 9/10. 4' Koers: Prijs der X" Verjaring, 2i4< meters. 6000 Fr. prijzen: 3500, 150C, 700 en 300. 8 Vertrekkers: Max Frisco, Jenny Mos, dale, Gamin d'Auweghem, Jarretelle, Kit. mène, Hilarius, Joli Cceur, Jamöette, Aankomst 1. Krémène 3.40 - 1.30 7/10. 2. Jambette 3.42 - 1.30 6/10, 3. Joli Cceur 3.42 1/2 - 1.308/10, 4. Hilarius 3.441/2 - 1.33 5/10. 5' Koers: Prijs der Stad Poperinjht 2400 meters. 80C0 Fr. prijzen: 5000,1000, 800 en 400. 13 Vertrekkers: Kap. Kik, Karkatoa, Jean Raid, Calumet Contender, Calume: Charn, Warren Guy, Intrigant, Arch Ms. Klyo, Faucheuse, Icone, Kraber, I. Cams, lie, Bob Galloway. Aankomst: 1. Intrigant 3.34 - 1.29 2/10, 2. Karkatoa 3.341/2 - 1.30 3/10, 3. Icone 3.35 1/2 - 1.28 9/10, 4. Arch Mc. Klyo 3.36 1/2 - 1.30 2/10, Prachtige koersen, begunstigd dooreet) zomerweder en waar alles normaal ver. liep; een peerd viel in de vierde koeq maar zonder veel erg. Twee prachtbekers waren te winnen li de twee laatste koersen, aangeboden doS de «Trotting Club van Poperinge», t«r gelegenheid van zijn 10-jarig bestaan, De beker der 10" Verjaring Koers wei) gewonnen door KRÊMENE, eigenaar 11 R. Rogiers van Tielt. De beker van den Prijs der Stad Pops, ringhe werd gewonnen door INTRIGAMJ eigenaars M.M. Van Hyfte en J. Floh zoone van Veurne. De grootste snelheid werd behaaVnhar Icone aan heer Gerard Ver meute, de laatste koers. De inrichters'verdienen gelukgewenst® cm het prachtig lot beste peerden dat de koersen kwamen betwisten. !CONE», aan M. G. Vermeulen van Pope- ringe, legde de groot' ste snelheid af in dtl 5" koers. «INTRIGANT», aan M.M. Van Ilyfte en Florizoone van Veurne, won de 5'' kofO' 30 JULI—7 OOGST: rechtstreeksche treinen; treinen met stilstand te Parijs CMontmartre) en terugkeer langs LISIEUX. 28 OOGST—6 SEPTEMBER: trein over Paray-le-Monial, Nevers, Ars, Lyon, Lisieux. INLICHTINGEN: Hoofdsekretariaat, Plein 13a, KORTRIJK De Beker der «Stad Poperinge door den Heer Lahaye, Burgemeester, 'n .j Heer Notrednme, de ziel der inrichting, overhandigd aan M. Florixoon» Veurne, die door «Intrigant» de «Groote Prijs der Stad Poperinge» OP 11 JULIDAG 1934 TE HOOGLEDE. VEREERENDE TEGENWOORDIGHEID VAN ZIJNE EXC. MGR. LAMIROY, BISSCHOP VAN BRUGGE, EN VAN DEN H. BAELS, GOUVERNEUR VAN WEST-VLAANDEREN. We reden naar Hooglede Woensdag, Te Hooglede ook vlaggen, maar hier Vlaanderen's Hoogdag. hangen z; halftop, hier is rouw. Een van Te leper wapperden twee fiere leeuwen- Hooglede's beste zonen, Edward Vermeu- vlaggen op de Markt, weerkanten het len, wordt heden begraven. Stadhuis. j Uit heel Vlaanderen waren de bewonde- In de gemeenten overal bevlagging met raars van den betreurden Afgestorvene leeuwenvlag en driekleur. Weinig bewe-opgekomen voor de teraardebestelling, ging. Het was de eerste Vrijdag. De laatste Vrijdag voor den Pre fekt der Congregatie. Hij werd den 11 Juli op Ste Godelieve's feest be graven, de ridder met de pen die op Vlaanderens Groeningveld zijn gul den sporen won. Sinds lang hebben alle volwasse nen hierboven van St Pieter de toe lating om in de lange winteravonden Warden Oom te lezen. De Bo zegt aan Gezelle: 't Is een bezielde «Lo- quelaen Gezelle antwoordt aan De Bo; 't Is een levend «Idioticon».». De keurlijst begint met zijn naam. De Vlaamsche heiligen lezen nog geen Europeesch. Goddank. Hem zul len ze hierboven blij ontvangen als de Pee Vlaemincksdie in 't arm Vlaanderen tien twaalf jongens kon den kweeken met een daghure van negen stuivers en de gratie Gods. Lachend zullen ze tegenkomen al spelend met de titels zijner werken er zijn er genoeg de Mietje Mandemakers er zijn er ook ge noeg met vorenop de mystieke roos van x't Abeelenhofen de Almavan Streuvels. Hij zal mee zingen, hij had noten genoeg op zijn zang. Zalig de schrijver die niet boek achtig schrijft, want hij zal door de heiligen gelezen worden. Zalig de katholieke Vlaming die binst den oorlog geen «Caïn's zonde deed. Zalig de Belg die Jozef niet ver kocht aan een vreemden Putiphar. Zalig de mensch die den Pauw- schreeuw niet slaakt: «Ego- Ik! en zich te deugen stelt voor de ge meenschap. Warden Oom maakte geen Desiag met schoone letteren. Had hij schoo ne geschreven, hij had minder lezers geteld. Hij heeft God bemind en Gods schoon volk van den buiten. Laat de stadsmenschen hem te braaf vinden en te eenvoudig. Laat de professors er om treuren dat zijn taal niet klinkt als die van StadhuisrattenHij vleide geen grooten der wereld, hij volgde ook de lage instinkten niet der kleinen. Hij haalt eere van zijn werk, dat meest van al op de uitleeningsregis- ters der volksbibliotheek voortkomt. Hij heeft de pretentie niet te bewe ren dat zijn naam heel de Vlaamsche letterkunde vervult. Hij is de Trimardgeweest zon der hoofdbreking, niet d6 estheet, die tien woorden uitvaagt per blad en 's anderdaags nog vijf; hij is een schrijver geweest die een Herwor ding bracht als 't West-Vlaamsch tewege naar den Dieperikging. Hij schreef «Tegen Sterren en Wind», snakte grepen uit het leven van zijn volk dat nog geen Verstervend Ras is t'onzent in 't Westland. Hij vertelde lang en breed lijk Vlaamsche menschen in keete, smis se en herberg, waar de woorden zoo veel niet kosten als voor een tele gram. Ons volk is niet asthmatiek, het leest nog werken van langen adem... als 't aan 't lezen geraakt. «Vergeet echter niet», schreef hij mij, dat de roskammen gereed zitten, en ge zult varen als ik, doch doe als ik: zwijg en werk stabel voort. Eerbiedige en genegen groeten en de vijve... Hij liet ze vliegen de wespen die eerst op de rijpste vruchten komen met hun giftigen angel. Er zijn geen twee Warden Ooms, en die er van verre aan gelijken door hun volkswijsheid en taalschat, loo- pen niet dikke. Vergelijkt niet met andere namen, men vergelijkt geen appels met pe ren, geen bananen met stekebeiers. Wat zullen de nakomelingen zeggen. Warden Oom kan wachten. Het is al veel dat zijn tijdgenooten hun suikernonkel hebben vertroeteld, het is niet weinig de meest gegeerde auteur te zijn van een volk dat- bijna niet leest. Hij bleef nederig overtuigd dat de wereld niet sedert twintig eeuwen naar zijn proza reeds wacht te, hij wist wel dat, hadden zijn boe ken niet verschenen, de zon toch ging verschijnen 's anderdaags. Een Fransche priester, Doktor in de letteren, Pastoor in Fransch- Vlaanderen begon hem te vertalen. Ziehier zijn waardeering in een brief tot den schrijver: «Dois-je vous dire que comme prêtre et comme Flamand votre livre m'a profondément intéressé. Le sujet est trés beau en lui-même et sans doute difficile a traiter. Mais vous avez réussi a le rendre vivant. Et surtout votre livre est bien Fla mand. Je crois que e'est la son grand mérite et l'éloge qui vous plaira le plus. Mais aussi èi mon point de vue est-ce la difficulté. Comment arriver a recréer dans une traduction l'ath- mosphère ou vivent vos personna- ges. Vader en moeder waren zijn taal meesters. Zijn volk gaf hem den taaisleutel. Warden Oom gaf zelf zijn levens beschrijving. Er zijn geen redens om hem niet te gelooven en 't ware ge waagd hem tegen te spreken. De endeklokke lood" Warden Oom is dood. Hij gaat naar den Loonder van het goed die na dezen, zijn blijd schap zal wezen. Jeun hem een gebed, dat is de schoonste der Kerkhofblommen, mo ge hij gelezen worden, zoolang een Vlaming leeft. Voor hem ook het vers van Gezelle voor Conscience: En is hij andren dood, ons zal hij eeuwig leven». A. B. Bij Warden Oom's woonhuis. De lijkkist wordt buitengebracht. BIJ HET STERFHUIS Het sterfhuis met zijn groote zwarte zijgevel met een O. L. Vrouw Kapelleken erin, stond met de luiken dichtgesloten. Honderden en nog honderden schoven er binnen om een gebed bj de lijkkist te storten en hunne chrisfere rouwdeelne ming de Familie aan te bieden. Het lijk wordt gedragen door de Onderwijzers van Hooglede. De boeken van het lijkkleed worden gehouden door Z. E. H. Kanonnik Boon; Stijn Streuvels; Dr Allaeys en den Heer Vermandere, Hoofdonderwijzer van Hooglede. NAAR DE KERK Om 10.50 uur kwam de geestelijkheid naar het sterfhuis. Het was een indrukwekkende stilte toen Warden Oom uit zijn huis gedragen werd om hem naar de kerk te brengen. De lijkkist werd gedragen door de jonge onderwijzers der Gemeente; de pelderhoe- ken waren gehouden door Z. E. Kan. Boon, Algemeen Voorzitter van het Da vidsfonds, namens dit Organisme; door Styn Streuvels die de Vereeniging van Letterkundigen vertegenwoordigdedoor Dr H. Allaeys van Antwerpen, namens de trouwe vrienden van den Afgestorvene en door den Heer Vermandere, hoofdonder wijzer te Hooglede. De rouw werd geleid door neven van den aflijvige. Langzaam schreed de treurige stoet ter i kerke. Zwaar en somber luidden de klok ken over dood. Vooraan werden de met rouw omfloers- de vlaggen gedragen van de Congregatie van Onze Lieve Vrouw, waar Warden Oom prefekt van was, en van den H. Har- tebond, waarvan hij een der ijvervolste leden was. Geen aardsche praal van bloemen, maar al klare en onbewimpelde uiting van diep geloof. Achter de lijkbaar een knaap met op een kussen de éénige decoratie, die Ward Vermeulen in zijn nederigheid ooit had gewild en welke hij met des te meer trots had gedragen: het kruis «Pro Ec clesia et Pontifice Op de eerste rijen van de honderde be- grafenisgangers, stapten Z. Exc. de heer Baels, goeverneur van West-Vlaanderen; de heer Hemerijck Jozef, burgemeester van Hooglede, omrond van zijne schepe nen en gemeenteraadsleden; heer Dr Jan Grauls, vertegenwoordiger van den heer Minister van Openbaar Onderwijs; de heer Van den Berghe, bestendig afgevaar digde van West-Vlaanderen; senator Van Coillie; volksvertegenwoordigers Debruyne en Dejaeghere; heer Dr Brutsaert van Poperinge; kunstschilder Albert Sa verijs; Delva, stadssecretaris van Brugge; Karei Lateur, beeldhouwer; Verbeke, provinciale bouwmeester van West-Vlaanderen; Eerw. H. Quaeghebeur, principaal van het col lege van Roeselare; E. P. Callewaert; Leo Devriend, tooneelschrijver; Hans, letter kundige; landbouwer Despiegelaere, uit Koolskamp, waar Warden Oom binst den oorlog zijn ballingschap grootendeels doorbracht; E. P. Reypens S. J., die de feestrede hield toen men Vermeulen's 70" verjaring vierde; E. H. Mostaert, pastoor van Staden; Z. E. H. Desaegher, deken van Roeselare; Z. E. H. Destrooper, deken van Tielt; E. H. Van Rie van Brugge; E. P. Hildebrand, archivaris der Kapu- cienen van Antwerpen; E. H. Dewitte, pastoor van Heule-Watermolen; E. H. Iserbijt, pastoor van Wevelgem, en verder ontelbare priesters en vooraanstaande Vlamingen uit het omliggende en uit ver dere hoeken van het Vlaamsche land. Zoo toog men onder de treurmarschen door de fanfaren «Ste Cecilia uitgevoerd, ter kerke. DE LIJKDIENST Een driedubbele offerande. De dorpskerk was in een ommezien propvol. Op het hoogkoor had reeds Z. Hgw. Mgr. Lamiroy, Bisschop van Brug ge, plaats genomen op een Hem voorbe houden bidstoel, terwijl goeverneur Baels aan de tegenovergestelde zijde ging plaats nemen. In de bidstoelen hadden tevens nog plaats genomen: Z. E. H. Kanunnik Coucke, die Monseigneur herwaarts ver gezelde en die tijdens den oorlog den dienst van pastoor op Hooglede-St-Jozef had waargenomen; de ZZ. EE. HH. Bit- tremieux, pastoor van Oostnieuwkerke, Huybrechts, pastoor van Hooglede-St- Jozef, Lambrechts, gewezen pastoor van Hooglede, enz. De lijkdienst werd gecelebreerd door-de Z. E. H. Moncarey, pastoor van de paro chie met zijne Eerw. Heeren onderpas toors Ghijssaert en Vandeweghe, en ge zongen door het gemengd kerkelijke zangkoor. De offerande werd, gezien den drukken toeloop, door drie verschillende priesters gedaan. Mgr lamiroy en goeverneur Baels openden de rijen... en toen duurde het meer dan twintig minuten eer die vele honderde geestelijke en wereldlijke ver eerders en vrienden van den aflijvige wa ren voorbijgeschoven voor het plegen van die opperste liefdedaad. Elkeen kreeg tot aandenken een doods- beeldeke, met de beeltenis van de:i schrij ver. Hier mogen terecht de treffende re ken worden aangehaald die daar op voor komen: De Heer had hem met zijn mildste gaven verrijkt: een vredelievend opbeu rend karakter een door-en-door goed en edel hart, een schrandere geest, een fijne opmerkingsgave, een boeiend schrijvers talent, en dat alles bezield door een diep gevoelde godsvrucht. Hij was de christen volkskunstenaar, die het volk doet zien wat het niet ziet, en dat het toch dient te zien, omdat het zijn schat is en zijn schoonheid; Volks kunstenaar die het volk doet waardeeren wat het niet waardeert, en toch dient te waardeeren, omdat het zijn hoogste le- vensbezit is; Volkskunstenaar, die in 's volks plaats voelt wat het dient te voe len, en het te lezen geeft in gezonde, ver kwikkende christelijk-opbeurende boe ken. Om 12 uur en half was de plechtigheid ten einde en in langen stoet werd nu de laatste tocht aangevangen, naar het doo- denveld. OP HET KERKHOF De talrijke begrafenisgangers schaarden zich rond het grafmonument der Fami lie Vermeulen en Spruytewaarvan de granietsteen was afgewenteld om straks de lijkkist doorgang te verleenen en te plaatsen onder het groote, gebeitelde kruisbeeld op den pleisteren wand. DE LIJKREDEN Nadat de laatste gebeden waren gezon gen, trad de HEER TALPE, voorzitter van den Kerkraad, vooruit, welke ambt Ward Vermeulen zoovele jaren voor hem had bekleed, nadat hij reeds in 1909 tot lid van den Raad was verkozen geworden. De H. Talpe bracht ontroerd hulde aan de trouwe hulp en de wijze raadgevingen, wel ke de acht pastoors, die de aflijvige had gekend, van hem mochten verlangen, vooral na den oorlog, wanneer hij een zoo werkdadige rol vervulde voor het her opbouwen van de gansch vernielde kerk. Nu kwam aan het woord de HEER HE MERIJCK, Burgemeester. LIJKREDE UITGESPROKEN DOOR HEER HEMERIJCK, Burgemeester. Zeer Eerwaarde Heeren, Achtbare Familieleden, Geachte Mevrouwen en Mijnheeren, Beste Medeburgers, De groote vriendentoeloop, de weer klank verwekt door zijn verscheiden in het Vlaamsche land, de aanwezigheid bij de rouwplechtigheid van zeer talrijke ingezetenen der Gemeente, wijzen er on tegensprekelijk op dat wij. Hoogledenaars, den grootsten onder ons ten grave bren gen. Het heele dorp, alwie hier Vlaamsch voelt, treurt. Het kan dan ook niet an ders of ik moet hier op dezen dooden- akker, als hoofd der gemeente, en in naam der inwoners, een laatsten vaarwel zeg gen, een dankbare hulde brengen aan den duurbaren afgestorvene. Niet zonder zeker gevoel van schroom, vervul Ik dien plicht, omdat ik mij hier midden een uitgelezen schaar vooraan staanden bevind, waaronder menigeen Bij het Crar. Heer Dr Allaeyt «preekt zijne lijkrede uit.

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1934 | | pagina 2