Draikoerseii m KerMsdeg 10 Juli li
llMeren
bli uierden oom's neorauino
WARDEN 00M
OOGEN OPEN
Naklank van het Congres i)<m
het Vrouwelijk Jeugdverboni
voor Katholieke Aktie
UITSLAG
VLAANDERENS BEDEVAART
NAAR L0URDES 1934
juister en beter Warden Ooms verdien
sten weet te schetsen en te roemen.
Hier op Hooglede, waardeerden wij
Edw. Vermeulen, niet enkel als hoog-
staanden schrijver, maar wij kenden hem
als socialen werker en als katholiek voor
man.
Onze bevolking diende hem niet enkel
tot onderwerp in zijn geschriften, hij wist
ze immers ook te bereiken, om hen goed
te doen. Op hem zijn zekerlijk de
woorden van het Schrift van toepassing
Hij is voorbijgegaan al weldoenOnze
menschen «eten dat Edward Vermeulen
voor Hooglede een zegen is geweest. Moet
ik bewijzen aanhalen? Och ze liggen voor
't grijpen!
Lang voor den wereldoorlog, richtte hij
den Franschmansbcnd op, bedoelende het
behartigen der belangen van de vele
Vlaamsche wroeters vertegenwoordigers
bij uitstek van Arm Vlaanderen die
tot diep in Frankrijk, de koste broods
zoeken gingen, voor vrouw en kroost.
Om zoo iets aan te gaan was ten dien
tijde, durf en moed noodig en vooral een
groote dosis zelfverloochening en naas
tenliefde. Van dien bond, die bloeide
onder zijn beleid en die hem jaar aan
jaar veel centen kostte en zweet en loo
ping en schrijven en wrijven bleef hij
de hooggeschatte voorzitter. Hand in
hand wrocht hij toen met die ander
apostelziel, pastoorke Denys zaliger; ze
waren overigens onafscheidbare harte-
vrienden en menig opbeurende epistel van
Wardens hand zou terug te vinden zijn
in «De stem uit het Vaderland het toen
malige Franschmansblad. Voor dat min
dere volk, ruwe schorsen maar veelal gul
den harten, schreef Warden, zonder paal
of perke, tijd en geld en rust offerde hij
ervoor niets was hem te lastig of te
ondankbaar als 't zijn Franschmans gold.
Allengerhand won hij 't vertrouwen en de
genegenheid van zeer vele dompelaars én
doolaars, zoodat hij hun wereldlijke
biechtvader werd. Aan dien omgang heb
ben wij zijn boek Trimards te danken.
Tijdens de lange winteravonden, gaf hij
aan diezelfde sukkelaars, les in de Fran-
sche taal, opdat ze toch iets of wat zou
den snappen van de taal der streek waar
zij zwoegen gingen, en door welker on
kunde zij zoo dikwerf bij 't vuur gezet
werden en geldelijk benadeeligd.
Edward Vermeulen was ook de stichter
van de vooroorlogsche katholieke jonge
wacht, zoo degelijk ingericht, dat zij over
een eigen goedgedrild trompettersmuziek
beschikte. Die wacht draaide buitenge
woon goed, onder zijn bezielende leiding
en aanmoediging, en leverde machtigen
uitslag.
In 1922 stichtte hij 't Davidsfonds-
Hooglede, waarbij toen leden uit Staden,
Gits, Beveren en Oostnieuwkerke zich
aansloten. Al de leden ankerden letter
lijk naar die nuttige opbeurende en te
vens gezellige bijeenkomsten, waarvan
Vermeulen de spil en de bezieler was.
Hij was de voorzitter der kerkfabriek
van St Amandsparochie en ieder van U
herinnert zich nog hoe hij voor enkele
jaren, om zijn hooggewaardeerde ver
diensten als katholiek voorman en katho
lieke volksschrijver eigenhandig door
Monseigneur Lamiroy, vereeremerkt werd
met het benijdenswaardige ridderkruis
Pro ecclesia et pontifice
Steeds en altijd vond men hem bereid
te schragen en vooruit te helpen door
woord en schrift en raad en daad, 't zij
gelijk voor welke instelling op de gemeen
te. Geen nader vriend van onze onder
wijzers, dan Edw. Vermeulen, en voor de
studenten was hij een goede beste Oom!
Zoo zou ik die lovende opsomming nog
lang kunnen volhouden, doch ik eindig
omdat ik overtuigd ben dat deze bondige
uiteenzetting volstaat om te laten in
zien, Achtbare Toehoorders, ho: hoog
Warden Oom aangeschreven staat in den
geaet en het hart van de Hoogleedsche
bevolking.
Ik ben hier hun tolk bij dit open graf,
tegenover zijne geachte Familieleden voor
wien de uitdrukking onzer gevoelens van
dank en hulde, troost en balsem moge
zijn voor de wonde, geslagen door het
heengaan van hun dierbaren Edward!
Edward Vermeulen, strijdend Vlaming,
ons aller voorbeeld van ouwe trouwe aan
't Moederland, die wij. ten grave geleiden
op Vlaanderens Hoogdag.
Edward Vermeulen, eerste burger van
Hooglede en voorbeeld voor ons allen, ik
groet een laatste maal in naam van uw
duurbaar volk van Hooglede, en bid God
dat Hij uw schoons ziel de eeuwige rust'
verleene.
Vaarwel!
A
De Z. E. H. KANUNNIK BOON, bracht
op zijne beurt hulde aan de nagedachte
nis van den vurigen Apostel en ijveraar
van het Davidsfonds, waarvan hij twee
afdeelingen tegelijk bestuurde en leidde:
Roeselare en Hooglede. De redenaar wees
op de waarde van zijne boeken voor de
veredeling van het volk, onderlijnde hoe
naar waarheid Vermeulen boven elk zij
ner werken het motto mocht plaatsen:
Uit ons volk voor ons volk en hoe
zijn werk wel degelijk de schoone uit
bloei is van heel zijn innerlijk wezen.
LIJKREDE UITGESPROKEN DOOR
IIEER Dr ALLAEYS.
En dan sprak Doctor H. Allaeys van
Antwerpen, namens de oude, trouwe
vrienden Van oude date en van eiken
dageen kort maar rosrend afscheids
woord, echt op zijn Herwin Eeckel's, steu
nend vooral op de hoogere beteekenis en
den diepen zin van Warden Oom's leven
en werk, volgender wijze:
Ten tweeden male schaart vandaag
heel Vlaanderen rond Warden Oom: den
eersten keer, 't is schaarsch twee jaren ge
leden, toen hij zijn levenswerk had vol
bracht, of zoo goed, en het lijden in ging
gaan, te wege; en heden den tweeden
keer, toen hij zijn levensweg heeft afge
legd en het Paradijs in is getreden van de
Hemelsche glorie. Want de Heer schonk
aan zijn uitverkoren dienaar de minnende
genade van zijn vagevuur hier op de we
reld te mogen uitboeten, opdat zelfs geen
schijn van een vlekje nog zou kunnen ge
vonden worden op het schild van zijn on
schuld.
Ook, op den rand van dit graf staande
nu, is het ons zoo duidelijk klaar geble
ken, dat heden een mensch is verschei
den, ja, maar ook een ziel recht naar den
Hemel is gevlogen. En de klokken mogen
hier nog zoo rauw en nog grauw luiden
over dood; en de Leeuwenvlaggen in
Vlaanderen mogen, van Veurne tot
Maesyck, halfmast hangen, en van dezen
heugelijken hoogdag, die Sint Benedictus-
dag is, dien 11" in Hooimaand, telken jare
heden een rouwdag willen maken; en 't
mag, bij ons vooral, Warden Oom zijn
oudste en zijn trouwste vrienden, de vrien
den van oude date en van eiken dag, nog
zoo'n zerpe smart in ons harte branden,
nog zoo'n leed kroppen in ons gemoed,
nog zoo'n geweldige wee snikken in onzen
boezem omdat we 't licht in ons oogen
gaan missen met hem, omdat we 't zoet
gevooisde woord gaan moeten derven met
hem, omdat we die oude trouwe gaan ver
loren zien gaan met hem, die de vriend
was, 'lijk geen vriend meer te vinden is
of kan zijn, te weten de stake waarop
men steunen kan, altijd, en de bake die
de leider is van al en van allen, altijd,
toch, en des ondanks, toch kunnen wij
hier den jubel niet onderdrukken, die
zingt vandage door ons gemoed, omdat
Vlaanderen's schoonste kind heden te Go-
de is gegaan en den Hemel in.
En zwijgen zou hier nu beter passen
dan spreken. Woorden trouwens zijn te
schaarsch, waarlijk, en te schamel om
dat aardsche schreeuwende leed, doorbal-
semd door die hemelsche heerlijke ge
neugte, te vertolken. Zwijgen ook om des
te beter het woord van den doode te aan-
hooren. Want dooden spreken volgens het
woord van het Schrift: motuus adhuc
loquitur.
En dat woord komende van hem dien
wij heden ten grave dragen en terzelver-
tijde ten Hemel begeleiden, dat woord ko
mende van Warden Oom is iets eenigs.
Het woord van hem, die kind en kin
derlijk is gebleven tot aan zijn dood en
op wiens rouwmare als zijn schoonste
eerenaerk staan mag: Prefekt van de
Congregatie der jongelingen, een jonge
ling van drie-en-zeventig jaar. En daar
om moet hij van den dag van zijn ver
scheiden zelf opgenomen zijn in den
schoot van Abraham, volgens den wil
van den Meester zelf die zegde: «Laat de
kinderen tot mij komen». Het woord van
hem, die ter zelvertijde, mensch was en
leider van zijn volk: die de hongerigen
naar den geest, duizenden en nog duizen
den, gespijsd heeft en blijft; die de dor-
stigen naar hooger geneugte, naar fijner
voelen, naar beter beseffen, naar klaarder
zien, naar schooner "zijn ten slotte heeft
gelaafd en blijft laven. En daarom staat
hij hoog gekandelaard midden zijn stam;
staat hij hoog op de schouders van die
hongerige en die dorstige schare verheven,
staat hij vooral met zijn beeld geplant
recht in het hart van zijn volk, omgeven
voortaan met de vereerende liefde van
hem die nog gelooven aan onschuld, die
nog gelooven aan schoonheid, kortom aan
mensch zijn naar het evenbeeld van Hem,
die de Schepper zelf is.
Alleen spreke hij dus, alleen heeft dus
hier recht van spreken, hij, die hier voor
onze voeten uitgestrekt ligt, wel is waar
in de onmacht van den dood, maar des
te geweldiger, nu de wereld veroveren kan
met het voorbeeld van zijn leven, dat
niets noch niemand meer tanen noch
smetten mag; maar des te sterker den
geest van zijn volk beheerschen kan door
zijn werk, daar niets noch niemand er iets
of ooit nog aan veranderen of verminde
ren mag.
Hij spreke hier alleen.
Doch, tot Hem, vooraleer wij van hier
vertrekken moeten wij nog een woord
zeggen, ons laatste.
WARDEN OOM,
Mijn goeie, brave, trouwe Warden. Nu
het op scheidsch gaat aankomen, besef
fen wij maar al te duidelijk wat wij voor
taan aan U gaan missen. En hoe zeer ook
ons ziele zindert en hoe zeer ons ziele ju
belt om uw Hemelvaart, toch, wij vooral
uw vrienden van eiken dag sinds veertig
en meer jaren, toch voelen wij daarbin
nen in den boezem, wij zijn ook
mensch, iets scheuren gelijk: en
scheuren doet schenden, «en schenden doet
schreien, in bitteren wee.
Wel is waar blijft ons, als zalvenden
troost, de zoete herinnering van heel een
leven van vriendschap, gelijk er geen
meer is, of schaarsch, met het hart op de
hand, gevend alles in eens, oprecht, ge
meend, voor altijd.
Wel is waar, er blijft ons het voorbeeld
van uw heerlijk leven zelf, dat een voor
beeld is, waarin eikendeen in Vlaanderen
voortaan hem spiegelen mag en moet.
Wel is waar blijft ons nog uw werk,
waar de duizenden van vandaag en de
duizenden van morgen hun honger naar
beter weten en hun hankeren naar beter
zijn zullen kunnen blijven verzadigen.
Doch Warden Oom, nu gij te luisteren
staat aan gene zijde van het graf, wij,
uw vrienden, op den man af, wij zeggen
het: wij verwachten nog meer van U. Nu
ge daar boven ingetreden zijt van nu
reeds, wij in Vlaanderen, die U kende,
twijfelt daar nog aan, in het rijk Gods,
wij vragen nog meer van U: Steun, War
den, van den Hemel uit, ons aller werk.
Wij hebben er samen zoo dikwijls over
geredeneerd en geraziaand: ons volk gaat
den berg af en den dieperik in, als niet
allen, wij de levenden nog, met al dé
kracht van ons pijnen en pogen, en gij
die daar ten Hemel zijt, met al de macht
van uw gebed, het redden helpt, nu, da
delijk, zonder rust noch duur.
Ze zijn ons geloof aan 't vernietigen,
ze zijn ons taal aan 't vermoorschen, niet
het minst zij die beweren willen, het best
te dienen; ze zijn aan 't verdelgen al wat
van den volke is, al het schoone, al het
heerlijke, al wat Vlaanderen Vlaamsch
maakt en een eenig volk ter wereld.
Warden Oom helpt, helpt van hierbo
ven: Vlaanderen vergaat.
Om één uur was hier ook de plechtig
heid ten einde. Een laatste greepke ge
wijde aarde op de lijkkist... en stil en
traag, diep onder den indruk van de een
voudige, maar des te roerender plechtig
heid verlieten de honderden het dooden-
veld.
Daar rust thans Warden Oom's stoffe
lijk overschot, maar zijn geest blijft mid
den ons door zijn werk, waardoor Vlaan
deren hem steeds trouw en dankbaar zal
gedenken.
ONS VOLK GAAT DEN BERG AF EN DEN DIEPER,
IN, ALS NIET ALLEN, WIJ DE LEVENDEN NOG, MET I,
DE KRACHT VAN ONS PIJNEN EN POGEN, EN GIJ
DAAR TEN HEMEL ZIJT, MET AL DE MACHT VAN Iji
GEBED, HET REDDEN HELPT, NU, DADELIJK, ZONüp,
RUST NOCH DUUR.
ZE ZIJN ONS GELOOF AAN 'T VERNIETIGEN, ZE Zl]
ONS TAAL AAN 'T VERMOORSCHEN, NIET HET MINST z'j-
DIE BEWEREN WILLEN, HET BEST TE DIENEN; ZE Zlf
AAN 'T VERDELGEN AL WAT VAN DEN VOLKE IS, jV
HET SCHOONE, AL HET HEERLIJKE, AL WAT VLAANm
REN VLAAAMSCH MAAKT EN EEN EENIG VOLK T{;i
WERELD.
WARDEN OOM HELPT, HELPT VAN HIERBOVEN
VLAANDEREN VERGAAT.
Dr Allaeys bij het Graf van Warden Oom op 11 Juli 1934.
Indien ze ter plaatse stipt nageleefd
worden, zijn de politieverordeningen van
de kustgemeenten De Panne, Koksijde,
Lombardsijde, Den Haan (Klemskerke),
Middelkerke, Breedene en Vlissegem, tot
nogtoe de eenige die, wat de zedelijkheid
in het openbaar betreft, voldoening schen
ken.
Tot zijn innige spijt, kan ZEDEN-
ADEL voor een gebeurlijk verblijf aan
zee, zijne duizenden leden, noch de dui
zenden van onze groote organisaties, geen
andere badplaatsen aanbevelen.
Er wordt op betrouwd dat gebeurlijk in
gebreke blijven aldaar, onverwijld zal
worden bekend gemaakt aan het hoofdse-
kretariaat van ZEDENADELCronje-
straat, 16, Borgerhout.
Nieuwe of verscherpte verordeningen
van de andere kustgemeenten uitgaande,
worden daar meteen ingewacht, voor me-
dedeeling.
Oproepen van een gemeentebestuur voor
het behoud van de openbare zedelijkheid
zijn goed; maar «ZEDENADEL' ~ee:t
toch de voorkeur aan vastgelegde politie
verordeningen.
Daarom, oogen c.en!
De triomfdag van de Vrouwelijke Ks,
tholiebe Jeugd blijft voortleven in
geheugen van alle weidenkenden.
Met vreugde vernemen wij dan ook dj.
als blijvende gedenkenis een CONGRES.
ALBUM wordt uitgegeven. In groot foj.
maat op 32 bladzijden gedrukt, zal hè
met een volledig relaas, al de kunstfot^
geven.
Er worden 100.000 nummers uitgegev*
om het tegen 1 fr. per exemplaar te kur-
nen verkoopen, en zulks met het doel
elk huisgezin binnen te geraken, om akt.i
bij elkeen de herinnering te bewaren aa;
de grootsche gebeurtenis van echt Kath',.
liek leven op 24 Juni 1.1. en elkeen te late;
deelon in de fierheid en de vreugde va;
den triomfdag der Katholieke Actie.
IBB3BCE3Ba39SBE9iEK3BBB£IH)|
Aanstaande week drukken we et,
dag vroeger, alle berichten moett,
ons dus vóór DONDERDAG N0E!)
geworden.
TROTTING-CLUB POPERINGE
ROUWDEELNEMING
Henderden telegrammen en brieven
van rouwdeelneming kwamen bij de Fa
milie Vermeulen toe.
We drukken volgende over:
DE BISSCHOP VAN BRUGGE biedt
aan Jw Elisa Vermeulen, de uitdrukking
van zijn zeer oprechte en christelijke
deelneming en zal den duurbaren overle
dene in gebeden en H. Mis indachtig
blijven.
KONINKLIJKE ROUWDEELNEMING
De Koning brengt hulde aan den
vruchtbaren arbeid van Volksdichter
Warden Oom en gelast mij U zijn rouw
beklag aan te bieden.
HERMAN TEIRLINCK,
Privaatraad van den Koning.
Diepgevoelde, kristelijke deelneming.
Houd er aan Lijkplechtigheid van be
treurden Vlaamschen schrijver bij te wo
nen. BAELS, Goeverneur.
GUSTAAF SAP, Minister van Finan
ciën, Brussel, biedt Ued. de betuiging van
zijn innige en kristelijke deelneming aan.
Al de leden Vereeniging van Letter
kundigen buigen met Streuvels en ver
tegenwoordiger, op de plechtigheid vóór
stoffelijk overschot van diep betreurd me
delid. HOOGENBOND.
Bestuur en Leden van Bond West-Vla
mingen, Brussel, voelen innig sair en met
al degenen die heden treuren >m het
heengaan van den geliefden We? -Vlaam
schen Volksschrijver Warden C m.
KAREL VERSTRAETE, Voorzitter.
Zeer diep getroffen door het afsterven
van mijn goeden vriend en den zeer ge-
waardeerden medewerker van ons blad,
bied ik u de betuiging van mijn innigste
deelneming aan.
VANDEN EYNDE,
Bestuurder De Standaard
In naam van het MINISTERIE VAN
OPENBAAR ONDERWIJS, werd in het
sterfhuis de Rouwdeelneming aangebo
den door den Heer Jan Grauls.
De uitslagen der laatste praktische
beproevingen uitgevoerd door de Ar-
gentijnsche Regeering, welke door
het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken in Belgie veropenbaard wer
den, hebben bewezen, dat de tot he
den bekomene scherpste ontroomlng
door den Mélotte bewerkstelligd
wordt. De Mélotte ontropmer behield
overigens.steeds den eersten prijs op
al de wedstrijden waar hij voorge
steld werd,
i
Kommissarissen
Aankomst: H. A. Dewever.
Pesage: H. A. Dewever, H. M. Hoste.
Starter: H. J. Vanhoutte, H. HU. Notre-
dame.
Chron.: H. M. Van Bruaene, H. M. Del-
becque.
UITSLAG
1* Koers: Albert Prijs, 2300 meters.
3000 Fr. prijzen: 1700, 700, 400 en 200,
15 Vertrekkers: Gleam, Prince Dean,
Calumet Eminent, Walter Volo, Hardi
Gars, Indiana VIII, Cadrach, Eliacin,
Rena Guy, Hetman, Hippophoe, Wilhel-
ma, Dorothy Winter, Maud M., Elsa Cord.
Aankomst:
1. Cadrach 3.361/2-1.35 1/10.
2. Gleam 3.38 - 1.36 9/10.
3. Calumet Eminent 3.39 - 1.36 3/10.
4. Eliacin 3.42 - 1.36 5/10.
2* Koers: Romulus Prijs, 2400 meters.
4GÜ0 Fr. prijzen: 2200, 1000, 500 en 300.
14 Vertrekkers: Lucette, Messidor, Litt
le Devil, Lion d'Or, Jaspar, Manon, Lutin,
M""* Upsilonne, Mauricette, L'Etoile,
Hasard n, Kina, Marquis, Liane.
Aankomst
1. Hasard II 3.56 - 1.37 3/10.
2. M"" Upsilonne 3.5S 1/9 - 1.38 5/10.
3. Messidor 3.58 - 1.40 2/10.
4. L'Etoile 3.59 - 1.38 6/10.
3" Koers: Prins van Luik Prijs, 2400
meters. 4000 Fr. prijzen: 2200, 1000,
500 en 300.
12 Vertrekkers: Kléber, Juturne, Car
rie Lincoln, Gora Todd, Star Signal, Mof-
fatt, Jaora, John Miss, Wild Wind, Habra,
Peter Harvester, Pickles.
Aankomst
1. Carrie Lincoln 3.40 - 1.32 6/10.
2. Habra 3.41 1/2 - 1.31 3/10.
3. Jaora 3.42 1/2 - 1.33 7/10.
4. Peter Harvester 3.43 - 1.32 9/10.
4' Koers: Prijs der X" Verjaring, 2i4<
meters. 6000 Fr. prijzen: 3500, 150C,
700 en 300.
8 Vertrekkers: Max Frisco, Jenny Mos,
dale, Gamin d'Auweghem, Jarretelle, Kit.
mène, Hilarius, Joli Cceur, Jamöette,
Aankomst
1. Krémène 3.40 - 1.30 7/10.
2. Jambette 3.42 - 1.30 6/10,
3. Joli Cceur 3.42 1/2 - 1.308/10,
4. Hilarius 3.441/2 - 1.33 5/10.
5' Koers: Prijs der Stad Poperinjht
2400 meters. 80C0 Fr. prijzen: 5000,1000,
800 en 400.
13 Vertrekkers: Kap. Kik, Karkatoa,
Jean Raid, Calumet Contender, Calume:
Charn, Warren Guy, Intrigant, Arch Ms.
Klyo, Faucheuse, Icone, Kraber, I. Cams,
lie, Bob Galloway.
Aankomst:
1. Intrigant 3.34 - 1.29 2/10,
2. Karkatoa 3.341/2 - 1.30 3/10,
3. Icone 3.35 1/2 - 1.28 9/10,
4. Arch Mc. Klyo 3.36 1/2 - 1.30 2/10,
Prachtige koersen, begunstigd dooreet)
zomerweder en waar alles normaal ver.
liep; een peerd viel in de vierde koeq
maar zonder veel erg.
Twee prachtbekers waren te winnen li
de twee laatste koersen, aangeboden doS
de «Trotting Club van Poperinge», t«r
gelegenheid van zijn 10-jarig bestaan,
De beker der 10" Verjaring Koers wei)
gewonnen door KRÊMENE, eigenaar 11
R. Rogiers van Tielt.
De beker van den Prijs der Stad Pops,
ringhe werd gewonnen door INTRIGAMJ
eigenaars M.M. Van Hyfte en J. Floh
zoone van Veurne.
De grootste snelheid werd behaaVnhar
Icone aan heer Gerard Ver meute,
de laatste koers.
De inrichters'verdienen gelukgewenst®
cm het prachtig lot beste peerden dat
de koersen kwamen betwisten.
!CONE», aan M. G.
Vermeulen van Pope-
ringe, legde de groot'
ste snelheid af in dtl
5" koers.
«INTRIGANT», aan M.M. Van Ilyfte en Florizoone van Veurne, won de 5'' kofO'
30 JULI—7 OOGST:
rechtstreeksche treinen; treinen met
stilstand te Parijs CMontmartre) en
terugkeer langs LISIEUX.
28 OOGST—6 SEPTEMBER:
trein over Paray-le-Monial, Nevers,
Ars, Lyon, Lisieux.
INLICHTINGEN:
Hoofdsekretariaat, Plein 13a, KORTRIJK
De Beker der «Stad Poperinge door den Heer Lahaye, Burgemeester, 'n .j
Heer Notrednme, de ziel der inrichting, overhandigd aan M. Florixoon»
Veurne, die door «Intrigant» de «Groote Prijs der Stad Poperinge»
OP 11
JULIDAG 1934 TE HOOGLEDE.
VEREERENDE TEGENWOORDIGHEID VAN ZIJNE EXC. MGR.
LAMIROY, BISSCHOP VAN BRUGGE, EN VAN DEN H. BAELS,
GOUVERNEUR VAN WEST-VLAANDEREN.
We reden naar Hooglede Woensdag, Te Hooglede ook vlaggen, maar hier
Vlaanderen's Hoogdag. hangen z; halftop, hier is rouw. Een van
Te leper wapperden twee fiere leeuwen- Hooglede's beste zonen, Edward Vermeu-
vlaggen op de Markt, weerkanten het len, wordt heden begraven.
Stadhuis. j Uit heel Vlaanderen waren de bewonde-
In de gemeenten overal bevlagging met raars van den betreurden Afgestorvene
leeuwenvlag en driekleur. Weinig bewe-opgekomen voor de teraardebestelling,
ging.
Het was de eerste Vrijdag.
De laatste Vrijdag voor den Pre
fekt der Congregatie. Hij werd den
11 Juli op Ste Godelieve's feest be
graven, de ridder met de pen die op
Vlaanderens Groeningveld zijn gul
den sporen won.
Sinds lang hebben alle volwasse
nen hierboven van St Pieter de toe
lating om in de lange winteravonden
Warden Oom te lezen. De Bo zegt
aan Gezelle: 't Is een bezielde «Lo-
quelaen Gezelle antwoordt aan
De Bo; 't Is een levend «Idioticon».».
De keurlijst begint met zijn naam.
De Vlaamsche heiligen lezen nog
geen Europeesch. Goddank. Hem zul
len ze hierboven blij ontvangen als
de Pee Vlaemincksdie in 't arm
Vlaanderen tien twaalf jongens kon
den kweeken met een daghure van
negen stuivers en de gratie Gods.
Lachend zullen ze tegenkomen al
spelend met de titels zijner werken
er zijn er genoeg de Mietje
Mandemakers er zijn er ook ge
noeg met vorenop de mystieke
roos van x't Abeelenhofen de
Almavan Streuvels. Hij zal mee
zingen, hij had noten genoeg op zijn
zang. Zalig de schrijver die niet boek
achtig schrijft, want hij zal door de
heiligen gelezen worden.
Zalig de katholieke Vlaming die
binst den oorlog geen «Caïn's zonde
deed.
Zalig de Belg die Jozef niet ver
kocht aan een vreemden Putiphar.
Zalig de mensch die den Pauw-
schreeuw niet slaakt: «Ego- Ik!
en zich te deugen stelt voor de ge
meenschap.
Warden Oom maakte geen Desiag
met schoone letteren. Had hij schoo
ne geschreven, hij had minder lezers
geteld.
Hij heeft God bemind en Gods
schoon volk van den buiten. Laat de
stadsmenschen hem te braaf vinden
en te eenvoudig. Laat de professors
er om treuren dat zijn taal niet klinkt
als die van StadhuisrattenHij
vleide geen grooten der wereld, hij
volgde ook de lage instinkten niet
der kleinen.
Hij haalt eere van zijn werk, dat
meest van al op de uitleeningsregis-
ters der volksbibliotheek voortkomt.
Hij heeft de pretentie niet te bewe
ren dat zijn naam heel de Vlaamsche
letterkunde vervult.
Hij is de Trimardgeweest zon
der hoofdbreking, niet d6 estheet, die
tien woorden uitvaagt per blad en
's anderdaags nog vijf; hij is een
schrijver geweest die een Herwor
ding bracht als 't West-Vlaamsch
tewege naar den Dieperikging.
Hij schreef «Tegen Sterren en Wind»,
snakte grepen uit het leven van zijn
volk dat nog geen Verstervend Ras
is t'onzent in 't Westland.
Hij vertelde lang en breed lijk
Vlaamsche menschen in keete, smis
se en herberg, waar de woorden zoo
veel niet kosten als voor een tele
gram.
Ons volk is niet asthmatiek, het
leest nog werken van langen adem...
als 't aan 't lezen geraakt.
«Vergeet echter niet», schreef hij
mij, dat de roskammen gereed
zitten, en ge zult varen als ik, doch
doe als ik: zwijg en werk stabel voort.
Eerbiedige en genegen groeten en de
vijve...
Hij liet ze vliegen de wespen die
eerst op de rijpste vruchten komen
met hun giftigen angel.
Er zijn geen twee Warden Ooms,
en die er van verre aan gelijken door
hun volkswijsheid en taalschat, loo-
pen niet dikke.
Vergelijkt niet met andere namen,
men vergelijkt geen appels met pe
ren, geen bananen met stekebeiers.
Wat zullen de nakomelingen zeggen.
Warden Oom kan wachten.
Het is al veel dat zijn tijdgenooten
hun suikernonkel hebben vertroeteld,
het is niet weinig de meest gegeerde
auteur te zijn van een volk dat- bijna
niet leest. Hij bleef nederig overtuigd
dat de wereld niet sedert twintig
eeuwen naar zijn proza reeds wacht
te, hij wist wel dat, hadden zijn boe
ken niet verschenen, de zon toch
ging verschijnen 's anderdaags.
Een Fransche priester, Doktor in
de letteren, Pastoor in Fransch-
Vlaanderen begon hem te vertalen.
Ziehier zijn waardeering in een brief
tot den schrijver:
«Dois-je vous dire que comme prêtre
et comme Flamand votre livre m'a
profondément intéressé. Le sujet est
trés beau en lui-même et sans doute
difficile a traiter. Mais vous avez
réussi a le rendre vivant.
Et surtout votre livre est bien Fla
mand. Je crois que e'est la son grand
mérite et l'éloge qui vous plaira le
plus. Mais aussi èi mon point de vue
est-ce la difficulté. Comment arriver
a recréer dans une traduction l'ath-
mosphère ou vivent vos personna-
ges.
Vader en moeder waren zijn taal
meesters.
Zijn volk gaf hem den taaisleutel.
Warden Oom gaf zelf zijn levens
beschrijving. Er zijn geen redens om
hem niet te gelooven en 't ware ge
waagd hem tegen te spreken.
De endeklokke lood"
Warden Oom is dood.
Hij gaat naar den Loonder van
het goed die na dezen, zijn blijd
schap zal wezen.
Jeun hem een gebed, dat is de
schoonste der Kerkhofblommen, mo
ge hij gelezen worden, zoolang een
Vlaming leeft.
Voor hem ook het vers van Gezelle
voor Conscience:
En is hij andren dood, ons zal hij
eeuwig leven». A. B.
Bij Warden Oom's woonhuis. De lijkkist wordt buitengebracht.
BIJ HET STERFHUIS
Het sterfhuis met zijn groote zwarte
zijgevel met een O. L. Vrouw Kapelleken
erin, stond met de luiken dichtgesloten.
Honderden en nog honderden schoven
er binnen om een gebed bj de lijkkist te
storten en hunne chrisfere rouwdeelne
ming de Familie aan te bieden.
Het lijk wordt gedragen door de Onderwijzers van Hooglede. De boeken van
het lijkkleed worden gehouden door Z. E. H. Kanonnik Boon; Stijn Streuvels;
Dr Allaeys en den Heer Vermandere, Hoofdonderwijzer van Hooglede.
NAAR DE KERK
Om 10.50 uur kwam de geestelijkheid
naar het sterfhuis.
Het was een indrukwekkende stilte toen
Warden Oom uit zijn huis gedragen
werd om hem naar de kerk te brengen.
De lijkkist werd gedragen door de jonge
onderwijzers der Gemeente; de pelderhoe-
ken waren gehouden door Z. E. Kan.
Boon, Algemeen Voorzitter van het Da
vidsfonds, namens dit Organisme; door
Styn Streuvels die de Vereeniging van
Letterkundigen vertegenwoordigdedoor
Dr H. Allaeys van Antwerpen, namens de
trouwe vrienden van den Afgestorvene en
door den Heer Vermandere, hoofdonder
wijzer te Hooglede.
De rouw werd geleid door neven van
den aflijvige.
Langzaam schreed de treurige stoet ter
i kerke. Zwaar en somber luidden de klok
ken over dood.
Vooraan werden de met rouw omfloers-
de vlaggen gedragen van de Congregatie
van Onze Lieve Vrouw, waar Warden
Oom prefekt van was, en van den H. Har-
tebond, waarvan hij een der ijvervolste
leden was.
Geen aardsche praal van bloemen, maar
al klare en onbewimpelde uiting van diep
geloof. Achter de lijkbaar een knaap met
op een kussen de éénige decoratie, die
Ward Vermeulen in zijn nederigheid ooit
had gewild en welke hij met des te meer
trots had gedragen: het kruis «Pro Ec
clesia et Pontifice
Op de eerste rijen van de honderde be-
grafenisgangers, stapten Z. Exc. de heer
Baels, goeverneur van West-Vlaanderen;
de heer Hemerijck Jozef, burgemeester
van Hooglede, omrond van zijne schepe
nen en gemeenteraadsleden; heer Dr Jan
Grauls, vertegenwoordiger van den heer
Minister van Openbaar Onderwijs; de
heer Van den Berghe, bestendig afgevaar
digde van West-Vlaanderen; senator Van
Coillie; volksvertegenwoordigers Debruyne
en Dejaeghere; heer Dr Brutsaert van
Poperinge; kunstschilder Albert Sa verijs;
Delva, stadssecretaris van Brugge; Karei
Lateur, beeldhouwer; Verbeke, provinciale
bouwmeester van West-Vlaanderen; Eerw.
H. Quaeghebeur, principaal van het col
lege van Roeselare; E. P. Callewaert; Leo
Devriend, tooneelschrijver; Hans, letter
kundige; landbouwer Despiegelaere, uit
Koolskamp, waar Warden Oom binst den
oorlog zijn ballingschap grootendeels
doorbracht; E. P. Reypens S. J., die de
feestrede hield toen men Vermeulen's 70"
verjaring vierde; E. H. Mostaert, pastoor
van Staden; Z. E. H. Desaegher, deken
van Roeselare; Z. E. H. Destrooper, deken
van Tielt; E. H. Van Rie van Brugge;
E. P. Hildebrand, archivaris der Kapu-
cienen van Antwerpen; E. H. Dewitte,
pastoor van Heule-Watermolen; E. H.
Iserbijt, pastoor van Wevelgem, en verder
ontelbare priesters en vooraanstaande
Vlamingen uit het omliggende en uit ver
dere hoeken van het Vlaamsche land.
Zoo toog men onder de treurmarschen
door de fanfaren «Ste Cecilia uitgevoerd,
ter kerke.
DE LIJKDIENST
Een driedubbele offerande.
De dorpskerk was in een ommezien
propvol. Op het hoogkoor had reeds Z.
Hgw. Mgr. Lamiroy, Bisschop van Brug
ge, plaats genomen op een Hem voorbe
houden bidstoel, terwijl goeverneur Baels
aan de tegenovergestelde zijde ging plaats
nemen. In de bidstoelen hadden tevens
nog plaats genomen: Z. E. H. Kanunnik
Coucke, die Monseigneur herwaarts ver
gezelde en die tijdens den oorlog den
dienst van pastoor op Hooglede-St-Jozef
had waargenomen; de ZZ. EE. HH. Bit-
tremieux, pastoor van Oostnieuwkerke,
Huybrechts, pastoor van Hooglede-St-
Jozef, Lambrechts, gewezen pastoor van
Hooglede, enz.
De lijkdienst werd gecelebreerd door-de
Z. E. H. Moncarey, pastoor van de paro
chie met zijne Eerw. Heeren onderpas
toors Ghijssaert en Vandeweghe, en ge
zongen door het gemengd kerkelijke
zangkoor.
De offerande werd, gezien den drukken
toeloop, door drie verschillende priesters
gedaan. Mgr lamiroy en goeverneur Baels
openden de rijen... en toen duurde het
meer dan twintig minuten eer die vele
honderde geestelijke en wereldlijke ver
eerders en vrienden van den aflijvige wa
ren voorbijgeschoven voor het plegen van
die opperste liefdedaad.
Elkeen kreeg tot aandenken een doods-
beeldeke, met de beeltenis van de:i schrij
ver. Hier mogen terecht de treffende re
ken worden aangehaald die daar op voor
komen:
De Heer had hem met zijn mildste
gaven verrijkt: een vredelievend opbeu
rend karakter een door-en-door goed en
edel hart, een schrandere geest, een fijne
opmerkingsgave, een boeiend schrijvers
talent, en dat alles bezield door een diep
gevoelde godsvrucht.
Hij was de christen volkskunstenaar,
die het volk doet zien wat het niet ziet,
en dat het toch dient te zien, omdat het
zijn schat is en zijn schoonheid; Volks
kunstenaar die het volk doet waardeeren
wat het niet waardeert, en toch dient te
waardeeren, omdat het zijn hoogste le-
vensbezit is; Volkskunstenaar, die in
's volks plaats voelt wat het dient te voe
len, en het te lezen geeft in gezonde, ver
kwikkende christelijk-opbeurende boe
ken.
Om 12 uur en half was de plechtigheid
ten einde en in langen stoet werd nu de
laatste tocht aangevangen, naar het doo-
denveld.
OP HET KERKHOF
De talrijke begrafenisgangers schaarden
zich rond het grafmonument der Fami
lie Vermeulen en Spruytewaarvan de
granietsteen was afgewenteld om straks
de lijkkist doorgang te verleenen en te
plaatsen onder het groote, gebeitelde
kruisbeeld op den pleisteren wand.
DE LIJKREDEN
Nadat de laatste gebeden waren gezon
gen, trad de HEER TALPE, voorzitter van
den Kerkraad, vooruit, welke ambt Ward
Vermeulen zoovele jaren voor hem had
bekleed, nadat hij reeds in 1909 tot lid
van den Raad was verkozen geworden. De
H. Talpe bracht ontroerd hulde aan de
trouwe hulp en de wijze raadgevingen, wel
ke de acht pastoors, die de aflijvige had
gekend, van hem mochten verlangen,
vooral na den oorlog, wanneer hij een
zoo werkdadige rol vervulde voor het her
opbouwen van de gansch vernielde kerk.
Nu kwam aan het woord de HEER HE
MERIJCK, Burgemeester.
LIJKREDE UITGESPROKEN DOOR
HEER HEMERIJCK, Burgemeester.
Zeer Eerwaarde Heeren, Achtbare
Familieleden, Geachte Mevrouwen
en Mijnheeren, Beste Medeburgers,
De groote vriendentoeloop, de weer
klank verwekt door zijn verscheiden in
het Vlaamsche land, de aanwezigheid
bij de rouwplechtigheid van zeer talrijke
ingezetenen der Gemeente, wijzen er on
tegensprekelijk op dat wij. Hoogledenaars,
den grootsten onder ons ten grave bren
gen.
Het heele dorp, alwie hier Vlaamsch
voelt, treurt. Het kan dan ook niet an
ders of ik moet hier op dezen dooden-
akker, als hoofd der gemeente, en in naam
der inwoners, een laatsten vaarwel zeg
gen, een dankbare hulde brengen aan den
duurbaren afgestorvene.
Niet zonder zeker gevoel van schroom,
vervul Ik dien plicht, omdat ik mij hier
midden een uitgelezen schaar vooraan
staanden bevind, waaronder menigeen
Bij het Crar. Heer Dr Allaeyt «preekt zijne lijkrede uit.